226. Hoe moet het, als de kerkelijke administratie van de Diakonie geld leende?

 

(1905.)

375. Het is altijd een verkeerd ding, wanneer van twee verschillende administraties, die beide aan dezelfde gemeente behooren, de eene aan de andere leent; nog te meer, als dit op lossen voet geschiedt. Dat brengt beide administraties op den duur in de war, en leidt tot groote moeielijkheden. Zooals ge in X nu ook ondervindt.

|376|

Hoe er nu wéér uit te komen?

Hier in Amsterdam was bij de plaatselijke ineensmelting in 1897 iets dergelijks bij kerk A, waar de Diakonie f 4000 aan de kerk geleend had. De kerkelijke administratie heeft toen de verplichting op zich genomen, daarvan jaarlijksche rente te geven, en het kapitaal te restitueeren, zoodra legaten enz. daartoe in staat stelden (’t geen sedert ook geschied is).

Nu zijn echter in X niet zoo licht buitenkansjes te wachten; en een rente van b.v. 3%, dus f 27.— per jaar, kan ook eenigszins bezwarend zijn.

Toch mag daarom die schuld niet eenvoudig geschrapt worden, zelfs al zouden diakenen daarin toestemmen, want dat zou zijn: vervreemding van hetgeen den armen toekomt; ’t geen nooit mag.

De schuld moet erkend worden, en althans moet teruggave beloofd worden, zoodra de kerkelijke administratie daartoe ook maar eenigszins in staat is. Daarin moeten de diakenen m.i. berusten, ook al hebben zij recht om onmiddellijk teruggaaf te vorderen (daar geen termijn bepaald is), aangezien zij, ook als diakenen, de gemeente niet in groote moeielijkheden mogen brengen, zonder noodzaak, en zonder dat het tegen hun conscientie zou zijn.

Rente kunnen zij dan zeer zeker voor de toekomst bedingen, b.v. 3%. Maar, indien werkelijk de diakonie veel minder arm is dan de kerk, zou er dan geen mogelijkheid zijn, die rente te vinden, b.v. door extra collecte, of door aan eenige leden, van wie men onderstellen kan, dat zij zilver in de collecte geven, onderstand te vragen: dat zij dan de kerk wat meer bedenken dan de diakonie, zoolang de kerkelijke lasten zooveel meer zijn? Op soortgelijke wijs als er hier in Amsterdam ook zijn, die jaarlijks in de collecten voor de kerk meer geven dan in die voor de diakonie, met het oog op de schulden der kerk, die voor alle dingen moeten afgedaan worden.


Rutgers, F.L. (1922)


KERKELIJK ADVIES BIJ
Kerkorde GKN (1905) Art. 83