Bijlage 36

(bij art. 65 K.O.)

 

Overeenkomst tussen enerzijds de Gereformeerde Kerken in Nederland, vertegenwoordigd door de deputaten voor de pastorale verzorging van doven en slechthorenden, en anderzijds de predikant voor de pastorale verzorging van doven en slechthorenden.

In deze overeenkomst is bedoeld met:
de predikant: de predikant voor de pastorale verzorging van dove en slechthorende gemeenteleden;
deputaten: de deputaten die door de generale synode zijn benoemd voor de pastorale
verzorging van dove en slechthorende gemeenteleden;
de kerk: de kerk die de predikant beroepen heeft;
DSH: dove(n) en slechthorende(n).
Artikel 1
1.1 De predikant verbindt zich voor tenminste 9 jaar tot het DSH-werk, gedurende welke periode de overeenkomst alleen met wederzijds goedvinden kan worden ontbonden;
1.2 de bepaling onder 1.1. geldt niet in het geval dat de predikant naar art. 14 KO moet worden ontslagen, of dat hij naar art. 79 KO moet worden afgezet dan wel dat hij zich aan de kerk onttrekt;
1.3 indien de predikant voortijdig de overeenkomst ontbonden wil zien, zullen deputaten en hij gezamenlijk trachten tot overeenstemming te komen. Indien zij daarin niet slagen zullen zij dit melden aan de kerkeraad, die alsdan zal pogen te bemiddelen. Indien ook de bemiddelingspoging van de kerkeraad niet gelukt zullen zowel de deputaten als de predikant zich mogen beroepen op de classis waartoe de kerk behoort;
1.4.1 indien de predikant tegen het einde van de in 1.1 genoemde periode of na afloop daarvan de overeenkomst ontbonden wil zien, zal hij dit zo mogelijk een half jaar tevoren aan de deputaten meedelen;
1.4.2 indien de predikant op het tijdstip dat hij de overeenkomst ontbonden wil zien, nog geen beroep van een andere kerk heeft ontvangen en ook niet voor emeritering krachtens art. 13 KO in aanmerking komt, kunnen de deputaten in een vertrouwelijk schrijven aan de kerken berichten dat de predikant weer beschikbaar komt voor ander werk als dienaar des Woords;
1.4.3 als de predikant ten tijde van de voorgenomen beëindiging van de overeenkomst nog niet door een andere kerk beroepen is en voortzetting van de overeenkomst niet mogelijk is, zal hij voor maximaal twee jaar aan de kerk verbonden blijven en voor rekening blijven van de kerken gezamenlijk, vertegenwoordigd door de deputaten;
1.4.4 gedurende de in 1.4.3. bedoelde periode zijn deputaten bevoegd met de predikant te overleggen over zijn tijdsbesteding en zijn toekomstplannen;
1.4.5 na afloop van de in 1.4.3. bedoelde periode zal de predikant volgens art. 14 KO van zijn verbintenis aan de kerk en daarmee van zijn verbintenis aan de kerken gemeenschappelijk ontslagen worden.

Artikel 2
2.1 Deputaten stellen jaarlijks, na overleg met de predikant, een traktement alsmede een onkostenvergoeding vast, die zij in twaalf gelijke maandelijkse termijnen uitkeren; desgewenst merken zij 8% van het traktement aan als vakantiegeld; uit te keren in de maand mei;
2.2 deputaten stellen een vergoeding vast voor autokosten, representatiekosten, communicatieapparatuur en het gebruik daarvan en voor overige beroeps- en/of studiekosten.

Artikel 3
3.1. De predikant zal zich metterwoon vestigen in de plaats waar de kerk gevestigd is;
3.2. deputaten zullen desgevraagd zorgen voor een passende huisvesting voor de predikant.

Artikel 4
De predikant zal jaarlijks in overleg met de deputaten zes weken vakantie mogen opnemen alsmede zes vrije zondagen.

Artikel 5
Deputaten beloven de predikant, dat zij hem met raad en daad zullen bijstaan en dat zij ernaar zullen streven zijn werkomstandigheden zó te regelen, dat hij zijn dienst met vreugde kan verrichten.

Artikel 6
De predikant verklaart dat hij naar zijn beste kunnen de hem gegeven instructie zal uitvoeren en dat hij de deputaten aanvaardt als degenen die naar de wijze van de ouderlingen volgens art. 21 KO als taak hebben erop toe te zien dat hij zijn ambt trouw vervult.

deputaten
de predikant

(Ommen 1993, art. 42-7)


Bouma, H. (1983v)


UITVOERINGSBEPALING BIJ
Kerkorde GKv (1978) Art. 65