Het in 1978 aangenomen artikel 65 gaat niet op een artikel uit deze kerkenordening terug.
Artikel 55.
Samenkomsten tot de eredienst.
De gemeente zal op de dag des Heren tweemaal samenkomen inde
eredienst. De kerkeraden zullen erop toezien, dat in de
morgendienst de wet des Heren wordt gelezen en in de tweede
dienst de apostolische geloofsbelijdenis.
Toelichting:
1. Dit is een nieuw artikel. Het eerste lid biedt een generale
bepaling als fundering van wat in volgende artikelen wordt
geregeld ten aanzien van de eredienst. Het tweede lid laat
evenals b.v. art. 69 uitkomen dat ook de liturgie kerkordelijk
geregeld dient te worden.
2. De mogelijkheid van samenkomen op werkdagen is niet
uitdrukkelijk genoemd.
CIA vraagt, minder strak te formuleren, aldus: “De
kerkeraden zullen er op toezien, dat in de samenkomsten op de dag
des Heren een vaste plaats wordt ingeruimd, zowel voor de wet des
Heren als voor de apostolische geloofsbelijdenis”. Dit vooral om
ruimte te krijgen voor het zingen van de geloofsbelijdenis. (vgl.
voorstel van deputaten voor de orden van dienst).
KR Rotterdam-C heeft bezwaar tegen de bindende volgorde van wet
en belijdenis: daarin kan vrijheid gelaten worden. Verder is deze
KR er niet voor, dat het apostolicum verplicht gesteld wordt; met
andere inzenders wijst hij op de belijdenis van Nicea.
KRH vraagt, waarom uit de hele liturgie alleen wet en belijdenis
worden genoemd. Hij acht het onjuist, dat de
geloofsbelijdenis “gelezen” zal worden: de gemeente belijdt. Hij
vraagt ook, of het waar is wat de toelichting (punt 1) zegt, dat
de liturgie kerkordelijk geregeld moet worden. Liturgieën kunnen
beter aanbevolen worden, zoals de g.s. Middelburg 1933 deed.
Uw comm. is met dit nieuwe artikel niet onverdeeld gelukkig.
Depp. stellen, dat het eerste lid als generale bepaling funderend
is voor wat er verder bepaald wordt over de eredienst. En
inderdaad, zonder eredienst geen Kerstdag enz., geen
catechismusprediking, geen doop enz. maar het is de vraag, of de
geboden fundering juist is. Volgens art. 1 zou in dit hoofdstuk
gehandeld worden over opzicht der leer, sacramenten en
ceremoniën. Lijkdiensten, bededagen, feestdagen,
catechismuspreek,, kerkzang en huwelijksbevestiging werden in de
KO gerangschikt onder de ceremoniën. Depp. rangschikken de
eredienst, de feestdagen en de catechismusprediking mede onder
het opschrift: DE LEER. De comm. wil reeds nu uitspreken dat de
oude rangschikking, behoudens de catechismusprediking, haar
juister voorkomt. Verschillende inzenders willen de artikelen
53-55 (oud) verplaatsen naar andere hoofdstukken, om hier een
hoofdstuk over te houden dat als opschrift kan dragen: De
eredienst (CIA) , of: Eredienst, sacramenten en ceremoniën (KRH),
of: De dienst des Woords en der sacramenten Cn).
Uw comm. meent dat niet heen gelezen moet worden over het woord
“opzicht” in art. 1, alsof er stond: om de goede orde in de
gemeente van Christus te onderhouden zijn daarin nodig:…de leer,
sacramenten en ceremoniën, Neen. Wat nodig is om de goede orde te
onderhouden is het opzicht t.a.v. al deze zaken. Vandaar dat
bepaald wordt, hoe de leer (en daarmee de prediking) zuiver
gehouden zal worden, hoe het moet met de bediening van de
sacramenten, wat er in de kerken gezongen zal worden, enz.
Afspraak is, dat de kerken daarop zullen toezien.
Uw comm. stelt hier de mogelijkheid om in art. 1 na
“vergaderingen” aldus te formuleren: “opzicht (of toezicht)
inzake de leer, de dienst des Woords en der sacramenten en de
kerkelijke gebruiken”. In hoofdstuk III kan dan eerst over de
leer gesproken worden als voorheen, vervolgens onder “dienst des
Woords en der sacramenten” over de regelmaat van de eredienst, de
catechismusprediking, de sacramentsbediening en de kerkzang, en
tenslotte onder een nieuw kopje over de gebruiken: geen
lijkdiensten, wel bededagen en feestdagen, en de
huwelijksbevestiging.
