Artikel X.
Een dienaar, eens wettelijk
beroepen zijnde, mag de gemeente, aan welke hij verbonden is,
niet verlaten, om elders eene beroeping op te volgen, zonder
bewilliging des kerkeraads met de diakenen, en met voorweten van
de classis, gelijk ook geene andere kerk hem zal mogen ontvangen,
eer hij wettelijke getuigenis zijns afscheids van de kerk en
classis, waar hij gediend heeft, vertoond hebbe.
Artikel 10. Onveranderd.
Beroep naar een andere kerk
Art. 10
Depp. laten dit artikel onveranderd. Daartegen zijn geen
bezwaren, behoudens het feit dat in het ontwerp Cn dit artikel
samengenomen is met art. 5 (oud).
Artikel 10. Een dienaar, eens wettelijk beroepen zijnde, mag de
gemeente, aan welke hij verbonden is, niet verlaten, om elders
een beroeping op te volgen, zonder bewilliging des kerkeraads ()
en met voorweten van de classis, gelijk ook geen andere kerk hem
zal mogen ontvangen, eer hij wettelijke getuigenis zijns
afscheids van de kerk en classis, waar hij gediend heeft,
vertoond hebbe.
De synode stelt dit artikel direct na eerste lezing vast. Zij gaat uit van de tekst van de commissie
10. Een dienaar, eens wettelijk beroepen zijnde, mag de gemeente, aan welke hij verbonden is, niet verlaten, om elders een beroeping op te volgen, zonder bewilliging des kerkeraads en der diakenen en met voorweten van de classis, gelijk ook geen andere kerk hem zal mogen ontvangen, eer hij wettelijke getuigenis zijns afscheids van de kerk en classis, waar hij gediend heeft, vertoond hebbe.
Dit rapport behandelt het betreffende artikel niet.
11. Artikel 10(acta)
T. 1. Ogenschijnlijk heeft onderstaand voorstel niet alleen
taalkundige, maar ook materiële consequenties. De tussenzin
'zonder bewilliging des kerkeraads en der diakenen en met
voorweten van de classis' wordt daar niet meer gevonden.
Dr. H. Bouwman schreef over de redactie van Dordrecht:
‘De woorden: "om elders een beroep aan te nemen", zoals in de
Dordtsche redactie staat, zouden tot een verkeerde voorstelling
aanleiding kunnen geven. Doch deze woorden betekenen niet, zooals
wij tegenwoordig zeggen: 'een roeping aannemen', om dan later na
admissie van kerkeraad en classis in een andere kerk het ambt te
aanvaarden, maar zij duiden aan: “de gemeente verlaten om elders
den dienst op te nemen". (Geref. Kerkrecht 1. p. 445).
Het gaat in dit artikel over het daadwerkelijk vertrek naar een
andere kerk. Nadat de predikant op grond van zijn eigen
overwegingen het beroep heeft aangenomen (zoals ook wij het
zeggen), maakt hij dit aan de kerkeraad en de diakenen
bekend. Dán heeft hij namelijk hun bewilliging (onder voorkennis
van de classis) nodig, om ook metterdaad de gemeente te
verlaten.
Deze bewilliging krijgt concrete vorm in de 'getuigenissen zijns
afscheids'. Vandaar dat geen andere kerk hem mag ontvangen,
voordat hij deze bewijsstukken heeft overgelegd.
Depp. menen dat dit in hun voorstel adequaat is weergegeven.
2. ‘Eens wettelijk beroepen zijnde' is overtollig in het licht
van art. 3. 4 en 5. Zonder wettige roeping is het niet mogelijk
predikant te zijn en een volgend beroep te ontvangen.
3. ‘Hem ontvangen' wil zeggen: hem als eigen predikant
aanvaarden.
4. Het 'getuigenis zijns afscheids' wordt tegenwoordig ‘akte van
ontslag’ genoemd.
Voorstel:
Wanneer een predikant een beroep naar een andere kerk heeft
aangenomen, mag deze hem niet als eigen predikant aanvaarden
voordat hij wettige akten van ontslag heeft overgelegd van de
kerk en de classis waar hij gediend heeft.
Art7. De verplaatsing van het oude artikel 10 naar hier acht uw
commissie een logische zaak. Vanuit de kerken wordt door een
enkele gevraagd of de nieuw geconcipiëerde tekst niet in de hand
zal werken dat de kerkeraad in het onderhavige geval voor een
voldongen feit wordt geplaatst.
Onder verwijzing naar hetgeen van Prof. H. Bouwman wordt
geciteerd in "bruin", pag. 21, vergelijk ook Joh. Jansen, Korte
Verklaring der Kerkenordening, 1923, pag. 46, gaat uw commissie
accoord met wat depp. op genoemde pag. schrijven: Het gaat in dit
artikel over het daadwerkelijk vertrek naar een andere kerk.
Nadat de predikant op grond van zijn eigen overwegingen het
beroep heeft aangenomen, (zoals ook wij het zeggen), maakt hij
dit aan de kerkeraad en de diakenen bekend. Dán heeft hij
namelijk hun bewilliging (onder voorkennis van de classis) nodig,
om ook metterdaad de gemeente te verlaten ……….”
Dat een dienaar des Woords die zich met zijn ja-woord voor God en
Zijn heilige gemeente, aan deze gemeente verbonden heeft
(bev.form), overleg zoekt met kerkeraad en diakenen wanneer hij
een beroep overweegt, lijkt uw commissie een zaak die in een
gereformeerde KO. niet uitdrukkelijk hoeft te worden
gestipuleerd.
De beroepen predikant neemt overigens de beslissing, ‘coram Deo’.
Uit de bijlage:
7. een kerkeraad meent hier een taalkundige correctie te moeten
aanbrengen; er zou sprake zijn van wisseling van het subject; uw
commissie is van mening dat het artikel goed is geredigeerd; het
gaat om het gebruik van het woordje 'deze' in dit artikel.
De behandeling van dit artikel is niet vermeld in het actaverslag.
Artikel 7
Akten van ontslag bij aanneming van beroep
Wanneer een predikant een
beroep naar een andere kerk heeft aangenomen, mag deze hem niet
als eigen predikant aanvaarden voordat hij wettige akten van
ontslag heeft overgelegd van de kerk en de classis waar hij
gediend heeft.