Artikel LXXXIV
Van de stoffelijke
aangelegenheden aan de kerken gemeen.
De kerken, die in de classes, particuliere synoden en generale
synode samenkomen, vormen te zamen even zoovele
vermogensrechtelijke eenheden ten aanzien van de stoffelijke
aangelegenheden, die haar onderscheidenlijk in classicaal,
particulier-synodaal en generaal-synodaal verband gemeen
zijn.
Deze eenheden worden in en buiten rechte vertegenwoordigd zoowel
door de respectieve classicale, particulier-synodale en de
generaal-synodale vergaderingen, als door deputaten, die door
deze vergaderingen worden benoemd, geïnstrueerd en ontslagen en
in al hun handelingen door hun instructie zijn gebonden.
Artikel 84.
Vermogensrechtelijke aangelegenheden
De kerken worden voor het burgerlijk recht ten aanzien van
vermogensrechtelijke aangelegenheden, die haar in classicaal,
particulier-synodaal of generaal-synodaal verband gemeen zijn,
vertegenwoordigd door de respectieve classicale,
particulier-synodale of generaal-synodale vergaderingen, dan wel
door deputaten, die door deze vergaderingen worden benoemd,
geïnstrueerd en ontslagen en in al hun handelingen door hun
instructie zijn gebonden.
Toelichting:
1. Art. 84 (oud) is vanwege het gebruik van de woorden
'vermogensrechtelijke eenheden' gewijzigd, om te voorkomen dat er
associaties ontstaan die vreemd zijn aan het gereformeerd
kerkrecht, met name ten aanzien van het kerkverband.
2. Uiteraard kunnen op een gegeven moment niet twee
instanties
tegelijk handelingsbevoegd zijn: de meerdere vergadering en de
deputaten. In de instructie van de deputaten zal een bepaling
dienen te worden opgenomen om dit te voorkomen.
KRA wijst er op, dat depp. de kerken niet geïnformeerd hebben, of
de door hen voorgedragen wijziging in art. 84 geen moeite zal
opleveren bij een eventuele juridische procedure. Zodanige
informatie van deskundige zijde moet verkregen worden, eer tot
wijziging kan worden besloten.
Uw comm. kan zich niet voorstellen, dat depp. zich niet deskundig
hebben laten voorlichten, alvorens met dit voorstel te komen.
Zelf heeft de comm. van deskundige zijde vernomen, dat gevaar
voor juridische moeiten niet aanwezig is.
KR Barendrecht stelt inzake de stoffelijke aangelegenheden een
extra artikel voor. Nl betr. de stoffelijke goederen van de
plaatselijke kerk. Deze KR verwijst naar een desbetreffend
artikel in HKO, en geeft ook eigen argumentatie. Voor bredere
argumentatie verwijst hij naar een artikel van mr. J. Huijssen in
De Reformatie dd 8 maart 1975. Deze broeder schrijft:
"De gemeente wordt dus vertegenwoordigd door de kerkeraad. De
kerkeraad in het 'bestuur' van de gemeente en is belast met het
beheer, onder meer ook van de goederen van de kerk. Dat betekent
dat in voorkomende gevallen dan ook de gehele kerkeraad moet
optreden, wanneer de gemeenteraad bijv. bij vermogensrechtelijke
rechtshandelingen optreedt. Zo bij het sluiten van geldleningen
met vestiging van een recht van hypotheek. Bij koopakten gaat het
iets gemakkelijker, daar dan gebruik kan worden gemaakt van een
onderhandse volmacht.
Bij verlening van een recht van hypotheek moet men of zelf
optreden, dan wel iemand daartoe last geven, doch dit laatste kan
slechts met een notariële volmacht. Dat betekent dat dan ook de
gehele voltallige kerkeraad aanwezig moet zijn. In kleine
kerkeraden is dat soms al een probleem, toch zeker wanneer zoiets
niet in de avonduren kan plaats vinden, voor grote kerkeraden is
dat praktisch onmogelijk. Juristen kunnen nog wel eens
vindingrijk zijn. Zij geven dan de oplossing door de kerkeraad
een besluit te laten nemen, waarbij twee personen worden
aangewezen om die kerkeraad naar buiten te vertegenwoordigen. Die
twee personen zullen meestal de praeses en de scriba zijn, maar
men kan net zo goed anderen aanwijzen. Er zijn geldschieters, die
hiermee wel genoegen nemen, er zijn er echter ook, die dit niet
voldoende achten en persé de gehele kerkeraad aanwezig willen
zien".
Het voorstel tot regeling luidt aldus:
1. De kerkeraad heeft het bestuur over de stoffelijke goederen
van de kerk en zal de nodige voorzieningen treffen voor een
zorgvuldig beheer daarvan.
2. De kerkeraad kan deze taak toevertrouwen aan een commissie van
administratie of beheer, die aan hem verantwoording schuldig
is.
