Artikel 54
Naar de particuliere synode zal elke classis twee dienaren des Woords, twee ouderlingen en een diaken afvaardigen, of indien er niet meer dan vier classes zijn en zulks door die synode bepaald is, drie dienaren des Woords, drie ouderlingen en twee diakenen.
Dit artikel handelt over de samenstelling van de particuliere synode. Op dit punt bestaat er overeenstemming met het bepaalde in de oude kerkorde. In artikel 47 er van luidt de bepaling, dat naar de particuliere synode uit iedere classis twee dienaars en twee ouderlingen (welk getal door een synode, die uit slechts drie of vier classes bestaat, ook op drie kan gesteld worden) afgevaardigd zullen worden. In de herziene kerkorde treffen wij alleen een aanvulling aan, in verband met de omstandigheid dat ook diakenen aan de beraadslagingen en beslissingen van de synode moeten deelnemen. Welke zaken het zijn, waarover diakenen mede hebben te handelen, staat in artikel 45 omschreven. Hier behoef ik slechts er op te wijzen, dat de afgevaardigde diakenen geringer in aantal zijn, dan de afgevaardigde predikanten en ouderlingen. Uit de aard der zaak is dit een min of meer willekeurige kwestie. Op zichzelf zou het aantal van de onderscheiden groepen ambtsdragers ook precies gelijk kunnen zijn. Dat het in werkelijkheid niet op die manier is geregeld, zal wel een uitvloeisel zijn van de omstandigheid dat de zaken met betrekking tot de dienst der barmhartigheid slechts een klein percentage vormen van de zaken, die door de particuliere synode plegen te worden behandeld.
De particuliere synode wordt dus, zoals wij het uitdrukken, op getrapte wijze samengesteld. De kerkeraden hebben in haar geen rechtstreekse vertegenwoordigers, maar alleen door middel van de classicale afgevaardigden. Zij moeten daarbij, gelijk vroeger werd nagegaan, tevens worden gezien als ambtsdragers. Wanneer zij geen ambtsdragers waren, zouden zij niet in aanmerking zijn gekomen om naar de particuliere synode te worden afgevaardigd. Zij moeten evenwel, bij het vervullen van hun taak in de particuliere synode, er zich van bewust zijn, dat zij niet uitsluitend voor de plaatselijke
|209|
kerk welke zij als ambtsdragers mogen dienen, optreden. Zij hebben de belangen van heel de classis, waartoe zij behoren, te behartigen en te bepleiten, zulks in gemeenschap met degenen die van de overige classes de belangen moeten behartigen en bepleiten. Al verder zal men zulks niet moeten verstaan in deze zin, dat elke groep van classicale vertegenwoordigers uitsluitend of bij voorkeur alle zaken zal beoordelen uit het eenzijdig aspect van die bepaalde classis. Het zijn integendeel gemeenschappelijke zaken en gemeenschappelijke belangen, die de aandacht van alle afgevaardigden opeisen. Men zal daarbij in goede christelijke geest het waarachtig belang van heel de kerkelijke samenleving hebben na te streven. Men zal bereid moeten zijn om naar elkander te luisteren en met elkander de opbouw van Christus’ kerk in alle opzichten te bevorderen.
Dienaren des Woords en ouderlingen zijn onder de afgevaardigden gelijkelijk vertegenwoordigd. In vroegere eeuwen heeft in de praktijk aan die gelijkheid vaak heel wat ontbroken. De dienaren des Woords vormden veelal de meerderheid. Maar met dit euvel hebben wij tegenwoordig zo goed als niet meer te kampen. Ook ouderlingen worden door de classes regelmatig afgevaardigd. Ook zij hebben tot plicht regelmatig aanwezig te zijn en aan de werkzaamheden der particuliere synode deel te nemen. Het is een uitnemende zaak, dat ouderlingen op die wijze volledig in het werk zijn betrokken en alle besluiten mede helpen nemen. In dat opzicht onderscheidt de Gereformeerde kerkregering zich gunstig van andere systemen van kerkbestuur. Natuurlijk komt het er op aan, dat dit goede element in de praktijk ook het nodige effect ontvangt. Dit wordt mede bereikt, doordat ouderlingen, die afgevaardigd worden, zorg dragen, zich in de diverse zaken in te werken en hun taak in dat opzicht met nauwgezetheid te vervullen.