Artikel 129
Met andere dan de in artikel 128 bedoelde kerken zal in het belang van een nauwere samenbinding, zoveel als verantwoord is, contact worden gezocht.

|457|

 

Contacten met andere dan gereformeerde kerken in Nederland

In dit artikel wordt iets bepaald over de verhouding tot andere kerken in Nederland dan die van gereformeerde belijdenis, waarover het vorige artikel handelt. In zoverre kan men zeggen dat de kerkorde zich toch enigermate uitlaat over de oecumenische taak der kerken, zij het niet in de gehele wereld, dan toch met betrekking tot zusterkerken in een bescheiden deel van die wereld. De omschrijving is zeer algemeen gehouden, zodat hierbij aan alle in Nederland bestaande kerkgenootschappen, de Rooms-Katholieke kerk inbegrepen, kan worden gedacht.

Wat wordt dan als de opgave der kerk in deze bepaling aangeduid? Ik wil beginnen met het noemen van de doelstelling. Wordt in artikel 128 als doel genoemd bevordering van het herstel der eenheid, in dit artikel is sprake van het belang van een nauwere samenbinding. Kennelijk heeft men in dit verband het niet aangedurfd te gewagen van herstel der eenheid. Men heeft volstaan met het noemen van een doel, dat dichterbij ligt en dat op zichzelf winst kan betekenen. Dit behoeft geen bezwaar op te leveren, indien men maar in het oog houdt dat op kerkelijk gebied zo iets niet het laatste doel mag zijn of blijven. Het gaat dus, volgens deze bepaling, om het verkrijgen van een nauwere samenbinding.

Wat onder deze nauwere samenbinding precies moet worden verstaan, vinden wij niet nader omschreven, noch in dit noch in enig ander artikel van de kerkorde. Zo is het niet gemakkelijk een concrete voorstelling te krijgen van wat in het bedoelde opzicht tot stand moet worden gebracht. Ik zou er op kunnen wijzen, dat onze kerken in het bedoelde opzicht in het verleden weinig ervaring hebben kunnen opdoen. Zij hebben lange tijd een min of meer afgesloten karakter gedragen en zich toen weinig in contact gesteld met andere kerken. Het betekent daarom reeds een vooruitgang dat hier gesproken wordt van het streven naar een nauwere samenbinding. Deze doelstelling zal in de praktijk haar vulling moeten ontvangen. Iets daarvan kan worden waargenomen in het toetreden tot de Raad van kerken in Nederland.

Van belang is ook de opmerking dat, wanneer met het oog op kerken er wordt gewaagd van samenbinding, het uitgesloten is zulks te willen verstaan in een oppervlakkige zin, waarbij alleen tijdelijke belangen worden gediend. Het kan en mag dan niet beperkt blijven tot afspraken over financiële, administratieve, technische en andere aangelegenheden. Wanneer kerken samenbinding zoeken, dan moet daarbij op de een of andere manier ook de kern der zaak worden betrokken, de grote zaak waar het altijd ten eigenlijkste en ten diepste over moet gaan, de belijdenis van Jezus als de Christus Gods. Als deze belijdenis er geheel buiten zou blijven, kan het bij kerken onmogelijk komen tot nauwere samenbinding. Deze moet in die belijdenis altijd haar concentratie vinden en haar rechtmatigheid evengoed als haar bestand. Wanneer dit in het oog wordt gehouden, is deze bepaling

|458|

toch minder vaag dan het oppervlakkig lijkt. Het is in het belang van een nauwere samenbinding dat dus contact moet worden gezocht met de desbetreffende kerken.

Slechts één nadere richtlijn noemt de kerkorde met zovele woorden. De bepaling zegt namelijk, dat het bedoelde contact moet worden gezocht, zoveel als verantwoord is. Deze restrictie geeft aan, dat men wel moet overwegen, of in een bepaald geval de beoogde nauwere samenbinding in overeenstemming met de Heilige Schrift kan worden geacht. Want alleen de toetsing aan de Schrift kan er toe leiden te bepalen dat iets verantwoord is. De bepaling van de kerkorde laat de zaak in het formele. Zij geeft niet aan, welke voorwaarden moeten worden vervuld om van een verantwoord contact te spreken. Het wordt aan het beleid van de kerkeraden en andere kerkelijke vergaderingen overgelaten de hier gegeven richtlijn in toepassing te brengen.


Nauta, D. (1971)


COMMENTAAR OP
Kerkorde GKN (1971) Art. 129