(bij art. 65 K.O.)
In deze overeenkomst is bedoeld met:
de predikant: de predikant voor de pastorale verzorging van dove
en slechthorende gemeenteleden;
deputaten: de deputaten die door de generale synode zijn benoemd
voor de pastorale
verzorging van dove en slechthorende gemeenteleden;
de kerk: de kerk die de predikant beroepen heeft;
DSH: dove(n) en slechthorende(n).
Artikel 1
1.1 De predikant verbindt zich voor tenminste 9 jaar tot het
DSH-werk, gedurende welke periode de overeenkomst alleen met
wederzijds goedvinden kan worden ontbonden;
1.2 de bepaling onder 1.1. geldt niet in het geval dat de
predikant naar art. 14 KO moet worden ontslagen, of dat hij naar
art. 79 KO moet worden afgezet dan wel dat hij zich aan de kerk
onttrekt;
1.3 indien de predikant voortijdig de overeenkomst ontbonden wil
zien, zullen deputaten en hij gezamenlijk trachten tot
overeenstemming te komen. Indien zij daarin niet slagen zullen
zij dit melden aan de kerkeraad, die alsdan zal pogen te
bemiddelen. Indien ook de bemiddelingspoging van de kerkeraad
niet gelukt zullen zowel de deputaten als de predikant zich mogen
beroepen op de classis waartoe de kerk behoort;
1.4.1 indien de predikant tegen het einde van de in 1.1 genoemde
periode of na afloop daarvan de overeenkomst ontbonden wil zien,
zal hij dit zo mogelijk een half jaar tevoren aan de deputaten
meedelen;
1.4.2 indien de predikant op het tijdstip dat hij de overeenkomst
ontbonden wil zien, nog geen beroep van een andere kerk heeft
ontvangen en ook niet voor emeritering krachtens art. 13 KO in
aanmerking komt, kunnen de deputaten in een vertrouwelijk
schrijven aan de kerken berichten dat de predikant weer
beschikbaar komt voor ander werk als dienaar des Woords;
1.4.3 als de predikant ten tijde van de voorgenomen beëindiging
van de overeenkomst nog niet door een andere kerk beroepen is en
voortzetting van de overeenkomst niet mogelijk is, zal hij voor
maximaal twee jaar aan de kerk verbonden blijven en voor rekening
blijven van de kerken gezamenlijk, vertegenwoordigd door de
deputaten;
1.4.4 gedurende de in 1.4.3. bedoelde periode zijn deputaten
bevoegd met de predikant te overleggen over zijn tijdsbesteding
en zijn toekomstplannen;
1.4.5 na afloop van de in 1.4.3. bedoelde periode zal de
predikant volgens art. 14 KO van zijn verbintenis aan de kerk en
daarmee van zijn verbintenis aan de kerken gemeenschappelijk
ontslagen worden.
Artikel 2
2.1 Deputaten stellen jaarlijks, na overleg met de predikant, een
traktement alsmede een onkostenvergoeding vast, die zij in twaalf
gelijke maandelijkse termijnen uitkeren; desgewenst merken zij 8%
van het traktement aan als vakantiegeld; uit te keren in de maand
mei;
2.2 deputaten stellen een vergoeding vast voor autokosten,
representatiekosten, communicatieapparatuur en het gebruik
daarvan en voor overige beroeps- en/of studiekosten.
Artikel 3
3.1. De predikant zal zich metterwoon vestigen in de plaats waar
de kerk gevestigd is;
3.2. deputaten zullen desgevraagd zorgen voor een passende
huisvesting voor de predikant.
Artikel 4
De predikant zal jaarlijks in overleg met de deputaten zes weken
vakantie mogen opnemen alsmede zes vrije zondagen.
Artikel 5
Deputaten beloven de predikant, dat zij hem met raad en daad
zullen bijstaan en dat zij ernaar zullen streven zijn
werkomstandigheden zó te regelen, dat hij zijn dienst met vreugde
kan verrichten.
Artikel 6
De predikant verklaart dat hij naar zijn beste kunnen de hem
gegeven instructie zal uitvoeren en dat hij de deputaten
aanvaardt als degenen die naar de wijze van de ouderlingen
volgens art. 21 KO als taak hebben erop toe te zien dat hij zijn
ambt trouw vervult.
deputaten
de predikant
(Ommen 1993, art. 42-7)