Artikel 32
Afvaardiging naar meerdere vergaderingen
Afgevaardigden naar meerdere vergaderingen zullen hun geloofsbrieven, ondertekend door hun zenders, meebrengen en op grond daarvan stemrecht hebben. Bij zaken die henzelf of hun eigen kerken betreffen, moeten zij echter buiten stemming blijven.
Stipulaties in de geloofsbrieven
De synode heeft kennis genomen van de geloofsbrieven, welke de
afgevaardigden van de verschillende particuliere synoden
ingediend hebben en speciaal van de daarin vervatte
stipulaties.
Zij erkent, dat aan de kerkelijke samenkomstern een zekere
vrijheid moet verblijven haar geloofsbrieven op te stellen in de
door haarzelf gewilde vorm en dat zulks in het bijzonder ook
geldt ten opzichte van de omschrijving van de daarin vervatte
stipulaties, speciaal met betrekking tot de al of niet opname
daarin van de conformiteit aan de kerkorde.
Zij spreekt echter uit:
1. dat een stipulatie, waardoor de particuliere synode haar
afgevaardigden behalve aan de kerkorde ook bindt aan "de verdere
bepalingen der synodale samenkomsten van onze kerken", in verband
met het karakter van de bevoegdheid, welke de generale synode
volgens de kerkorde bezit, minder juist geacht moet worden en het
derhalve beter is, die in de geloofsbrieven van de afgevaardigden
naar de generale synode niet op te nemen; en
2. dat, bijaldien in deze geloofsbrieven de stipulatie
voorkomt van gebondenheid aan de kerkorde, dit niet de bedoeling
mag hebben om het, ook volgens art. 84 K.O. aan de generale
synode toekomende recht om in de kerkorde eventuele wijzigingen
aan te brengen, in twijfel te trekken en evenmin om aan de
kerkorde een ander dan kerkelijk (en dus geen wettisch of
juridisch) karakter toe te kennen.
(Utrecht 1943, art. 282)
Ontwerp voor geloofsbrieven van een classis voor een particuliere synode en van een particuliere synode voor een generale
Zie: Bijlage 24-1
Wettigheid van de afvaardiging
Er is geen enkele reden, dat personen, die tevoren in een of andere zaak, welke op de meerdere vergaderingen gebracht wordt, een mindere vergadering van advies gediend hebben, in deze meerdere vergadering geen zitting zouden nemen.
(Assen 1926, art. 13)
Recht van mede-oordelen
In geval van appèl op een meerdere vergadering tegen een uitspraak van een mindere vergadering kan aan de afgevaardigden van die mindere vergadering het recht om mede te oordelen niet worden ontnomen, behoudens de toepassing van art. 32 K.O.: „Afgevaardigden naar meerdere vergaderingen zullen.... stemrecht hebben. Bij zaken die henzelf of hun eigen kerken betreffen, moeten zij echter buiten stemming blijven”.
(Leeuwarden 1920, art. 21)
Buiten stemming blijven van synodeleden, die tevens deputaat waren
De synode voldoet niet aan een verzoek, synodeleden, die tevens
lid waren van een synodaal deputaatschap, mee te laten stemmen in
zaken die het toekomstig beleid van hun deputaatschap
betreffen.
Gronden:
1. Besluitsdelen, die handelen over te voeren beleid, worden
in veel gevallen mee bepaald door het oordeel van de synode over
gevoerd beleid. Bij stemmingen gaat het er juist om dat leden,
die in de zaak die aan de orde is hun beleidsinbreng hebben
gehad, in de stemming niet eventueel de doorslag zullen
geven.
2. In gevallen waarin de zakelijke verwevenheid geheel
afwezig zou blijken, zal de synode altijd incidenteel een besluit
kunnen nemen over het al dan niet buiten stemming blijven van
leden, die in het hierboven bedoelde geval verkeren.
(Heemse 1984/5, art. 115)