|309|

Artikel 88
De generale synode zal, voor zoveel dat naar haar oordeel nodig is, de arbeid onder schippers, zeevarenden, militairen, verstrooiden in het buitenland, hen die in ziekenhuizen verpleegd worden, doofstommen en anderen, die door de mindere vergaderingen niet of niet genoegzaam bearbeid kunnen worden, aan afzonderlijke deputaten en dienaren des Woords toevertrouwen.

 

Herderlijke zorg aan leden der kerk in bijzondere omstandigheden

Terwijl in de vorige artikelen van deze afdeling steeds weer de kerkeraad als handelend onderwerp wordt genoemd, is het alleen in dit artikel dat aan de generale synode een bepaalde taak wordt toegewezen met betrekking tot het vervullen van herderlijke zorg. Voorts valt op te merken dat de oude kerkorde geen enkele bepaling van overeenkomstige aard bevat.

Dit artikel bevat een bepaalde opsomming. De bedoeling is niet in dit verband naar volledigheid te streven. De opsomming is voor uitbreiding vatbaar, gelijk trouwens met zovele woorden wordt aangegeven, doordat zij eindigt met de clausule van anderen, die elders niet of niet genoegzaam verzorging ontvangen.

In die opsomming worden bepaalde groepen uit de leden van onze kerken vermeld, die de bijzondere aandacht moeten hebben bij de taak, welke de kerk heeft te vervullen met het verlenen van herderlijke zorg. Het zijn ongetwijfeld groepen van onderscheiden geaardheid: schippers, zeevarenden, militairen, in het buitenland verstrooiden, in ziekenhuizen verpleegden, doofstommen. Maar in dit opzicht valt er gelijkheid en overeenstemming op te merken, dat die groepen om de een of andere reden, meer of anders dan de overige leden van de kerk, herderlijke zorg behoeven. Er is hier een taak, waarin door de respectieve plaatselijke kerken door middel van de gewone pastorale arbeid veelal niet of slechts ten dele kan worden voorzien. En het is deze taak, die hier aan de generale synode wordt toegewezen.

Op zichzelf zou het denkbaar zijn, dat een andere oplossing werd gekozen. Er is geen enkel voorschrift in de Bijbel, waarop men ter zake een beroep zou kunnen doen, noch ten gunste van de ene, noch ten gunste van de andere methode. Maar ik meen wel te mogen zeggen, dat er in het kader van de inrichting van onze kerken veel voor pleit de hier gevolgde methode als de meest aanbevelenswaardige te beschouwen. Het is zelfs de meest voor de hand liggende en de profijtelijkste methode.

Het zal duidelijk zijn dat er reden is ten behoeve van alle hier genoemde groepen een speciale voorziening te treffen. Schippers en zeevarenden zijn, gedurende een belangrijk deel van het jaar en in de loop van hun trekkend leven, haast niet bereikbaar in de plaats van hun domicilie, waar zij gewoonlijk

|310|

ook in de kerkelijke boeken staan ingeschreven. Van een regelmatig bezoeken van kerkdiensten of catechisaties door hen kan geen sprake zijn, terwijl het brengen van huisbezoek aan hen door de wijkouderlingen allerlei belemmeringen oplevert.

Ten aanzien van militairen doet zich een soortgelijk verschijnsel voor. Zij worden door de Overheid in bepaalde plaatsen geconcentreerd, waar zij onttrokken worden aan de gewone samenleving en in hun leefwijze aan bepaalde voorwaarden gebonden. De eigenaardige omstandigheden, waaronder zij verkeren, maken het nemen van afzonderlijke maatregelen voor de te verlenen herderlijke zorg noodzakelijk.

Bij de verstrooiden in het buitenland is de situatie weer anders. Wij zullen hier niet zozeer denken aan degenen, die zich voorgoed in het buitenland gaan vestigen. Het betreft vooral leden der kerk, die voor een kortere of langere periode ergens in de vreemde zich ophouden en de band met hun oorspronkelijke woonplaats en kerk begeren aan te houden. Het blijkt voor de ambtsdragers in die oorspronkelijke woonplaats gewoonlijk ondoenlijk, aan hen de vereiste herderlijke zorg te bewijzen. Niemand zal er echter vrede mede hebben, dat de kerk daarom hen aan hun lot zou overlaten.

Dan zijn er degenen die in ziekenhuizen worden verpleegd. Ook in dit geval krijgt men te maken met de concentratie van vaak een groot aantal personen, die niet zonder pastorale hulp mogen worden gelaten. Juist bij de hier bedoelde categorie doet zich de dringende noodzaak gelden, dat zij niet aan hun lot worden overgelaten. Het treffen van bijzondere maatregelen ter zake kan en mag daarom niet uitblijven.

De noodzaak hiertoe is weer om een andere reden aanwezig met betrekking tot doofstommen. Het is niet aan ieder mogelijk, degenen die in dat opzicht gehandicapt zijn, te benaderen. Men moet, om hen werkelijk van dienst te zijn, een bepaalde toerusting hebben ontvangen.

