Artikel LXXXI
De dienaren des Woords, ouderlingen en diakenen zullen onder elkander de christelijke censuur oefenen, en malkander van de bediening huns ambts vriendelijk vermanen.
Artikel 81.
Onveranderd.
Onderlinge censuur van ambtsdragers
Cn wenst achter "oefening" de invoeging: "zowel over de leer als
over de wandel". Deze woorden stonden in het artikel van 1578 en
1581. In 1586 vielen ze weg, en toegevoegd werd: "van de
bediening van hun ambt". Motief was niet, dat over leer en wandel
van de ambtsdragers niet gesproken diende te worden, maar dat er
voor hen nog iets meer was om op te letten. Tegenwoordig vergeet
men vaak, dat leer en wandel óók vallen onder deze "christelijke
censuur" (vlg. ook Jansen, p. 351). Zover Cn.
FH menen: "Wanneer ds H. Bouma, de interne chr. censuur van de
ambtsdragers, artikelen in Dienst, jg 8, no 4 vv (augustus 1970)
gelijk heeft (onzes inziens wel), dan zal er toch een duidelijke
formulering moeten komen om de werkelijke betekenis voor ieder
helder te maken".
Uw comm. heeft de bewuste artikelen in Dienst derhalve opgezocht
en bekeken. Ds B. voert daarin het pleit voor een inhoudrijke
naleving van art. 81. Niet slechts bij de nadering van het
avondmaal, maar in elke kerkeraadsvergadering behoort deze
censuur (althans telkens voor een deel) aan de orde te komen. Het
gaat dan in deze onderlinge censuur geheel om de ambtsbediening.
Ds B. vat het "vermanen" niet zozeer op als waarschuwen en
terechtwijzen met het oog op iets dat verkeerd is, maar veeleer
als "ernstig op het hart binden". "De interne christelijke
censuur moet niet slechts aan de orde komen, als er bij deze of
gene ambtsdrager iets 'mis' is. Zij bedoelt ook niet slechts, de
gelegenheid te bieden aan een medebroeder, de vinger te leggen
bij een of andere misstand". Deze censuur naar art. 81 K.O., die
regelmatig moet worden gehouden, bedoelt telkens ál de
ambtsdragers "de bediening van hun ambt vriendelijk op het hart
te binden".
Voor de zakelijke vulling van deze censuur grijpt ds B. dan naar
de bevestigingsformulieren, waarin de ambtsopdrachten uitvoerig
vermeld staan. Elk onderdeel van de dienst van de predikanten,
ouderlingen en diakenen, moet dan in de loop van de tijd ter
sprake komen.
Uw comm. stemt tegenover Cn (en terzijde ook tgo Jansen) toe, dat
de censuur naar art. 81 toegespitst moet worden op de
ambtsbediening. In art. 81 twee zaken van gelijke orde te zien,
zoals Cn doet ('leer en leven' naast ambtsbediening), acht de
comm. in het licht van de historie en van de overige tuchtregels
niet juist. De "Handleiding by die Kerkorde van die Gereformeerde
Kerk in Suid-Afrika" van ds L.S. Kruger e.a. zegt hier: "Die
Sinode van 's Gravenhage 1586 hersien die artikel en stel in die
plek van die toesig oor mekaar se lewe en wandel die redaksie vas
soos dit tans nog lees, naamlik "mekaar oor die bediening van
hulle amp vrindelik vermaan". Hierdeur is die klem geplaas op die
ampswerk as sodanig. Dit is iets spesiaal gereformeerds" (p.
483). "In hierdie artikel gaan dit niet oor tugwaardige sondes
nie. Daarvoor bestaan artikel 79 en 80" (p. 485).
De tweede zin van art. 81 moet volgens uw comm. opgevat worden
als nadere explicatie van de eerste.
Hiermee heeft uw comm. zich echter nog niet aan de zijde van
FH-ds B. geschaard. Wat zij voorstaan, het opscherpen en op het
hart binden terzake van de ambtsdienst, kan zeker een element
zijn. Maar datgene wat zij vrijwel uitsluiten, nl. het
waarschuwen en terechtwijzen in geval van misstand hoort er wel
degelijk bij en moet naar het oordeel van de comm. zelfs de
eerste plaats ontvangen. Een groot aantal van de vragen en
punten, die ds B. illustrerend opsomt, tendeert ook in die
richting. T.a.v. de dienaar des Woords bijv.: "Studeert hij op
z'n preken? Is hij daartoe ook in staat? Heeft hij er voldoende
tijd voor? Heeft hij er ook het nodige materiaal voor? Hoe staat
het met z'n bibliotheek?" "Is de prediking overeenkomstig het
geheel van Gods Woord, én: is zij in overeenstemming met de
belijdenis van de kerk?" "Zo moet de prediking van dadelijk en
ogenblikkelijk nut zijn, afgestemd op de omstandigheden van de
gemeente." "De catechese mag niet ontaarden in een in het hoofd
prenten van een grotere of kleinere hoeveelheid 'waarheden'."
"Hún bidden (nl. van de psalmisten, comm.), dat geïnspireerd is,
dient de prediker zich zó eigen te maken, dat hij, daardoor
geïllumineerd, een schriftuurlijk voorbidder wordt."
Uw comm. meent dat de KO geen voortdurende discussie of
gedachtenwisseling in onderwijzende zin, over alle onderdelen van
de ambtsdienst in volgorde, moet voorschrijven. Een ouderling,
die de predikant in het algemeen iets wil zeggen bijv. over het
gebed in de eredienst, moet dat maar liever in een persoonlijk
gesprek doen. Iets anders is het, wanneer een bepaald element,
bijv. de voorbede voor de overheden, voortdurend gemist wordt.
Voorgeschreven besprekingen over de prediking, de catechese, en
trouwens ook het huisbezoek en de arbeid van diakenen, kunnen tot
een bron van grote ellende worden.
Het gaat er in dit artikel om, dat aanwezige of dreigende
misstanden in de ambtsuitoefening worden verbeterd of voorkomen.
De artikelen van ds B. kunnen de kerkeraden uitstekend dienen, om
te bepalen aan wat voor zaken bij de onderlinge censuur aandacht
kan worden geschonken. Maar ze geven geen grond om art. 81 te
wijzigen (waarvoor ze ook niet geschreven zijn).
Uw comm. komt tot de slotsom dat het voorstel van depp. te
handhaven is.
Artikel 81.
De dienaren des Woords, ouderlingen en diakenen zullen onder
elkander de christelijke censuur oefenen, en malkander van de
bediening huns ambts vriendelijk vermanen.
De synode stelt dit artikel direct na eerste lezing vast. Zij gaat uit van de tekst van de commissie.
81. De dienaren des Woords, ouderlingen en diakenen zullen
onder elkander de christelijke censuur
oefenen en malkander van de bediening huns ambts vriendelijk
vermanen.
Dit rapport behandelt het betreffende artikel niet.
81. Artikel 81 (acta)
T. Voorstel:
De predikanten, ouderlingen en diakenen zullen onderling
christelijke censuur oefenen en elkaar inzake de bediening van
hun ambt aansporen en vriendelijk terechtwijzen.
Art. 81. Een goede "Vertaling" van Kampen 1975; geen reacties uit de kerken.
Zie artikel 80.
Artikel 81
Onderling toezicht van de ambtsdragers
De predikanten, ouderlingen en diakenen zullen onderling
christelijke censuur oefenen en elkaar inzake de bediening van
hun ambt aansporen en vriendelijk terechtwijzen.