Artikel 53
Ondertekening van de belijdenis door predikanten en docenten
De predikanten, de hoogleraren en overige docenten aan de
Theologische Hogeschool zullen de drie formulieren van eenheid
van de Gereformeerde Kerken in Nederland ondertekenen, waarbij de
formulieren gebruikt worden die voor de verschillende diensten
zijn vastgesteld. Predikanten die dit weigeren, zullen als gevolg
daarvan onmiddellijk geschorst worden en de classis zal hen niet
ontvangen.
Indien zij na samenspreking over hun gevoelen bij hun weigering
blijven, zullen zij afgezet worden.
Ondertekeningsformulier voor dienaren des Woords
Wij ondergetekenden, dienaren des Woords bij de Gereformeerde
Kerk te …… (c.q. binnen de classis van ……), verklaren hierbij
voor het aangezicht van de Here, oprecht en met een goed geweten
dat wij er hartelijk van overtuigd zijn dat de leer van de drie
formulieren van eenheid - de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de
Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels - in alle delen
geheel met Gods Woord overeenstemt.
Wij beloven daarom dat wij deze leer met toewijding zullen
onderwijzen en trouw verdedigen, zonder dat wij openlijk of
anderszins, al of niet rechtstreeks, iets zullen leren of
publiceren wat daarmee in strijd is. Verder beloven wij dat wij
niet alleen elke dwaling, die in strijd is met deze leer zullen
afwijzen, maar die ook zullen weerleggen, bestrijden en helpen
weren.
Voor het geval wij ooit een bedenking tegen deze leer of een
afwijkende mening zouden krijgen, beloven wij dat wij die niet
openlijk noch anderszins zullen uiteenzetten, leren of
verdedigen, hetzij mondeling of schriftelijk, maar dat wij ons
gevoelen in de kerkelijke weg aan de kerkelijke vergaderingen
voor onderzoek zullen voorleggen.
Wij beloven dat wij daarbij bereid zullen zijn altijd gewillig
aan het oordeel van deze kerkelijke vergaderingen te onderwerpen.
Indien wij in strijd hiermee handelen, zullen wij als gevolg
daarvan terstond geschorst worden.
Voor het geval de kerkenraad, de classis of een synode om
gegronde redenen, ter wille van de bewaring van de eenheid en
zuiverheid in de leer, ooit een nadere verklaring zou eisen van
ons gevoelen omtrent enig deel van deze leer, beloven wij dat wij
daartoe altijd bereid zullen zijn.
Indien wij deze belofte niet nakomen, zullen wij eveneens worden
geschorst, onverminderd het recht van appèl in geval van bezwaar.
Gedurende de tijd van appèl zullen wij ons gedragen naar de
uitspraak van de mindere vergadering.
(Groningen-Zuid 1978, art. 213)
Nadere verklaring van gevoelen, bedoeld in het onder-tekeningsformulier
De synode spreekt als haar oordeel uit, dat het vragen van een nadere verklaring als bedoeld in het formulier voor ondertekening door dienaren van het Woord volstrekt niet zeggen wil, dat daaraan vooraf zou moeten gaan een suspectverklaring van de predikant of dat zulk een suspectverklaring zou opgesloten liggen in de daad zelf, daar het ondertekeningsformulier hiervan met geen woord spreekt, zelfs het woord „verdenking” met opzet weggelaten is en er alleen staat, dat er voor het vragen van zulk een nadere verklaring gegronde redenen moeten zijn, welke redenen evenzeer in de omstandigheden als in de uitlatingen van de predikant kunnen gelegen zijn.
(Assen 1926, art. 163, 19-d)
Terstond geschorst
Het terstond geschorst worden, als waarvan sprake is in het onder-tekeningsformulier, is geen automatisch intredende schorsing.
(Leeuwarden 1920, art. 140)
Formulier voor de ondertekening van de belijdenis door docenten aan de Theologische Universiteit
Zie: Bijlage 14-1
Recht en plicht van gravamen
De synode overweegt, dat het recht van ondertekening van de
formulieren met enig gravamen niet kan worden geschorst en dat in
eventuele concrete gevallen de classis heeft te oordelen.
