(bij art. 5 K.O.)
Artikel 1
De beroeping van een kandidaat, die het ambt van predikant nog
niet heeft bekleed, zal geschieden door de kerkeraad en de
diakenen (hierna te noemen: de kerkeraad), met medewerking van de
gemeente, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 van de
geldende kerkorde en in overeenstemming met hetgeen in deze
regeling is vastgesteld.
Artikel 2
Wanneer de kerkeraad het beroepingswerk ter hand neemt, maakt hij
zijn voornemen hiertoe aan de gemeene bekend, met vermelding van
de naam van de beoogde kandidaat (kandidaten).
Bij de afkondiging van de kansel zal deze aangelegenheid in het
gebed van de gemeente aan de Here worden opgedragen.
Artikel 3
De kerkeraad zoekt zoveel mogelijk betrouwbare informaties over
de betrokkene(n) in te winnen, bv. bij leden van de kerkeraad in
de gemeente waar hij (zij) lid is (zijn). Indien de betrokkene(n)
niet tevoren in de gemeente heeft (hebben) gepreekt, zal de
kerkeraad een bandopname laten maken van een door een
kerkeraads-deputatie beluisterd preekvoorstel.
Artikel 4
a. Indien de kerkeraad besluit een of meer kandidaten aan de
gemeente voor te dragen, roept hij haar samen op een door hem
vastgestelde tijd en plaats.
b. In deze vergadering wordt eventueel de bandopname van het (de)
beluisterde preekvoorstel(len) ten gehore gebracht en rapporteert
de kerkeraad vervolgens over de ingewonnen informaties.
c. Hierna geeft de praeses een en ander in bespreking.
Na beëindiging van de bespreking volgt een schriftelijke stemming
door de stemgerechtigde aanwezige manslidmaten. Staande de
vergadering worden de stemmen geteld.
d. In geval van stemming over een enkelvoudige voordracht, zal de
kerkeraad de betrokkene niet beroepen, indien niet ten minste 75%
van de aanwezige stemgerechtigde manslidmaten zich daar vóór
heeft verklaard.
Bij verkiezing uit een meervoudige voordracht zal de kerkeraad
het beroep uitbrengen op die kandidaat die meer dan de helft van
de geldige stemmen op zich heeft verenigd.
Artikel 5
a. Blanco stemmen, stembriefjes waarop een andere naam is
geschreven dan die van de voordracht, en stembriefjes waarop
opmerkingen of aantekeningen zijn bijgeschreven, zijn van
onwaarde en worden als niet uitgebracht aangemerkt.
b. Bij staking van stemmne uit een meervoudige voordracht wordt
de oudste in leeftijd verkozen geacht.
Is er geen verschil in leeftijd, dan zal, na aanroeping van de
naam van de Here, de kerkeraad een beslissing zoeken door het
lot.
Artikel 6
Formele bezwaren tegen de manier waarop de stemming werd gehouden
moeten vóór het einde van de vergadering worden ingebracht, omdat
zij daarna niet mer in overweging zullen kunnen worden
genomen.
De kerkeraad zal in een eerstvolgende vergadering de ingebrachte
bezwaren bespreken en zijn besluit dienaangaande aan de gemeente
bekent maken
Artikel 7
Van de vergadering met de gemeente worden notulen gemaakt. Zij
worden op de gebruikelijke wijze vastgesteld en bij de notulen
van de kerkeraad gevoegd.
Artikel 8
De kerkeraad zal aanstonds na afloop van de in de artikelen 5-7
bedoelde vergadering met de gemeente overgaan tot het uitbrengen
van het beroep en hiervan kennisgeven aan de betrokkene en aan de
gemeente.
De beroepsbrief zal, na behoorlijke ondertekening, zo spoedig
mogelijk aan de betrokkene worden ter hand gesteld door een
deputatie van de kerkeraad.
Artikel 9
Nadat de beroepen kandidaat het beroep heeft aanvaard en nadat
hij met gunstig resultaat peremptoir zal zijn geëxamineerd door
de classis, wordt zijn naam en de datum van zijn voorgenomen
bevestiging op twee achtereenvolgende zondagen aan de gemeente
bekendgemaakt, om te vernemen of iemand iets tegen zijn
bevestiging heeft in te brengen.
Als niemand binnen een aangekondigde termijn een gegrond bezwaar
tegen zijn leer of leven heeft ingebracht, zal de bevestiging
plaats vinden op de voorgenomen tijd, waarna op dezelfde datum de
bevestigde predikant zijn intrede in de gemeente zal doen.
Artikel 10
Afwijking van deze regeling of van een of ander onderdeel van
haar is slechts geoorloofd, nadat tenminste een week tevoren
hiervan kennis is gegeven aan de gemeente, met vermelding van de
redenen.
1.1.91 Bijlage 1A-1