Artikel 65

 

Kerkenordening 1905/1933

Het in 1978 aangenomen artikel 65 gaat niet op een artikel uit deze kerkenordening terug.

 

Deputatenrapport 1974

Artikel 55.
Samenkomsten tot de eredienst.
De gemeente zal op de dag des Heren tweemaal samenkomen inde eredienst. De kerkeraden zullen erop toezien, dat in de morgendienst de wet des Heren wordt gelezen en in de tweede dienst de apostolische geloofsbelijdenis.
Toelichting:
1. Dit is een nieuw artikel. Het eerste lid biedt een generale bepaling als fundering van wat in volgende artikelen wordt geregeld ten aanzien van de eredienst. Het tweede lid laat evenals b.v. art. 69 uitkomen dat ook de liturgie kerkordelijk geregeld dient te worden.
2. De mogelijkheid van samenkomen op werkdagen is niet uitdrukkelijk genoemd.

 

Commissierapport 1975

CIA vraagt, minder strak te formuleren, aldus:  “De kerkeraden zullen er op toezien, dat in de samenkomsten op de dag des Heren een vaste plaats wordt ingeruimd, zowel voor de wet des Heren als voor de apostolische geloofsbelijdenis”. Dit vooral om ruimte te krijgen voor het zingen van de geloofsbelijdenis. (vgl. voorstel van deputaten voor de orden van dienst).
KR Rotterdam-C heeft bezwaar tegen de bindende volgorde van wet en belijdenis: daarin kan vrijheid gelaten worden. Verder is deze KR er niet voor, dat het apostolicum verplicht gesteld wordt; met andere inzenders wijst hij op de belijdenis van Nicea.
KRH vraagt, waarom uit de hele liturgie alleen wet en belijdenis worden genoemd.  Hij acht het onjuist, dat de geloofsbelijdenis “gelezen” zal worden: de gemeente belijdt. Hij vraagt ook, of het waar is wat de toelichting (punt 1) zegt, dat de liturgie kerkordelijk geregeld moet worden. Liturgieën kunnen beter aanbevolen worden, zoals de g.s. Middelburg 1933 deed.
Uw comm. is met dit nieuwe artikel niet onverdeeld gelukkig. Depp. stellen, dat het eerste lid als generale bepaling funderend is voor wat er verder bepaald wordt over de eredienst. En inderdaad, zonder eredienst geen Kerstdag enz., geen catechismusprediking, geen doop enz. maar het is de vraag, of de geboden fundering juist is. Volgens art. 1 zou in dit hoofdstuk gehandeld worden over opzicht der leer, sacramenten en ceremoniën. Lijkdiensten, bededagen, feestdagen, catechismuspreek,, kerkzang en huwelijksbevestiging werden in de KO gerangschikt onder de ceremoniën. Depp. rangschikken de eredienst, de feestdagen en de catechismusprediking mede onder het opschrift: DE LEER. De comm. wil reeds nu uitspreken dat de oude rangschikking, behoudens de catechismusprediking, haar juister voorkomt. Verschillende inzenders willen de artikelen 53-55 (oud) verplaatsen naar andere hoofdstukken, om hier een hoofdstuk over te houden dat als opschrift kan dragen: De eredienst (CIA) , of: Eredienst, sacramenten en ceremoniën (KRH), of: De dienst des Woords en der sacramenten Cn).
Uw comm. meent dat niet heen gelezen moet worden over het woord “opzicht” in art. 1, alsof er stond: om de goede orde in de gemeente van Christus te onderhouden zijn daarin nodig:…de leer, sacramenten en ceremoniën, Neen. Wat nodig is om de goede orde te onderhouden is het opzicht t.a.v. al deze zaken. Vandaar dat bepaald wordt, hoe de leer (en daarmee de prediking) zuiver gehouden zal worden, hoe het moet met de bediening van de sacramenten, wat er in de kerken gezongen zal worden, enz. Afspraak is, dat de kerken daarop zullen toezien.
Uw comm. stelt hier de mogelijkheid om in art. 1 na “vergaderingen” aldus te formuleren: “opzicht (of toezicht) inzake de leer, de dienst des Woords en der sacramenten en de kerkelijke gebruiken”. In hoofdstuk III kan dan eerst over de leer gesproken worden als voorheen, vervolgens onder “dienst des Woords en der sacramenten” over de regelmaat van de eredienst, de catechismusprediking, de sacramentsbediening en de kerkzang, en tenslotte onder een nieuw kopje over de gebruiken: geen lijkdiensten, wel bededagen en feestdagen, en de huwelijksbevestiging.
Art. 55 behoort dan echter niet de opkomst van de gemeente te regelen, maar de taak van de kerkeraden. Of voorts in de morgendienst de dekaloog zal worden gelezen, dan wel bij gelegenheid ‘s middags, en of de 12 artikelen kunnen worden gezongen of afgewisseld met het Nicenum, hoeft niet in de KO geregeld te worden. Terecht heeft KRH erop gewezen, dat voor deze zaken verwezen kan worden naar de orden van dienst.
Uw comm. stelt voor dit artikel, in het kader van het kerkelijk accoord, aldus te redigeren:

