Artikel 31

 

Kerkenordening 1905/1933

Artikel XXXI.
Zoo iemand zich beklaagt door de uitspraak der mindere vergadering verongelijkt te zijn, dezelve zal zich op eene meerdere kerkelijke vergadering beroepen mogen; en ’t gene door de meeste stemmen goedgevonden is, zal voor vast en bondig gehouden worden. Tenzij dat het bewezen worde te strijden tegen het woord Gods, of tegen de Artikelen in deze generale synode besloten, zoo lang als dezelve door geene andere generale synode veranderd zijn.

 

Deputatenrapport 1974

Artikel 31.
Beroep op meerdere vergaderingen
Zo iemand zich beklaagt door de uitspraak der mindere vergadering verongelijkt te zijn, dezelve zal zich op een meerdere kerkelijke vergadering beroepen mogen; en ’t gene door de meeste stemmen goedgevonden is, zal voor vast en bondig gehouden worden. Tenzij dat het bewezen worde te strijden tegen het Woord Gods, of tegen de artikelen in deze kerkorde.

De synode besluit in de beslissingen over gevallen, waarin van het recht van appèl kennelijk misbruik is gemaakt, niet met een eenvoudige afwijzing van het ingesteld appèl te volstaan, doch daaraan voortaan steeds toe te voegen een ernstige vermaning en bestraffing vanwege dat misbruik”. (Sneek, 1939)

Toelichting:
1. Slechts het slot is anders geformuleerd. Breedvoerige bespreking van suggesties om winst uit de discussies rondom dit artikel te verwerken leidde tot de conclusie dat het het beste is de tekst onveranderd te laten.
2. Er is geen onderscheid gemaakt tussen twee leden, evenmin is dit artikel gesplitst in twee artikelen, één met betrekking tot het recht van beroep en één ten aanzien van de besluitvorming van kerkelijke vergaderingen.
3. Er is ook niets nader bepaald betreffende hantering van het recht van beroep, ook al is er duidelijk reden om te streven naar een verandering, waardoor het agendum van met name een generale synode minder belast wordt. In verband met dit laatste is opgenomen de bepaling van de synode van Sneek, 1939.
4. Ook is afgezien van een regeling van het zoeken van revisie.
5. De conclusie was, dat elke poging tot nadere regeling vragen opriep, die tot nog bredere omschrijving zouden nopen.

 

Commissierapport 1975

Zie voor bespreking artikel 30.

Artikel 31.
Zo iemand zich beklaagt door de uitspraak der mindere vergadering verongelijkt te zijn, dezelve zal zich op een meerdere kerkelijke vergadering beroepen mogen; en ’t gene door de meeste stemmen goedgevonden is, zal voor vast en bondig gehouden worden. Tenzij dat het bewezen worde te strijden tegen het Woord Gods, of tegen de artikelen in deze kerkorde.

 

Synodebehandeling 1975

De synode stelt dit artikel direct na eerste lezing vast. Zij gaat uit van de tekst van de commissie.

31. Zo iemand zich beklaagt door de uitspraak der mindere vergadering verongelijkt te zijn, dezelve zal zich op een meerdere kerkelijke vergadering beroepen mogen; en ’t gene door de meeste stemmen goedgevonden is, zal voor vast en bondig gehouden worden. Tenzij dat het bewezen worde te strijden tegen het Woord Gods, of tegen de artikelen in deze kerkorde.

 

Deputatenrapport 1976

Dit rapport behandelt het betreffende artikel niet.

 

Deputatenrapport 1977

33.Artikel 31 (acta)
T.
1. De bekende uitdrukking ‘vast en bondig’ is een synoniemenpaar, zoals er in het middelnederlands en zeventiende-eeuws vele voorkomen, waarin beide termen hetzelfde betekenen. Deze dubbeltermen behoren bij taalkundige vernieuwing door één woord vervangen te worden In het Middelnederlands Handwoordenboek (Verdam) vinden we als hier in aanmerking komen de betekenissen, voor ‘vast’” bindend, van kracht; voor ‘bondich’: bindend, geldig in rechte. Depp. kozen voor de term ‘bindend’.
2. Er stond dat de appellant zich van de mindere op een meerdere vergadering mag beroepen. Depp. menen dat de bedoeling zuiverder wordt weergegeven door verwisseling van de lidwoorden.
3. ‘Zich beklagen’ heeft al iets in zich van het volgende ‘zich beroepen’, vgl. Verdam die als 3e betekenis vermeldt: ’hem beklagen van een vonnis’: ‘in beroep gaan, appelleren’. Andere betekenissen zijn, dat iemand zich in het algemeen over iets beklaagt, of dat hij ‘weeklaagt over zichzelf’. Depp. menen dat ‘van oordeel zijn’ hier een betere term is.

Voorstel
Als iemand van oordeel is dat hem door een uitspraak van een mindere vergadering onrecht is aangedaan, kan hij zich beroepen op de meerdere vergadering.
De uitspraak die bij meerderheid van stemmen gedaan is, zal als bindend worden aanvaard, tenzij bewezen wordt dat zij in strijd is met het Woord van God of met de kerkorde.

 

Commissierapport 1978

Art.31.
Uw commissie is blij met de korte verklarende opmerkingen van dep. in “bruin”, pag.42, T.1-3.
“zal als bindend worden aanvaard”; in deze formulering klinkt duidelijk door dat besluiten van kerkelijke vergaderingen rechtskrachtige besluiten zijn.
De door depp. aangebrachte wisseling van het lidwoord (“de mindere vergadering …. een meerdere vergadering” wordt “een …. de ..”) acht uw commissie terecht. Vergelijk met de tekst van “oud” en van Kampen. Een commissie van één van de kerkeraden vraagt nog of het wenselijk is in de K.O. een regeling op te nemen over de vraag wat het ‘ratificeren’ van besluiten van kerkelijke vergaderingen betekent. Uw commissie volstaat met de verwijzing naar de tekst, zoals depp, die hebben voorgesteld.

 

Synodebehandeling 1978

Dit artikel wordt conform het concept van deputaten aanvaard.

 

Kerkorde 1978

Artikel 31.
Beroep op een meerdere vergadering
Als iemand van oordeel is dat hem door een uitspraak van een mindere vergadering onrecht is aangedaan, kan hij zich beroepen op de meerdere vergadering.
De uitspraak die bij meerderheid van stemmen gedaan is, zal als bindend worden aanvaard, tenzij bewezen wordt dat zij in strijd is met het Woord van God of met de kerkorde.