Art. 55 behoort dan echter niet de opkomst van de gemeente te
regelen, maar de taak van de kerkeraden. Of voorts in de
morgendienst de dekaloog zal worden gelezen, dan wel bij
gelegenheid ‘s middags, en of de 12 artikelen kunnen worden
gezongen of afgewisseld met het Nicenum, hoeft niet in de KO
geregeld te worden. Terecht heeft KRH erop gewezen, dat voor deze
zaken verwezen kan worden naar de orden van dienst.
Uw comm. stelt voor dit artikel, in het kader van het kerkelijk
accoord, aldus te redigeren:
INZAKE DE DIENST DES WOORDS EN DER SACRAMENTEN
Artikel 59
1. De kerkeraden zullen op de dag des Heren de gemeente tweemaal
samenroepen tot de eredienst,
2. Zij zullen erop toezien, dat geen andere orden van dienst
worden gebruikt, dan die door de generale synoden zijn
goedgekeurd.
De Synode aanvaardt de versie van de commissie.
1. De kerkeraden zullen op de dag des Heren de gemeente tweemaal
samenroepen tot de eredienst.
2. Zij zullen erop toezien, dat geen andere orden van dienst
worden gebruikt, dan die door de generale synode zijn
goedgekeurd.
Dit rapport behandelt het betreffende artikel niet.
64. Artikel over de eredienst (acta)
a. Bezwaar tegen de term goedgekeurd in het tweede lid. De g.s.
Kampen ging in art. 449 (acta) niet verder dan “een aanbeveling
te geven voor het alternatief gebruik van enige concept-orden van
dienst”. Dan kunnen in art. 403 (voorlopige redactie van de
kerkorde) deze orden van dienst niet verplicht gesteld
worden.
b. Suggestie, als volgt te eindigen: “dan die door een generale
synode voor gebruik in de kerken zijn vrijgegeven”. Dit komt
overeen met de formulering in het Gereformeerd Kerkboek p.
452/3.
Een in plaats van de synode, omdat er door twee synoden gehandeld
is: Middelburg 1933 en Kampen 1975
M.Depp. achten de term goedgekeurd heel goed bruikbaar. Alvorens
een synode concept-orden van dienst vrijgeeft of aanbeveelt,
heeft zij ze goedgekeurd.
Het is een misverstand als zou dit artikel de door de g.s. Kampen
goedgekeurde alternatieve orden van dienst verplicht stellen met
uitsluiting van andere. De inzenders van beide reacties schijnen
ervan uit te gaan, dat met “de generale synode” de g.s. Kampen
bedoeld wordt. In veel synodebesluiten is dat inderdaad het
geval, maar in de tekst van de kerkorde wordt
daarmee niet een of andere bepáálde synode bedoeld, doch de
meeste vergadering van de kerken als zodanig, vgl. art. 50 en 87
(slot).
Voorstel:
De kerkeraad zal de gemeente op de dag des Heren tweemaal samenroepen voor de eredienst. Hierin mogen alleen orden van dienst worden gevolgd die door de generale synode zijn goedgekeurd.
Art. 65. Het nu aangeboden concept stemt overeen met de
betreffende, ongenummerde artt. Van Kampen 1975.
En kerkeraad meent dat hier teveel wordt geregeld. De g.s. van
Middelburg gaf slechts een “aanbeveling”. De vraag wordt gesteld
hoe moet het in b.v. voor gehandicapten aangepaste diensten? In
de eerste plaats merkt uw cie op dat in de hier vermelde
“bezwaren” niet wordt ingegaan op hetgeen depp. reeds weerlegd
schreven in “bruin”, pag. 72.M.
In de tweede plaats: het is een goede zaak ervoor te waken dat
“wildgroei” en “geëxperimenteer” in de eredienst wordt voorkomen.
Tenslotte. Er staat in de vigerende tekst van de KO een artikel
87 over het “naarstigheid om die te onderhouden”. Zie de nieuwe
tekst van art. 84: “zij zullen zich erop toeleggen….En ijzeren
regel ten koste van gehandicapte brs. En zrs. wordt in art. 65
niet gegeven. Dit laatste meent uw cie te moeten stellen, ook
tegenover een andere kerkeraad, die schrijft over “dwang” welke
aan een gereformeerde KO vreemd behoort te zijn.
Deputaten nemen een wijziging met betrekking tot de tweede zin van art. 65, die uit de vergadering wordt voorgesteld, over. Hierna wordt art. 65 aanvaard.
Artikel 65 De eredienst op de dag des Heren.
De kerkeraad zal de gemeente op de dag des Heren tweemaal
samenroepen voor de eredienst. De kerken zullen zich houden aan
de orden van dienst die door de generale synode zijn goedgekeurd.