INZAKE DE DIENST DES WOORDS EN DER SACRAMENTEN
Artikel 59
1. De kerkeraden zullen op de dag des Heren de gemeente tweemaal samenroepen tot de eredienst,
2. Zij zullen erop toezien, dat geen andere orden van dienst worden gebruikt, dan die door de generale synoden zijn goedgekeurd.

 

Synodebehandeling 1975

De Synode aanvaardt de versie van de commissie.
1. De kerkeraden zullen op de dag des Heren de gemeente tweemaal samenroepen tot de eredienst.
2. Zij zullen erop toezien, dat geen andere orden van dienst worden gebruikt, dan die door de generale synode zijn goedgekeurd.

 

Deputatenrapport 1976

Dit rapport behandelt het betreffende artikel niet.

 

Deputatenrapport 1977

64.  Artikel over de eredienst (acta)
a. Bezwaar tegen de term goedgekeurd in het tweede lid. De g.s. Kampen ging in art. 449 (acta) niet verder dan “een aanbeveling te geven voor het alternatief gebruik van enige concept-orden van dienst”. Dan kunnen in art. 403 (voorlopige redactie van de kerkorde) deze orden van dienst niet verplicht gesteld worden.
b. Suggestie, als volgt te eindigen: “dan die door een generale synode voor gebruik in de kerken zijn vrijgegeven”. Dit komt overeen met de formulering in het Gereformeerd Kerkboek p. 452/3.
Een in plaats van de synode, omdat er door twee synoden gehandeld is: Middelburg 1933 en Kampen 1975
M.Depp. achten de term goedgekeurd heel goed bruikbaar. Alvorens een synode concept-orden van dienst vrijgeeft of aanbeveelt, heeft zij ze goedgekeurd.
Het is een misverstand als zou dit artikel de door de g.s. Kampen goedgekeurde alternatieve orden van dienst verplicht stellen met uitsluiting van andere. De inzenders van beide reacties schijnen ervan uit te gaan, dat met “de generale synode” de g.s. Kampen bedoeld wordt. In veel synodebesluiten is dat inderdaad het geval, maar in de tekst van de kerkorde wordt
daarmee niet een of andere bepáálde synode bedoeld, doch de meeste vergadering van de kerken als zodanig, vgl. art. 50 en 87 (slot).

Voorstel:

De kerkeraad zal de gemeente op de dag des Heren tweemaal samenroepen voor de eredienst. Hierin mogen alleen orden van dienst worden gevolgd die door de generale synode zijn goedgekeurd.

 

Commissierapport 1978

Art. 65. Het nu aangeboden concept stemt overeen met de betreffende, ongenummerde artt. Van Kampen 1975.
En kerkeraad meent dat hier teveel wordt geregeld. De g.s. van Middelburg gaf slechts een “aanbeveling”. De vraag wordt gesteld hoe moet het in b.v. voor gehandicapten aangepaste diensten? In de eerste plaats merkt uw cie op dat in de hier vermelde  “bezwaren” niet wordt ingegaan op hetgeen depp. reeds weerlegd schreven in “bruin”, pag. 72.M.
In de tweede plaats: het is een goede zaak ervoor te waken dat “wildgroei” en “geëxperimenteer” in de eredienst wordt voorkomen. Tenslotte. Er staat in de vigerende tekst van de KO een artikel 87 over het “naarstigheid om die te onderhouden”. Zie de nieuwe tekst van art. 84: “zij zullen zich erop toeleggen….En ijzeren regel ten koste van gehandicapte brs. En zrs. wordt in art. 65 niet gegeven. Dit laatste meent uw cie te moeten stellen, ook tegenover een andere kerkeraad, die schrijft over “dwang” welke aan een gereformeerde KO vreemd behoort te zijn.

 

Synodebehandeling 1978

Deputaten nemen een wijziging met betrekking tot de tweede zin van art. 65, die uit de vergadering wordt voorgesteld, over. Hierna wordt art. 65 aanvaard.

 

Kerkorde 1978

Artikel 65  De eredienst op de dag des Heren.
De kerkeraad zal de gemeente op de dag des Heren tweemaal samenroepen voor de eredienst. De kerken zullen zich houden aan de orden van dienst die door de generale synode zijn goedgekeurd.