De kerken worden voor het burgerlijk recht ten aanzien van vermogensrechtelijke aangelegenheden, die zij in classicaal, particulier-synodaal of generaal-synodaal verband gemeenschappelijk hebben, vertegenwoordigd door de respectieve classicale, particulier-synodale of generaal-synodale vergaderingen, òf door deputaten die door deze vergaderingen worden benoemd, geïnstrueerd en ontslagen en die in al hun handelingen aan hun instructie gebonden zijn.