(bij art. 25 K.O.)
Artikel 1
College
1. De door de generale synode benoemde deputaten-curatoren vormen
samen het college van deputaten-curatoren, hierna te noemen het
college.
2. Aan het college is de naleving van het reglement opgedragen.
Artikel 2
Terugtreding of schorsing als curator
1. Wanneer een curator of een secundus niet meer voldoet aan de
voorwaarde dat hij lid in volle rechten is van een van de
gereformeerde kerken in Nederland, is hij verplicht terug te
treden als curator respectievelijk als secundus. Hij geeft
daarvan onverwijld schriftelijk kennis aan de voorzitter; als het
de voorzitter zelf betreft aan de secretaris.
2. Wanneer het college van oordeel is dat een curator of secundus
zich gedraagt in strijd met de norm van Schrift en belijdenis of
in de vervulling van zijn taak als curator of secundus
schromelijk tekort schiet, zal het college hem schorsen. Het
moderamen draagt er zorg voor dat binnen een maand nadien een
vergadering wordt gehouden, waartoe alle curatoren en hun secundi
tijdig worden uitgenodigd. Deze vergadering beslist of de
schorsing wordt ingetrokken of verlengd dan wel gevolgd door
ontslag. Een beslissing wordt slechts genomen indien de
geschorste curator of secundus tijdig in de gelegenheid is
gesteld, zich ter vergadering van curatoren en hun secundi te
doen horen.
3. De curator die als zodanig is teruggetreden dan wel is
geschorst of ontslagen, zal indien het college daarom verzoekt,
binnen een week alle bescheiden die hij als curator
respectievelijk als secundus onder zijn berusting heeft, ter
beschikking van het college stellen.
Artikel 3
Het college en de studiebegeleider
1 Het college benoemt de studiebegeleider met inachtneming van de
door de generale synode van Arnhem 1981 (acta, art. 107, I-A-3)
gestelde voorwaarden: hij moet theoloog zijn, met kennis van
zendingszaken en beschikken over organisatorische
kwaliteiten.
2 a. Het college ziet erop toe, dat de studiebegeleider zich
gedraagt overeenkomstig zijn ondertekeningsformulier en zich
houdt aan zijn instructie.
b. Het college is bevoegd de studiebegeleider te schorsen en te
ontslaan. Ingeval van schorsing roept het binnen een maand een
vergadering van curatoren en hun secundi bijeen, waarin beslist
wordt of de schorsing wordt ingetrokken of verlengd dan wel
gevolgd wordt door ontslag. Een beslissing wordt slechts genomen
indien de geschorste studiebegeleider tijdig in de gelegenheid is
gesteld, zich ter vergadering van curatoren en hun secundi te
doen horen.
3 Het college nodigt de studiebegeleider uit zijn vergaderingen
geheel of voor een gedeelte bij te wonen.
Artikel 4
Het college en de docent algemene theologische
vakken
1. Het college benoemt en docent algemene theologische
vakken.
2. a. Het college ziet erop toe, dat de docent algemene
theologische vakken zich gedraagt overeenkomstig zijn
ondertekeningsformulier en zich houdt aan zijn instructie.
b. Het college is bevoegd de docent algemene theologische vakken
te schorsen en te ontslaan. In geval van schorsing roept het
binnen een maand een vergadering van curatoren en hun secundi
bijeen, waarin beslist wordt of de schorsing wordt ingetrokken of
verlengd dan wel gevolgd wordt door ontslag. Een beslissing wordt
slechts genomen indien de geschorste docent tijdig in de
gelegenheid is gesteld zich ter vergadering van curatoren en hun
secundi te doen horen.
Artikel 5
Het college en de overige docenten
1. Het college benoemt docenten bijzondere theologische vakken en
docenten algemene en bijzondere niet-theologische vakken.
2. a. Het college stelt de taakomschrijving voor deze docenten
vast en ziet erop toe dat zij hun taak op behoorlijke wijze
vervullen.
b. Het college is bevoegd deze docenten te ontslaan. Ingeval van
ongevraagd ontslag zal de betrokken docent zich binnen een maand
kunnen beroepen op een vergadering van curatoren en hun secundi
die binnen een maand nadat de secretaris het beroepsschrift
ontvangen heeft zal worden gehouden. In deze vergadering zal
worden beslist of het ontslag al of niet zal worden gehandhaafd.
De beslissing wordt slechts genomen indien de betrokken ontslagen
docent tijdig in de gelegenheid is gesteld zich ter vergadering
van curatoren en hun secundi te doen horen.
Artikel 6
Financiën
1. Het college stelt elk jaar uiterlijk in de maand november een
begroting vast die betrekking heeft op de onderscheiden uitgaven
en onkosten van het jaar daarna.
2. Het college stelt over elk jaar per 31 december een balans en
een staat van baten en lasten op, alsmede een toelichting op deze
stukken. Al deze stukken worden binnen vier maanden na afloop van
het kalenderjaar door het college vastgesteld nadat het rapport
van de in lid 3 genoemde controle is uitgebracht.
3. Het college draagt zorg voor de controle van de jaarstukken
met inachtneming van de aanwijzingen van de generale synode.
4. De penningmeester is belast met het beheer van de geldmiddelen
en het voeren van de financiële administratie van de GMO volgens
een afzonderlijke instructie.
Artikel 7
Overige taken en bevoegdheden
1. Het college benoemt en ontslaat de secretaris van de
studie-adviescommissie.
2. Het college doet regelmatig de studiecongressen bezoeken door
een curator die daarover schriftelijk rapporteert.
3. Het college belegt elk jaar een bijzondere vergadering waartoe
alle docenten worden uitgenodigd.
4. Het college belegt elk jaar ten behoeve van een ruimere kring
van belangstellenden een themadag voor de behandeling van een
actueel missiologisch onderwerp.
5. Het college draagt de verantwoordelijkheid voor de
instandhouding van de bibliotheek van de GMO.
Artikel 8
Vergaderingen
1. Het college vergadert tenminste vier keer per jaar.
2. De voorzitter en de secretaris zijn samen bevoegd een
vergadering uit te schrijven. Wanneer drie curatoren dat
verzoeken, dienen zij een vergadering te doen plaatsvinden binnen
een maand nadat het verzoek door de secretaris werd
ontvangen.
3. De notulen van elke vergadering worden, zo mogelijk, in de
eerstvolgende vergadering vastgesteld en door de voorzitter en de
secretaris ondertekend.
Artikel 9
Bevoegdheid bezwaarde curator
Als een curator zich zodanig bezwaard voelt door het beleid of
een beslissing van het college, dat hij van oordeel is zich te
moeten wenden tot een vergadering van curatoren en hun secundi,
zullen de voorzitter en de secretaris op zijn verzoek binnen een
maand een zodanige vergadering uitschrijven, onverminderd de
bevoegdheid van de betrokken curator zich te wenden tot de
eerstvolgende generale synode.
(Heemse 1984/5, art. 75-7;
Spakenburg-Noord 1987, art. 84)