Artikel LXII
Een iedere kerk zal zulke manier van bediening des Avondmaals houden, als zij oordeelt tot de meeste stichting te dienen. Welverstaande nochtans, dat de uitwendige ceremoniën, in Gods Woord voorgeschreven, niet veranderd en alle superstitie vermeden worde, en dat na de voleinding der predikatie en der gemeene gebeden het formulier des Avondmaals, mitsgaders het gebed daartoe dienende, zal worden gelezen.
Artikel LXIII
Het Avondmaal des Heeren zal ten minste alle twee of drie maanden gehouden worden.
Artikel LXIV
De bediening des Avondmaals zal alleen geschieden, waar toezicht is van ouderlingen, volgens kerkelijke orde, en in eene openlijke samenkomst der gemeente.
Wijze van de avondmaalsbediening -
Artikel 65
Het avondmaal des Heren zal ten minste alle twee of drie maanden
gehouden worden. De viering van het avondmaal zal geschieden met
gebruikmaking van de daartoe vastgestelde formulieren.
1. Dit artikel is een samenvoeging van art. 63 (oud) en
art. 62(oud), waarbij de volgorde is omgekeerd.
2. Niet alles van art. 62 (oud) behoeft voortdurend een
plaats in de kerkorde.
3. De mogelijkheid van avondmaalsbediening ( met inbegrip
van lezing van het formulier) zonder voorafgaande prediking ligt
in de nieuwe formulering besloten, dit in aansluiting aan
gegroeide praktijk.
4. Het meervoud “formulieren” honoreert recente
generaal-synodale besluitvorming.
Kerkelijke viering van het avondmaal
Artikel 66
Dit is art 64 (oud), onveranderd.
65, 66, De samenvoeging van art. 63 en 62 (oud) en de
voorgestelde verkorting worden algemeen
aanvaard. Cn stelt voor, ook de inhoud van art, 64 (oud) in de
samenvoeging te betrekken.
KR Groningen-Z vraagt andere formulering t.a.v. de frequentie:
“tenminste 4 tot 6 maal per jaar, zoveel mogelijk over het jaar
verdeeld”. Dit in verband met de zomertijd, waarin door de
vacanties dikwijls geen avondmaal wordt gevierd. Uw comm. meent,
dat begin juni en begin september wel avondmaal kan worden
gevierd.
Eist een plaatselijke situatie eens een afwijking, dan zal die
hooguit één of twee weken belopen. Daarvoor hoeft deze weinig
fraaie wijziging niet te worden toegepast.
FH geven hier een weinig harmonisch duet ten beste. F is van
overtuiging dat het avondmaal in iedere kerkdienst gevierd moet
worden, en zou willen dat in art. 65 kwam te staan: “tenminste
iedere maand eenmaal”.
H meent, dat het woord “tenminste”voldoende vrijheid geeft om het
vaker te vieren. F vraagt t.a.v. art. 66: Is, gelet op
“Leeuwarden”art. 25 (H. Bouma, pagina 110/11) niet te overwegen
de woorden “en in een openlijke samenkomst der gemeente” te
vervangen door “in een openlijke samenkomst der gemeente en in de
huizen aan langdurig zieken? “Persoonlijk willen we met Calvijn
de zogenaamde “krankencommunie”wel. Zie’H. Bouwman II, pagina 393
vv”.
H wil blijven bij de oude formulering en verwijst naar
“Middelburg”1933 art. 131.
Uw comm. meent, dat het op grote practische bezwaren zou stuiten,
als de kerken zich tot maandelijkse avondmaalviering zouden
verplichten. De vrijheid ertoe is voluit aanwezig.
Inzake de “krankencommunie”moet bedacht worden, dat Calvijn deze
vooral in verband met de geestelijke strijd van stervenden heeft
aanbevolen, en dat hij wilde “dat het avondmaal bij kranken
slechts zelden en bij uitzondering gevierd”zou worden en “niet
zonder nauwkeurige kennis van den werkelijken toestand”.
In een voorstel van de gs Utrecht 1923 (Acta bijlage XXIV) werd
gesteld: “2”dat zulk een avondmaalsviering een uitzondering
blijve en de kerkeraad over elk geval afzonderlijk
beslisse”(alles bij Bouwman, p. 395,398).
De suggestie van F gaat in dezen veel verder en wordt door de
comm. niet overgenomen.
Het voorstel van Cn acht de comm. een verbetering. Het geeft aan
dit artikel meer “body”. Het luidt:
Artikel 66.
Het avondmaal des Heren zal tenminste alle twee of drie maanden
worden gehouden, in een openlijke samenkomst der gemeente, waar
toezicht der ouderlingen is, volgens kerkelijke orde en met
gebruikmaking van de daartoe vastgestelde formulieren.
De Synode aanvaardt de versie van de commissie.
62. (+63-64). Het avondmaal des Heren zal tenminste alle twee of drie maanden worden gehouden, in een openlijke samenkomst der gemeente, waar toezicht der ouderlingen is, volgens kerkelijke orde en met gebruikmaking van de daartoe vastgestelde formulieren.
63. Dit rapport behandelt het betreffende artikel niet.
63. Artikel 62-63-64 (acta)
Suggestie, in het slot te spreken van “één der”daartoe
vastgestelde formulieren, om tot
uitdrukking te brengen dat er uit twee formulieren gekozen kan
worden.
M. Het meervoud “de formulieren” laat reeds zien dat er
meer dan één is. Depp. achten dit taalkundig fraaier. Het
misverstand dat bij elke avondmaalsviering beide formulieren
gelezen zouden moeten worden ligt niet voor de hand.
Voorstel:
Het avondmaal van de Here zal ten minste eens in de drie maanden gevierd worden in de openbare eredienst, volgens kerkelijke orde, onder toezicht van de ouderlingen, waarbij de daarvoor vastgestelde formulieren dienen gebruikt te worden.
Art.61. De oude artt. 62-64 zijn, naar het oordeel van uw cie, op
verantwoorde wijze samengevoegd. Een opmerking, die ook
betrekking heeft op art. 58, over het gebruik dat gemaakt wordt
van het werkwoord “vieren” willen wij graag maken: uw cie
acht het een goede zaak dat het feestelijk element van de
avondmaalsviering op deze wijze wordt uitgedrukt.
Een kerkeraad vraagt: waarom is de frequentie iets teruggedraaid?
En: wat betekent “volgens kerkelijke orde”? En broeder vindt het
jammer dat het appèl om vaker avondmaal te vieren in het
vermelden van het “tenminste alle twee of drie….”, Kampen 1975,
is uitgevallen. Wat betreft de zaak van het “volgens kerkelijke
orde”: uw cie verwijst eerst naar het nog vigerende art. 64;
vervolgens naar J. Jansen: er behoort onder leiding van een
kerkeraad een georganiseerd kerkelijk leven te zijn; er moet
toezicht zijn van ouderlingen bij de viering. Tucht, tafelwacht,
waakzaamheid. Wat betreft de eerste vraag van de kerkeraad en de
vraag van de broeder: dat blijft toch duidelijk doorklinken in
het “ten minste “;ééns in de drie maanden wordt hier als minimum
aangegeven.
Dit artikel wordt conform het concept van deputaten aanvaard.
Artikel 61
Bediening van het
avondmaal
Het avondmaal van de Here zal
ten minste eens in de drie maanden gevierd worden in de openbare
eredienst, volgens kerkelijke orde, onder toezicht van de
ouderlingen. Waarbij de daarvoor vastgestelde formulieren dienen
gebruikt te worden.