Artikel 61

 

Kerkenordening 1905/1933

Artikel LXII

Een iedere kerk zal zulke manier van bediening des Avondmaals houden, als zij oordeelt tot de meeste stichting te dienen. Welverstaande nochtans, dat de uitwendige ceremoniën, in Gods Woord voorgeschreven, niet veranderd en alle superstitie vermeden worde, en dat na de voleinding der predikatie en der gemeene gebeden het formulier des Avondmaals, mitsgaders het gebed daartoe dienende, zal worden gelezen.

Artikel LXIII

Het Avondmaal des Heeren zal ten minste alle twee of drie maanden gehouden worden.

Artikel LXIV

De bediening des Avondmaals zal alleen geschieden, waar toezicht is van ouderlingen, volgens kerkelijke orde, en in eene openlijke samenkomst der gemeente.

 

Deputatenrapport 1974

Wijze van de avondmaalsbediening -
Artikel 65
Het avondmaal des Heren zal ten minste alle twee of drie maanden gehouden worden. De viering van het avondmaal zal geschieden met gebruikmaking van de daartoe vastgestelde formulieren.
1.  Dit artikel is een samenvoeging van art. 63 (oud) en art. 62(oud), waarbij de volgorde is omgekeerd.
2.  Niet alles van art. 62 (oud) behoeft voortdurend een plaats in de kerkorde.
3.  De mogelijkheid van avondmaalsbediening ( met inbegrip van lezing van het formulier) zonder voorafgaande prediking ligt in de nieuwe formulering besloten, dit in aansluiting aan gegroeide praktijk.
4.  Het meervoud “formulieren” honoreert recente generaal-synodale besluitvorming.

Kerkelijke viering van het avondmaal
Artikel 66
Dit is art 64 (oud), onveranderd.

 

Commissierapport 1975

65, 66, De samenvoeging van art. 63 en 62 (oud) en de voorgestelde verkorting worden algemeen
aanvaard. Cn stelt voor, ook de inhoud van art, 64 (oud) in de samenvoeging te betrekken.
KR Groningen-Z vraagt andere formulering t.a.v. de frequentie: “tenminste 4 tot 6 maal per jaar, zoveel mogelijk over het jaar verdeeld”. Dit in verband met de zomertijd, waarin door de vacanties dikwijls geen avondmaal wordt gevierd. Uw comm. meent, dat begin juni en begin september wel avondmaal kan worden gevierd.
Eist een plaatselijke situatie eens een afwijking, dan zal die hooguit één of twee weken belopen. Daarvoor hoeft deze weinig fraaie wijziging niet te worden toegepast.
FH geven hier een weinig harmonisch duet ten beste. F is van overtuiging dat het avondmaal in iedere kerkdienst gevierd moet worden, en zou willen dat in art. 65 kwam te staan: “tenminste iedere maand eenmaal”.
H meent, dat het woord “tenminste”voldoende vrijheid geeft om het vaker te vieren. F vraagt t.a.v. art. 66: Is, gelet op “Leeuwarden”art. 25 (H. Bouma, pagina 110/11) niet te overwegen de woorden “en in een openlijke samenkomst der gemeente” te vervangen door “in een openlijke samenkomst der gemeente en in de huizen aan langdurig zieken? “Persoonlijk willen we met Calvijn de zogenaamde “krankencommunie”wel. Zie’H. Bouwman II, pagina 393 vv”.
H wil blijven bij de oude formulering en verwijst naar “Middelburg”1933 art. 131.
Uw comm. meent, dat het op grote practische bezwaren zou stuiten, als de kerken zich tot maandelijkse avondmaalviering zouden verplichten. De vrijheid ertoe is voluit aanwezig.
Inzake de “krankencommunie”moet bedacht worden, dat Calvijn deze vooral in verband met de geestelijke strijd van stervenden heeft aanbevolen, en dat hij wilde “dat het avondmaal bij kranken slechts zelden en bij uitzondering gevierd”zou worden en “niet zonder nauwkeurige kennis van den werkelijken toestand”.