3. Ten aanzien van dit bestuur wordt de kerk in en buiten rechte
vertegenwoordigd door de praeses en de scriba van de kerkeraad,
zulks slechts ter uitvoering van door de kerkeraad genomen
besluiten.
4. De kerk kan ook vertegenwoordigd worden door de in lid 2
bedoelde commissie dan wel door één of meer personen uit of
buiten de kerkeraad, daartoe bij het uit te voeren besluit
aangewezen".
Mr. Huijssen besluit met een toelichting, aldus: "Met zo'n
artikel wordt niets nieuws ingevoerd. Er wordt alleen duidelijk
vastgelegd hoe die vertegenwoordiging kan plaatsvinden.
Daarmee worden ook procedures voorkomen over de vraag, of het
voldoende is dat een vordering slechts is gesteld tegen de
'voorzitter en de secretaris' van de raad, zoals het geval is in
een procedure dat geleid heeft tot het vonnis van de rechtbank te
Groningen van 8 februari 1952 (N. J. 1952, no. 770)".
Uw comm. is van oordeel dat dit voorstel zeer bruikbaar is.
Geldschieters (banken bijv.) hoeven geen genoegen te nemen met
een vertegenwoordiging van de kerkeraad door twee personen, die
per kerkeraadsbesluit is vastgesteld. Eén lid van de comm.
verkeert in de omstandigheid, dat hij uit recente ervaring kan
spreken. Voor het verkrijgen van een hypothecaire lening moest de
kerkeraad voltallig in aanwezigheid van de notaris een notariële
volmacht tekenen, waarbij elk kerkeraadslid persoonlijk de
legende moest opschrijven: goed voor x-duizend gulden met rente.
Een extra moeilijkheid voelde een broeder, die krachtens een
zakencontract strikt genomen een dergelijke "persoonlijke"
verplichting niet op zich mocht nemen. De betrokken notaris
verklaarde, dat het toch zo moest "omdat uw kerk in haar statuten
hiervoor geen regeling heeft".
Uw comm. wil dan ook aanbevelen, dat "statuten", in casu de KO,
met bovengeciteerde bepalingen aan te vullen, hetgeen de kerken
in voorkomende gevallen veel last kan besparen. Het artikel zal
dan geplaatst moeten worden vóór het huidige art. 84.
Artikel 55.
De kerken worden voor het burgerlijk recht ten aanzien van
vermogensrechtelijke aangelegenheden, die haar in classicaal,
particulier-synodaal of generaal-synodaal verband gemeen zijn,
vertegenwoordigd door de respectieve classicale,
particulier-synodale of generaal-synodale vergaderingen, dan wel
door deputaten, die door deze vergaderingen worden benoemd,
geïnstrueerd en ontslagen en in al hun handelingen door hun
instructie zijn gebonden.
De synode stelt dit artikel direct na eerste lezing vast. Zij gaat uit van de tekst van de commissie.
84. De kerken worden voor het burgerlijk recht ten aanzien van vermogensrechtelijke aangelegenheden, die haar in classicaal, particulier-synodaal of generaal-synodaal verband gemeen zijn, vertegenwoordigd door de respectieve classicale, particulier-synodale of generaal-synodale vergaderingen, dan wel door deputaten, die door deze vergaderingen worden benoemd, geïnstrueerd en ontslagen en in al hun handelingen door hun instructie zijn gebonden.
Dit rapport behandelt het betreffende artikel niet.
84. Artikel 84 (acta)
T. Voorstel:
De kerken worden voor het burgerlijk recht ten aanzien van vermogensrechtelijke aangelegenheden, die zij in classicaal, particulier-synodaal of generaal-synodaal verband gemeenschappelijk hebben, vertegenwoordigd door de respectieve classicale, particulier-synodale of generaal-synodale vergaderingen, óf door deputaten die door deze vergaderingen worden benoemd, geïnstrueerd en ontslagen en in al hun handelingen aan hun instructie gebonden zijn.
Art. 52.
Terecht werd, naar het oordeel van uw commissie het oude art. 84
op deze plaats overgebracht.
Een kerkeraad vraagt of dit artikel gelijke zekerheid biedt als
het oude art. 84. Bij navraag door uw commissie bij depp. is
gebleken dat juridisch advies is ingewonnen en dat de gestelde
vraag bevestigend kan worden beantwoord.
Zie artikel 50.
Artikel 52
Vertegenwoordiging van de kerken in
vermogensrechtelijke aangelegenheden
De kerken worden voor het burgerlijk recht ten aanzien van
vermogensrechtelijke aangelegenheden, die zij in classicaal,
particulier-synodaal of generaal-synodaal rechtelijke verband
gemeenschappelijk hebben, vertegenwoordigd door de respectieve
classicale, particulier-synodale of generaal-synodale
vergaderingen, óf door deputaten die door deze vergaderingen
worden benoemd, geïnstrueerd en ontslagen en in al hun
handelingen aan hun instructie gebonden zijn.