Artikel XLIX.
Iedere synode zal ook eenigen deputeeren, om alles wat de synode geordonneerd heeft, te verrichten en in voorvallende zwarigheden aan de classes de hand te bieden, waarbij voor de onderscheidene belangen zooveel mogelijk afzonderlijke groepen van deputaten te benoemen zijn, en om, althans ten getale van twee of drie, over alle peremptoire examens der aankomende predikanten te staan. En alle deze deputaten zullen van alle hunne handelingen goede notitie houden, om de synode rapport te doen, en zoo het geëischt wordt, redenen te geven. Ook zullen zij niet ontslagen wezen van hunnen dienst, voor en aleer de synode zelve hen daarvan ontslaat.
Artikel 48. Deputaten van de particuliere synode
1. Iedere synode zal ook enigen deputeren, om alles wat de synode
geordonneerd heeft, te verrichten en in voorvallende zwarigheden
aan de classes de hand te bieden, waarbij voor de onderscheidene
belangen zoveel mogelijk afzonderlijke groepen van deputaten te
benoemen zijn, en om, althans ten getale van twee of drie, over
alle peremptoire examens der aankomende predikanten te staan.
2. Al deze deputaten zullen van al hun handelingen goede notitie
houden, om de synode rapport te doen en, zo het geëist wordt,
redenen te geven.
3. Zij zullen niet ontslagen wezen van hun dienst, voor en aleer
de synode zelve hen daarvan ontslaat.
Toelichting:
1. Dit is art. 49 (oud).
2. Art. 48 (oud) is weggelaten, omdat de oorspronkelijke
doelstelling (in geval van uitblijven van een generale synode)
thans weinig aanspreekt.
Daar het hier gaat over particuliere synoden menen FH dat het
artikel moet beginnen met: "Iedere particuliere synode…".
KRH stuit in lid 2 op "de synode" en amendeert: "de eerstvolgende
synode".
Voor lid 3 stelt KRH een geheel nieuwe bepaling voor: "Het zal
elke synode vrij staan dezelfde of andere deputaten te
benoemen".
Cn heeft een voorstel over de innerlijke orde van lid 1.
Deputaten voor voorvallende zwarigheden én voor de peremptoire
examens zijn in de praktijk dezelfden. Door de tekstwijzigingen
van gs Utrecht 1905 zijn deze functies van elkaar gescheiden: er
tussen staan nu de afzonderlijke groepen voor de onderscheiden
belangen. Cn stelt voor, de plooien glad te strijken, aldus:
"Iedere synode zal enige deputeren, om alles wat de synode
geordonneerd heeft, te verrichten, waarbij voor de onderscheiden
belangen zoveel mogelijk afzonderlijke groepen van deputaten te
benoemen zijn; verder zal zij ook deputaten benoemen, die aan de
classes de hand zullen bieden in voorvallende zwarigheden
en die, althans ten getale van twee of drie, over alle
peremptoire examens zullen staan".
Nog één wijziging wordt voorgesteld door FH. Bij examina,
emeritering e.dgl. worden de deputaten ad art. 49 (oud)
ingeschakeld. FH zijn van mening, dat er met het oog op eventuele
moeiten minstens drie moeten zijn, en niet twee of drie. "Drie
vormen een college". De CGKO heeft hier: "althans ten getale van
drie".
Laatstgenoemde wijziging adviseert uw comm. niet, om praktische
redenen: altijd drie mensen inschakelen, omdat er wel een enkele
keer moeiten kunnen voorkomen is niet praktisch; in kleine
ressorten is het niet doenlijk.
Ter voorkoming van het misverstand, dat deputaten aan dezelfde
synode die hen benoemde, moeten rapporteren, wil uw comm. de
suggestie van KRH overnemen, in deze vorm: "de volgende
synode".
Lid 2 schijnt een voortdurende continuering van deputaten als het
normale geval te onderstellen. Daartegenover zou het voorstel van
KRH zijn zin hebben. Jansen geeft echter als betekenis, dat
deputaten aan hun last gebonden blijven, totdat de volgende
synode hun ervan ontheft, zodat zij zichzelf niet mogen ontslaan
of tussentijds bedanken. Zo verklaard heeft deze bepaling weinig
zin meer. Ze is ook niet fraai in de terminologie "de synode
zelve". Uw comm. neemt het voorstel van KRH niet over, omdat de
bedoelde vrijheid reeds in lid 1 ligt opgesloten. Gezien de
bepaling van lid 2 is dit derde lid in feite geheel overbodig. De
comm. stelt voor het te laten vervallen.