In al deze en dergelijke gevallen is er een taak voor de generale synode, om op passende en efficiënte wijze aan de bedoelde leden der kerk de onmisbare herderlijke zorg te doen toekomen, welke anders in het geheel niet of slechts gebrekkig en ontoereikend zou worden bewezen.

De opsomming loopt uit op de clausule: En anderen, die door de mindere vergaderingen niet of niet genoegzaam bearbeid kunnen worden. Deze clausule houdt een begrenzing in. Voor het geval de kerkeraad en eventueel de classis en de particuliere synode in voldoende mate in de herderlijke zorg aan de leden der kerk kunnen voorzien, behoort de generale synode er niet aan te pas te komen. Zij moet er zich dan buiten houden en zich niet inlaten met wat de mindere vergaderingen als haar taak weten na te komen. Hier is van toepassing hetzelfde beginsel, dat aan heel de inrichting van het kerkelijk bestel ten grondslag ligt. Wat door de mindere kerkelijke vergaderingen kan worden afgedaan, moet door een meerdere vergadering niet ter hand worden genomen. Eerst wanneer de mindere vergaderingen buiten machte zijn een bepaalde taak te behartigen, komt het ogenblik dat de meerdere

|311|

vergadering moet inspringen om hulp te bewijzen.

Dit beginsel heeft en behoudt zijn waarde, ook voorzover de generale synode wel bepaalde werkzaamheden aan zich heeft getrokken. Dit wil zeggen dat de generale synode niet alle arbeid aan zich behoort te trekken. Voorzover het mogelijk blijkt, dat in het bedoelde opzicht de ambtsdragers in de plaatselijke kerken worden betrokken bij het verlenen van de herderlijke zorg, zal daarin door de generale synode niet mogen worden ingegrepen. Zij zal integendeel er op hebben te letten, dat, zo het maar even mogelijk is, de bedoelde taak geheel wordt gelaten in handen van de ambtsdragers der plaatselijke kerk.

In dit licht zullen wij ook verstaan de clausule aan het begin van dit artikel. Er staat dat de synode de bedoelde arbeid zal aanvatten, voor zoveel dat naar haar oordeel nodig is. Op zichzelf zou men die woorden zo kunnen opvatten, dat de beslissing geheel aan haar believen is overgelaten. Maar het spreekt vanzelf, dat het oordeel van de synode niet vrij is en niet los mag worden gezien van heel de structuur van het kerkelijk bestel. Dit oordeel behoort zich te laten beheersen door overwegingen, die ontleend worden aan die bekende en in de kerkorde ook nader omschreven structuur. En zulks houdt duidelijk een beperking in van de door de synode te vervullen taak.

Het zal wel geen nader betoog behoeven, dat de generale synode zelf moeilijk de hier bedoelde taak kan uitvoeren. Zij heeft te dien einde bepaalde organen nodig, door middel waarvan zulks kan gebeuren. Het artikel bepaalt dan ook, dat zij de desbetreffende arbeid zal toevertrouwen aan afzonderlijke deputaten en dienaren des Woords.

Deputaten zijn de gewone organen waarvan een synode zich bedient voor het ten uitvoer brengen van allerlei taken en werkzaamheden. Naast de deputaten worden eveneens dienaren des Woords genoemd. De gebezigde omschrijving is misschien wel wat te lapidair. Want tot de hier bedoelde deputaten kunnen ook en zullen zelfs in belangrijke mate behoren dienaren des Woords. Maar de hier uitdrukkelijk genoemde dienaren des Woords hebben blijkbaar naast en in onderscheiding van de deputaten een eigen functie. Zij zullen veelal onder toezicht staan van deputaten, die aan hun werkzaamheden leiding moeten geven.

Er zijn inderdaad voor de hier bedoelde bijzondere arbeid afzonderlijke predikanten aangesteld, die wel aan een bepaalde plaatselijke kerk zijn verbonden, maar die hun taak vinden in de bearbeiding van de hun toegewezen groep van in bijzondere omstandigheden verkerende leden der kerk, welke groep niet aan één bepaalde gemeente is verbonden. Dergelijke predikanten nemen een taak waar, welke welbeschouwd voor rekening komt van heel de kerkelijke gemeenschap.

Voor de uitvoering van de taak, waarvan hier sprake is, is een vrij uitgebreid apparaat nodig. De bijzonderheden er van behoeven hier geen vermelding. Ik maak er slechts op attent, dat in de bijeenkomsten van de generale synode veel tijd en aandacht moet worden besteed aan de behartiging van dergelijke

|312|

aangelegenheden. In de rapporten van de bedoelde deputaten en dienaren des Woords welke ter synode worden ingediend en behandeld, wordt daarover telkens uitvoerig gesproken.


Nauta, D. (1971)


COMMENTAAR OP
Kerkorde GKN (1971) Art. 88