|174|
Artikel 43
1. In belangrijke zaken, die niet vallen onder het opzicht over en de tucht in de gemeente, met name in zaken, waarmede het bestaan zelf van de kerk of haar plaats in het kerkverband gemoeid kan zijn, zal de kerkeraad geen besluiten nemen zonder vooraf de gemeente er in gekend en er over gehoord te hebben.
2. Onverminderd het in lid 1 bepaalde zal in kerken, waar wijkkerkeraden zijn ingesteld, in zaken waarmede het bestaan zelf van de kerk of haar plaats in het kerkverband gemoeid kan zijn, de kerkeraad voor algemene zaken geen besluit nemen zonder gunstig advies van alle wijkkerkeraden.
Dit artikel brengt een geheel nieuw element in de kerkorde binnen. In de bepalingen der oude kerkorde vindt men niets van die aard terug. Wel is het volgens haar noodzakelijk, dat diverse beslissingen van de kerkeraad onderworpen worden aan de goedkeuring van de gemeente. Met name is zulks het geval ten aanzien van de verkiezing van ambtsdragers en van de toelating tot de gemeente. Maar wat hier in de herziene kerkorde bepaald wordt, gaat veel verder en is ook van andere aard.
De aanleiding tot het opnemen van een dergelijke nieuwe bepaling moet mede worden gezocht in de ervaringen, die zijn opgedaan gedurende kerkelijke conflicten in deze eeuw. Het is toen voorgekomen, dat door kerkeraden bepaalde ingrijpende besluiten werden genomen zonder er de gemeente er van te voren over te hebben geraadpleegd, besluiten die ingingen tegen de duidelijke overtuiging soms zelfs van de meerderheid der gemeenteleden. Het hielp dan niets dat zij naderhand er tegen in verzet kwamen, omdat zij daarvoor aan de kerkorde geen enkele rechtsgrond konden ontlenen.
Dit artikel bedoelt nu in die onaanvaardbare toestand enigermate te voorzien. Een afdoende oplossing voor de in geding zijnde kwestie schijnt moeilijk te bereiken. De kerkeraad heeft altijd de laatste beslissing in handen. Wanneer hij met meerderheid van stemmen een bepaald besluit neemt, dan kan hij dit doorzetten, ook tegen de wil van de overwegende meerderheid der gemeente in; aan een tegengestelde beslissing van de meerdere vergaderingen, waarop men uit de gemeente zich heeft beroepen, kan hij zich onttrekken door de band met het kerkverband te verbreken.
Hoe het zijn moge, de hier opgenomen nieuwe bepalingen betekenen in elk geval een grote verbetering. Hier wordt aan de rechtmatige invloed der gemeente meer ruimte geboden dan zij onder vigeur van de oude kerkorde ooit heeft bezeten. De kerkeraad wordt verplicht in belangrijke zaken de gemeente te kennen en haar daarover te horen. Van die zaken worden uitgezonderd zaken, Welke vallen onder het opzicht over en de tucht in de
|175|
gemeente. Dit voorbehoud is onvermijdelijk. Want dergelijke zaken dragen een vertrouwelijk karakter en mogen, overeenkomstig het elders in de kerkorde bepaalde, eerst in een gevorderd stadium in de openbaarheid worden gebracht. Eigenlijk zou men, als men geheel correct te werk was gegaan, naar die andere bepalingen hebben moeten verwijzen.
De vraag kan altijd rijzen, wanneer er in werkelijkheid sprake is van belangrijke zaken. Daarom is het goed, dat er een nadere aanwijzing aan is toegevoegd. Deze brengt niet een volledige opsomming van dergelijke in aanmerking komende zaken. Er worden enkel enige saillante voorbeelden genoemd. En het is terecht dat als zodanig dan niet het plan om een nieuw kerkgebouw tot stand te brengen, is gekozen — het zal niet spoedig gebeuren dat een kerkeraad zo iets buiten de gemeente om tracht tot stand te brengen —, maar juist zaken, ten opzichte waarvan het volstrekt noodzakelijk is dat geen misverstand bestaat. Er is sprake van zaken, waarmede het bestaan zelf van de kerk of haar plaats in het kerkverband gemoeid kan zijn. De formulering is blijkbaar met de nodige zorgvuldigheid gekozen. Reeds wanneer het bestaan zelf van de kerk of haar plaats in het kerkverband met zo’n zaak gemoeid kan zijn, rust op de kerkeraad de bedoelde verplichting.
Men kan vragen, of het wel voldoende is dat de kerkeraad in zaken zoals de bedoelde, de gemeente moet kennen en daarover moet horen. Er wordt toch niets bepaald over de manier, waarop de kerkeraad bij dat er in kennen en dat er over horen te werk moet gaan. Hij zou kunnen proberen op een zo formeel mogelijke wijze aan die verplichting te voldoen. Hij kan willen volstaan met het doen van een blote mededeling, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, aan de gemeente en met het vervolgens openen van een gelegenheid om eventuele bezwaren tot zijn kennis te brengen. Maar al mag een dergelijke uitlegging van het bepaalde misschien formeel door de beugel kunnen, in de kerk kan en mag met zo iets nooit genoegen worden genomen, en evenmin naar een dergelijke praktijk gehandeld worden. Bedoeld kan zijn niet anders dan een uitvoerige informatie en een diepgaand overleg. De gemeente moet gelegenheid ontvangen om zich grondig uit te spreken. En de kerkeraad moet volle bereidheid aan de dag leggen om te luisteren naar en rekening te houden met wat door de gemeente hem wordt voorgelegd aan bedenkingen en raadgevingen.
Verder kan het echter niet gaan. Het zou niet juist zijn, te willen verlangen dat de uiteindelijke beslissing geheel in handen van de gemeente wordt gelegd. Een dergelijke zienswijze past niet in het kader van de verhouding van kerkeraad en gemeente, gelijk deze in de huidige kerkorde wordt voorgestaan.
Aan het eerste lid van dit artikel is nog een tweede toegevoegd. Zakelijk brengt dit geen nieuw element naar voren. Het moest evenwel worden opgenomen in verband met de bijzondere situatie van kerken, waar men, op grond van het in artikel 39 bepaalde, naast een kerkeraad voor algemene zaken wijkkerkeraden heeft ingesteld. Dan krijgt men niet alleen
|176|
te maken met de vraag, hoe de desbetreffende gemeente over zaken als de bedoelde oordeelt, maar ook met de vraag, hoe de diverse wijkkerkeraden er tegenover staan. Het staat bij voorbaat niet vast dat het standpunt van de kerkeraad voor algemene zaken door die volledig wordt gedeeld. Er wordt nu hier bepaald, dat geen besluit kan worden genomen zonder gunstig advies van alle wijkkerkeraden. Hier behoeft niet te worden volstaan met het horen van de wijkkerkeraden. Omdat er sprake is van kerkeraden, hebben zij er recht op om mee te spreken bij de oordeelvorming. Mede van hun oordeel wordt de beslissing van de kerkeraad voor algemene zaken afhankelijk gemaakt. Alleen indien het oordeel van alle wijkkerkeraden gunstig blijkt te zijn, kan een besluit voortgang vinden. Het ligt het meest voor de hand dat het betrekken van de gemeente in dit geval geschiedt door middel van de wijkkerkeraden. Het eventueel gunstig advies van deze moet geacht worden mede bepaald te zijn door het bij het raadplegen der diverse wijkgemeenten verkregen resultaat.