Het 'nieuwe begin' van FH moet volgens de comm. juist niet worden
aangebracht. Dit artikel gaat oorspronkelijk over particuliere
synoden, maar sinds de generale synoden onbelemmerd gehouden
worden, is het tevens op het benoemen van gs-deputaten toegepast.
Uw comm. acht het onnodig, het thans tot de ps te beperken (en
evt. een aparte, vrijwel gelijkluidende bepaling voor de gs te
maken). Zij stelt voor, art. 48 om te wisselen met art. 49 in het
voorstel van depp., en het als volgt te redigeren, in de lijn van
Cn:
1. Iedere synode zal enigen deputeren om alles wat de synode
geordonneerd heeft te verrichten, waarbij voor de onderscheiden
belangen zoveel mogelijk afzonderlijke groepen van deputaten te
benoemen zijn; de particuliere synode zal bovendien deputaten
benoemen, die aan de classes de helpende hand zullen bieden in
voorvallende zwarigheden en die, althans ten getale van twee of
drie, over alle peremptoire examens van de aankomende predikanten
zullen staan.
2. Al deze deputaten zullen van al hun handelingen goede notitie
houden, om de volgende synode rapport te doen en, zo het geëist
wordt, redenen te geven.
Tenslotte moet een pleidooi vermeld worden voor het oude art. 48,
over de correspondentie tussen genabuurde particuliere synoden.
FH antwoorden op de toelichting van depp. dat we hier geen enkele
zekerheid hebben. Ook wij kunnen weer te doen krijgen met
overheden, die de kerkelijke vrijheden gaan beknotten, zodat evt.
geen generale synoden kunnen worden gehouden. Laat art. 48 (oud)
dus in moderne redactie blijven.
Uw comm. meent dat in dit betoog de zin van art. 48 (oud) niet
helemaal juist gezien wordt. Tijdens de groeiperiode van de
kerken naar een geregeld landelijk samenleven, waarbij de
overheden herhaaldelijk het samenkomen van generale synoden
tegenhielden, had het zin om in elk geval heen te werken naar
correspondentie tussen de particuliere synoden, een zeker minimum
t.o.v. de gewenste generale samenleving. Dordrecht 1618/19,
eenmaal als nationale synode bijeengekomen, schreef deze
correspondentie niet voor, maar liet haar in de vrijheid van de
ressorten, onder het toeziend oog van de overheid.
Wanneer nu een overheid de vrijheid van de huidige kerken zou
beknotten, dan is niet in te zien wat voor zin het zou hebben,
dat er en intern-kerkelijke bepaling was, volgens welke de
particuliere synoden correspondentie met elkaar mogen oefenen.
Kerken in deze nood, die het beste gekend hebben, zullen zeker
naar het bereikbare streven, en een aparte toestemming daarvoor
hoeven zij niet te hebben. Uw comm. steunt dit pleidooi van FH
dan ook niet
Artikel 53.
1. Iedere synode zal () enigen deputeren om alles wat de synode
geordonneerd heeft te verrichten, waarbij voor de onderscheiden
belangen zoveel mogelijk afzonderlijke groepen van deputaten te
benoemen zijn; de particuliere synode zal bovendien deputaten
benoemen, die dan aan de classes in voorvallende zwarigheden de
hand zullen bieden en die, althans ten getale van twee of drie,
over alle peremptoire examens van de aankomende predikanten
zullen staan.
2. Al deze deputaten zullen van al hun handelingen goede notitie
houden, om de volgende synode rapport te doen en, zo het geëist
wordt, redenen te geven. ()
De synode stelt dit artikel direct na eerste lezing vast. Zij gaat uit van de tekst van de commissie.
49. 1. Iedere synode zal enigen deputeren om alles wat de synode
geordonneerd heeft te verrichten,
waarbij voor de onderscheiden belangen zoveel mogelijk
afzonderlijke groepen van deputaten te benoemen zijn; de
particuliere synode zal bovendien deputaten benoemen om aan de
classes in voorvallende zwarigheden de hand te bieden en
om, althans ten getale van twee of drie, over alle peremptoire
examens van de aankomende predikanten te staan.
3. Al deze deputaten zullen van al hun handelingen goede notitie
houden, om de volgende synode rapport te doen en, zo het geëist
wordt, redenen te geven.
Dit rapport behandelt het betreffende artikel niet.
51. Artikel 49 (acta)
TM. 1. In de aanhef kozen depp. voor meerdere vergadering
in plaats van synode, omdat ook de classes hun deputaten
hebben.
2. De weergave van zwarigheden moest duidelijk maken wat daarmee
bedoeld wordt: zaken van groot gewicht of moeilijkheden of beide.
