(bij art. 25 K.O.)
a. De penningmeester is jegens het college van
deputaten-curatoren verantwoording schuldig voor het beheer van
de geldmiddelen van de GMO.
b. Hij is belast met de tijdige inning van de bijdragen van de
zendende kerken en van de vereniging De Verre Naasten en alle
andere aan de GMO toekomende gelden, voorzover van toepassing
overeenkomstig de door het college vastgestelde bedragen.
c. Hij is belast met het doen van betalingen, met inachtneming
van de door het college vastgestelde regels en in overeenstemming
van de daartoe vastgestelde bedragen.
d. Hij houdt nauwkeurig boek van alle ontvangsten en uitgaven.
Hij draagt er zorg voor, dat telkens vóór 1 maart de jaarrekening
over het vorige boekjaar, dat gelijk is aan het kalenderjaar, aan
het college wordt aangeboden. Hij is gehouden de hiervoor door
het college gegeven regels in ach te nemen.
e. Hij stelt jaarlijks vóór 1 november een concept-begroting op
voor het komende jaar, welke ter vaststelling aan het college
wordt aangeboden.
f. Hij draagt er zorg voor, dat de overtollige geldmiddelen
verantwoord, rentegevend worden belegd.
g. Hij draagt zorg voor tijdige en correcte afwikkeling van de
financiële zaken met betrekking tot de studiecongressen.
h. Hij is te allen tijde verplicht aan het college, c.q. aan hen
die daartoe door het college worden aangewezen, inzage te
verlenen in de boeken en bescheiden en hun alle gewenste
informatie te verschaffen.
(Spakenburg-Noord 1987, art. 84)