199. Mag in tuchtzaken de kerkeraad beslissen tegen het advies der Classe?

 

(1909.)

332. Of in het gegeven geval het advies der Classe al dan niet juist was, kan ik moeielijk beslissen, daar ik den persoon in quaestie niet ken en van zijn houding bijna niets weet. Maar wèl meen ik, dat de kerkeraad of het advies der Classe moet volgen, of wel zich moet beroepen op de Particuliere Synode.

Reeds op zichzelf kan een kerkeraad, uit kracht van het kerkverband, een gevraagd advies der Classe niet eenvoudig ter zijde stellen, om toch zijn eigen gang te gaan.

En dit kan nog minder, waar het eene excommunicatie geldt. Het betreft hier wel geene volledige excommunicatie (omdat de persoon nog geen compleet lid is), bij welke voor een wettig kerkeraadsbesluit zelfs toestemming der Classe vereischt wordt, volgens de Kerkenordening. Maar het besluit, om een lid, zij het ook een nog niet compleet lid, „niet meer als zoodanig te erkennen,” is toch inderdaad ook een excommunicatie of uitbanning. En die kan dan ook slechts geschieden met advies der Classe; dus niet tegen dat advies.

Intusschen kunt ge zelf hierin wel niet meer doen, dan beproeven, den kerkeraad van zijne verkeerde lijn terug te brengen. Macht, om de uitvoering van een verkeerd besluit te beletten, hebt ge zeker niet. Ge kunt dan slechts daarna bij de Classe uwe bezwaren daartegen inbrengen.

Ook zoudt ge nu nog den kerkeraad kunnen mededeelen, dat dit uw voornemen is, zoodat de zaak dan als een „geschil in den kerkeraad” voor de Classe komt; en er op aandringen, dat de meerderheid in den kerkeraad dan toch niet reeds vooraf haar besluit uitvoere, zoodat de Classe, voor een „gedaan feit” zou staan. Het geschil loopt dan niet over de al of niet excommunicatie; maar over de vraag, of een kerkeraad het advies der Classe bij zulk een zaak mag ter zijde stellen en er tegen ingaan, dan

|304|

wel, of hij, er zich niet mede vereenigende, op de Part. Syn. moet appelleeren. Misschien kan de kerkeraad er dan toe komen, zijn besluit nog niet uit te voeren.

Ziedaar in het kort mijn gevoelen. Ik herhaal, dat ik over de al of niet noodzakelijkheid der excommunicatie zelve niet voldoende kan oordeelen.


Rutgers, F.L. (1922)


KERKELIJK ADVIES BIJ
Kerkorde GKN (1905) Art. 77