Het woordenboek van Verdam geeft voor swaerheit zowel 'zwaarte'
als 'moeilijkheid'.
Jansen (p. 219) noemt als concrete gevallen: losmaking van
predikanten naar art. 11, emeritering naar art. 13, toelating van
Hervormde predikanten, van predikanten die met de kerken braken
en weer terugkeren, van Chr. Gereformeerde predikanten 'en verder
alle zwarigheden, die zich telkens kunnen voordoen'. De zaken die
hij met name noemt zijn grotendeels in de K.O. of in generale
bepalingen aangewezen voor goedkeuring of medewerking van
deputaten. Het zijn zaken van gewicht, maar niet noodzakelijker
wijze moeilijkheden. Als we nu zeggen: alle belangrijke zaken,
dan is het neven-effect dat de deputaten een haast
continu-begeleidende taak krijgen t.a.v. de classes. Maar
als er komt te staan: bij alle voorkomende moeilijkheden, dan
valt bijv. de emeritering er niet meer onder. Ook kan het een
strijdpunt worden of de classis bij elke moeilijkheid hulp van
deputaten ad art. 49 moet inroepen (of aanvaarden), dan wel of ze
haar moeilijkheden eerst zelf mag proberen op te lossen.
Jansen zegt van de oude bepaling: 'De bedoeling was, dat de
deputaten zich niet ongevraagd, maar alleen op verzoek der
classen, in de geschillen mengen'. De voorgestelde formulering
wil de onderscheiden mogelijkheden bewaren en misverstand
voorkomen.
Voorstel:
Elke meerdere vergadering zal voor de uitvoering van haar
opdrachten deputaten benoemen. Zoveel mogelijk zullen
onderscheiden zaken afzonderlijke groepen deputaten aangesteld
worden.
De particuliere synode zal bovendien deputaten benoemen die de
classes moeten bijstaan in alle gevallen waarbij de kerkorde dit
voorschrijft, en - op verzoek van de classes - bij bijzondere
moeilijkheden. Ook zullen zij, of enkele van hen, toezicht houden
op het peremptoir examen van de aanstaande predikanten.
De deputaten zullen nauwkeurig aantekening houden van hun
verrichtingen: ze moeten rapport uitbrengen aan de volgende
vergadering en zich, als dit gevraagd wordt, verantwoorden.
Art. 49.
In het door depp. thans aangeboden artikel treffen wij een niet
onbelangrijke uitbreiding aan: i.p.v. iedere synode enz. (oud,
t/m Kampen 1975) lezen we nu: Elke meerdere vergadering …. De
uitdrukking in het concept van depp. - "….in alle gevallen
waarbij de kerkorde dit voorschrijft", is een toevoeging, die
alleen maar is toe te juichen. Zie de artt. 5, 14, 15 en 79.
Wat de eerstgenoemde uitbreiding betreft: uw commissie gaat met
deze uitbreiding accoord. Slechts merkt zij op dat het in de
slotzin van het voorgestelde artikelbepaalde niet opgaat in het
geval van door een classis benoemde deputaten.
Uw commissie stelt voor de woorden "aan de volgende vergadering"
in het concept te laten vervallen.
Tenslotte schrijft een kerkeraad het nodig te vinden in dit
artikel op te nemen een bepaling over het ONTSLAG der deputaten.
Uw commissie is van mening dat deze vanzelfsprekende zaak niet
met zoveel woorden behoeft te worden uitgesproken in een
gereformeerde K.O. Als de opdracht is uitgevoerd en rapport is
uitgebracht, dan volgt decharge. In het door Kampen 1975
voorlopig vastgestelde artikel werd de bepaling over het ontslag
trouwens reeds weggelaten.
Art. 49 wordt aanvaard, nadat de laatste zin gewijzigd is naar het voorstel van commissie II.
Artikel 49
Deputaten van meerdere vergaderingen
Elke meerdere vergadering zal voor de uitvoering van haar
opdrachten deputaten benoemen. Zoveel mogelijk zullen voor
onderscheiden zaken afzonderlijke groepen deputaten aangesteld
worden. De particuliere synode zal bovendien deputaten benoemen
die de classes moeten bijstaan in alle gevallen waarbij de
kerkorde dit voorschrijft, en - op verzoek van de classes - bij
bijzondere moeilijkheden. Ook zullen zij, of enkele van hen,
toezicht houden op het peremptoir examen van de aanstaande
predikanten.De deputaten zullen nauwkeurig aantekening houden van
hun werkzaamheden en daarvan rapport uitbrengen. Zij zullen
zich, als dit gevraagd wordt, verantwoorden.