Zij spreekt wel als haar oordeel uit, dat niet de verkeerde
gewoonte mag insluipen, om enig gravamen tegen enig artikel van
de belijdenis, zo dat aanwezig is, te verzwijgen en stilzwijgend
te doen gelden; zodat, wie zulk een gravamen heeft, het langs
kerkelijke weg in behandeling zal doen komen, opdat een volgende
synode, zo mogelijk ook onder medewerking van de buitenlandse
kerken, daarover beslist.
(Middelburg 1896, art. 41)
Verzoek herziening ondertekeningsformulieren
Besluit:
deze verzoeken in handen te stellen van de nieuw te benoemen
deputaten kerkrecht en kerkorde met minstens de volgende
aanwijzingen:
a. in de herziening van de kerkorde ook de
ondertekeningsformulieren te betrekken;
b. bij de herziening van de ondertekeningsformulieren te streven
naar een meer eigentijdse toonzetting en een bijbelse fundering
van de grond waarop en de doelstelling waarvoor ambtsdragers aan
de leer gebonden dienen te worden;
c. bij de herziening rekening te houden met de eigenlijke
bedoeling van de ondertekeningsformulieren en de wijze waarop de
ondertekening in de praktijk van het kerkelijk leven
functioneert;
d. bij de herziening te streven naar een zo mogelijk betere
formulering van de ondertekeningsformulieren en tegelijk vast te
houden aan de bedoeling van de Generale Synode van Dordrecht
1618-‘19 met het ondertekeningsformulier;
e. in de ondertekeningsformulieren niet de levenswandel van de
ambtsdragers te betrekken;
f. voor de herziening van de ondertekeningsformulieren aandacht
te geven aan de formulieren die worden gebruikt in andere
gereformeerde kerken in binnen- en buitenland;
g. deze herziening zo mogelijk te doen in samenspraak met de
Christelijke Gereformeerde Kerken en de Nederlands Gereformeerde
Kerken;
h. aan de eerstkomende generale synode rapport uit te brengen en
voorstellen te doen.
Gronden:
1. het vaststellen van ondertekeningsformulieren behoort tot de
taken van de generale synode; de nu geldende
ondertekeningsformulieren voor ambtsdragers zijn vastgesteld door
de Generale Synode van Groningen-Zuid 1978, artikel 213, en zijn
als bijlagen toegevoegd aan de kerkorde; nu de deputaten
kerkrecht en kerkorde bezig zijn met de herziening van de
kerkorde, ligt het in de rede dat ook de
ondertekeningsformulieren in de herziening worden betrokken;
2. terecht wordt in de kerken - blijkens de onder Materiaal
genoemde brieven - de toonzetting van de vigerende
ondertekeningsformulieren voor deze tijd als minder adequaat
ervaren;
3. de ondertekeningsformulieren zijn opgesteld als documenten
voor binding aan de leer; door de recent ontstane gewoonte om de
ondertekening publiek in of na de eredienst te doen plaats vinden
kan ten onrechte de indruk worden gewekt dat het liturgische
formulieren zijn;
4. het is in deze tijd niet minder belangrijk dan in de jaren na
de Dordtse Synode om de wacht te betrekken bij de binding van
ambtsdragers aan de leer van de Schriften zoals verwoord in de
gereformeerde belijdenis (cf. Tit. 1: 9);
5. een ondertekeningsformulier is vanouds een document voor
binding aan de leer; beloften inzake de levenswandel worden in de
bevestigingsformulieren verwoord;
6. relaties met andere gereformeerde kerken in binnen- en
buitenland zijn er mede op gericht van elkaar te leren;
7. met het oog op de contacten en samensprekingen met de
Christelijke Gereformeerde Kerken en de Nederlands Gereformeerde
Kerken is het belangrijk te streven naar een zo groot mogelijke
uniformiteit wat betreft de ondertekeningsformulieren.
(Amersfoort 2005, art. 48)