214. Waar moet een predikant, die buiten de eigenlijke grens zijner gemeente woont, zijn attestatie indienen?

 

(1893.)

355. Ge zijt als Dienaar des Woords aan de kerk van X e.a. verbonden, en behoort dus vanzelf tot die kerk, en staat mede onder het toezicht van haren kerkeraad. En met uzelven natuurlijk ook uw gezin, dat toch ook wel in X zal Avondmaalhouden enz. Bij dien kerkeraad behooren uwe attestatiën dus te worden ingediend. Niet bij den kerkeraad van Y; want niemand kan tot twee kerken tegelijk behooren, en van X e.a. zijt ge natuurlijk in geen geval los. Daarbij blijft natuurlijk de regel, dat ieder attestatie indient ter plaatse, waar hij woont. Maar het is abnormaal (zij het ook in dit geval gerechtvaardigd), dat gij, predikant

|342|

te X zijnde, in Y woont; en uit die abnormaliteit vloeit de uitzondering in zake het indienen der attestatie vanzelf voort. Evenals er bij de vereeniging der twee kerkgroepen ook wel tijdelijke uitzonderingen op den regel gemaakt zijn en gemaakt moesten worden.

Ziedaar mijn gevoelen. En eene andere beschouwing is m.i. zelfs moeielijk denkbaar.


Rutgers, F.L. (1922)


KERKELIJK ADVIES BIJ
Kerkorde GKN (1905) Art. 82