157. Mag een huwelijk met een meisje, dat schuldig is aan zonde tegen het 7de gebod, kerkelijk bevestigd worden?

 

(1901.)

265. In het eerste der in uw brief genoemde gevallen moet ook m.i. de kerkelijke huwelijks-bevestiging slechts geschieden op conditie van schuldbelijdenis.

In het andere geval zal die conditie aan de bruid te stellen zijn, daar alleen bij haar de schuld bekend is en vaststaat. Bij den bruidegom is dit niet zoo; en dus kan men van hem geen schuldbelijdenis eischen. Door ze alleen van de bruid te vragen, beschuldigt men ook niet indirect een ander; want natuurlijk kan ook nog aan derden gedacht worden, zelfs aan een gehuwden man: men weet het eenvoudig niet. Daarom zou ik ook niet durven zeggen, dat dit meisje niet mag trouwen. Maar wel moet zij schuld erkennen en belijden; ’t geen in dit geval zou kunnen geschieden voor den kerkeraad in tegenwoordigheid van den bruidegom; tenzij hiertegen bezwaren zijn, die ik niet ken.

Over het geheel is speciaal advies met betrekking tot gevallen, waarin men met personen en omstandigheden slechts zeer ten deele bekend is, altijd moeilijk.


Rutgers, F.L. (1922)


KERKELIJK ADVIES BIJ
Kerkorde GKN (1905) Art. 70