Bijlage 31

(bij art. 25 K.O.)

 

Instructie voor de studiebegeleider van de Gereformeerde Missiologische Opleiding van de gereformeerde kerken in Nederland

1. De studiebegeleider is jegens het college van deputaten-curatoren verantwoordelijk voor een goede studiegang van de studenten aan de GMO:
a. hij zal na aanmelding van een student ervoor zorgen dat een coördinatiegesprek wordt gehouden, waarbij als regel aanwezig zullen zijn de student, een vertegenwoordiger van de zendende instantie, de studiebegeleider, de docent algemene theologische vakken, de docent bijzondere theologische vakken en een vertegenwoordiger van de docenten niet-theologische vakken, en dat in dit gesprek de studiegang en de pensa van de betrokken student worden vastgesteld;
b. hij zal de nodige regelingen treffen voor lessen, colleges en werkcongressen;
c. hij zal contacten onderhouden met de docenten;
d. hij zal regelmatig contact onderhouden met de studenten, toezicht houden op de studiegang en de afwerking van de opgedragen pensa, de tentamina, en het eventuele examen.
2. De studiebegeleider fungeert als voorzitter van de studie-adviescommissie.
3. De studiebegeleider kan na instemming van het college een deel van zijn taken delegeren, maar blijft de algehele verantwoordelijkheid dragen.
4. De studiebegeleider zal op elke gewone vergadering van het college over zijn werk rapporteren.

(Heemse, 1985/5, art. 75-5; bijlage 3 bij bijlage A5;
Spakenburg-Noord 1987, art. 84)


Bouma, H. (1983v)


UITVOERINGSBEPALING BIJ
Kerkorde GKv (1978) Art. 25