In een voorstel van de gs Utrecht 1923 (Acta bijlage XXIV) werd gesteld: “2”dat zulk een avondmaalsviering een uitzondering blijve en de kerkeraad over elk geval afzonderlijk beslisse”(alles bij Bouwman, p. 395,398).
De suggestie van F gaat in dezen veel verder en wordt door de comm. niet overgenomen.
Het voorstel van Cn acht de comm. een verbetering. Het geeft aan dit artikel meer “body”. Het luidt:
Artikel 66.
Het avondmaal des Heren zal tenminste alle twee of drie maanden worden gehouden, in een openlijke samenkomst der gemeente, waar toezicht der ouderlingen is, volgens kerkelijke orde en met gebruikmaking van de daartoe vastgestelde formulieren.

 

Synodebehandeling 1975

De Synode aanvaardt de versie van de commissie.

62.  (+63-64). Het avondmaal des Heren zal tenminste alle twee of drie maanden worden gehouden, in een openlijke samenkomst der gemeente, waar toezicht der ouderlingen is, volgens kerkelijke orde en met gebruikmaking van de daartoe vastgestelde formulieren.

 

Deputatenrapport 1976

63. Dit rapport behandelt het betreffende artikel niet.

 

Deputatenrapport 1977

63. Artikel 62-63-64 (acta)

Suggestie, in het slot te spreken van “één der”daartoe vastgestelde formulieren, om tot
uitdrukking te brengen dat er uit twee formulieren gekozen kan worden.
M.  Het meervoud “de formulieren” laat reeds zien dat er meer dan één is. Depp. achten dit taalkundig fraaier. Het misverstand dat bij elke avondmaalsviering beide formulieren gelezen zouden moeten worden ligt niet voor de hand.

Voorstel:

Het avondmaal van de Here zal ten minste eens in de drie maanden gevierd worden in de openbare eredienst, volgens kerkelijke orde, onder toezicht van de ouderlingen, waarbij de daarvoor vastgestelde formulieren dienen gebruikt te worden.

 

Commissierapport 1978

Art.61. De oude artt. 62-64 zijn, naar het oordeel van uw cie, op verantwoorde wijze samengevoegd. Een opmerking, die ook betrekking heeft op art. 58, over het gebruik dat gemaakt wordt van het werkwoord “vieren”  willen wij graag maken: uw cie acht het een goede zaak dat het feestelijk element van de avondmaalsviering op deze wijze wordt uitgedrukt.
Een kerkeraad vraagt: waarom is de frequentie iets teruggedraaid? En: wat betekent “volgens kerkelijke orde”? En broeder vindt het jammer dat het appèl om vaker avondmaal te vieren in het vermelden van het “tenminste alle twee of drie….”, Kampen 1975, is uitgevallen. Wat betreft de zaak van het “volgens kerkelijke orde”: uw cie verwijst eerst naar het nog vigerende art. 64; vervolgens naar J. Jansen: er behoort onder leiding van een kerkeraad een georganiseerd kerkelijk leven te zijn; er moet toezicht zijn van ouderlingen bij de viering. Tucht, tafelwacht, waakzaamheid. Wat betreft de eerste vraag van de kerkeraad en de vraag van de broeder: dat blijft toch duidelijk doorklinken in het “ten minste “;ééns in de drie maanden wordt hier als minimum aangegeven.

 

Synodebehandeling 1978

Dit artikel wordt conform het concept van deputaten aanvaard.

 

Kerkorde 1978

Artikel 61
Bediening van het avondmaal
Het avondmaal van de Here zal ten minste eens in de drie maanden gevierd worden in de openbare eredienst, volgens kerkelijke orde, onder toezicht van de ouderlingen. Waarbij de daarvoor vastgestelde formulieren dienen gebruikt te worden.