Artikel XLI.
De classicale vergaderingen zullen bestaan uit genabuurde kerken, dewelke elk een dienaar en een ouderling, ter plaatse en tijd bij hen in het scheiden van elke vergadering goedgevonden (zoo nochtans, dat men het boven de drie maanden niet uitstelle), daarhenen met behoorlijke credentie afvaardigen zullen; in welke samenkomsten, de dienaars bij beurte, of anderszins die van dezelve vergadering verkoren wordt, presideeren zullen, zoo nochtans, dat dezelfde tweemaal achtereen niet zal mogen verkoren worden. Voorts zal de praeses onder anderen een iegelijk afvragen, of zij in hunne kerken hunne kerkeraadsvergadering houden; of de kerkelijke discipline geoefend wordt; of de armen en scholen bezorgd worden; ten laatste, of er iets is, waarin zij het oordeel en de hulp der classis tot rechte instelling hunner kerken behoeven. En eindelijk zullen in de laatste vergadering vóór de particuliere synode verkoren worden, die op deze synode gaan zullen.
Artikel 44.
Classicale vergaderingen
1. De classicale vergaderingen zullen bestaan uit genabuurde
kerken, dewelke elk een dienaar en een ouderling, ter plaatse en
tijd in het scheiden van elke vergadering goedgevonden - zo
nochtans, dat men het boven de drie maanden niet uitstelle -
daarheen met behoorlijke credentie afvaardigen zullen; in welke
de dienaars bij beurte, od anderszins die van dezelve vergadering
verkoren wordt, presideren zullen, zo nochtans, dat dezelfde
tweemaal achtereen niet zal mogen verkoren worden.
2. De praeses zal vragen of er iets is, waarin de kerkeraden het
oordeel of de hulp der classis behoeven.
3. In de laatste vergadering vóór de particuliere synode zullen
verkoren worden, die op deze synode gaan zullen.
"Of het niet goed ware, dat dezelfde dienaar niet tweemaal na
elkander tot de synode gezonden wierde, opdat andere dienaars ook
leren mochten?
Antwoord: Het zal alle kerkeraden, classen en particuliere
synoden vrijstaan, tot de classen, particuliere en generale
synoden uit hun collegiën te zenden die zij daartoe bekwaam
vinden zullen, naar hun believen". (Middelburg, 1581)
Toelichting:
Dit is art. 41 (oud). De formulering van de rondvraag is bekort.
Bij de kerkvisitatie komen alle in de oude tekst genoemde punten
aan de orde. De brede omschrijving fungeert niet meer in de
gangbaar geworden praktijk.
KRA wil de mogelijkheid behouden zien, dat de vragen van art. 41
(oud) gesteld worden, ook als een kerk zelf geen hulp of oordeel
van de classis vraagt. Als depp. zeggen dat alle punten van art.
41 (oud) bij de kerkvisitatie aan de orde komen, dan stelt KRA
daar tegenover: de vraag omtrent de scholen is niet in art. 46
(nieuw) opgenomen voor de kerkvisitatie. En: deze wordt maar
eenmaal per jaar gebracht, terwijl de oude bepaling deze zaken
alle drie maanden voor de aandacht bracht.
Uw comm. meent dat de argumenten van depp. toch wel hout snijden.
De vraag over de scholen zit in art. 46 (nieuw) opgesloten in "de
aangenomen orde in alles onderhouden", indien nl. ook art. 60 van
het depp. rapport wordt aanvaard.
Het is overigens niet louter willekeurig, dat de 'rondvraag naar
art. 41 K.O.' in de praktijk meestal niet meer wordt gehouden
door het stellen van de vragen. Deze vragen zijn zo globaal, dat
ze in een steeds meer gecompliceerd kerkelijk leven nauwelijks
voor een werkelijk onderzoek kunnen dienen. De visitatie gaat op
de details in.
KRH wil graag de mogelijkheid geopend zien, dat vacante kerken
twee ouderlingen afvaardigen naar de classis.
FH vraagt: a. of het verlenen van keurstem aan een diaken
(afgevaardigd bij gebrek aan ouderlingen) opgenomen kan worden;
b. of een diaken kennis kan nemen en mee adviseren bij
tuchtzaken; c. of ook gemeenteleden afgevaardigd kunnen worden.
"Iemand zei eens: predikanten en ouderlingen gaan niet krachtens
hun ambt als afgevaardigden, maar wel in hun ambt".
Uw comm. acht het, ook als de diakenen officieel tot de kerkeraad
behoren juist, dat ouderlingen worden afgevaardigd naar de
meerdere vergaderingen: het agendum kan daar telkens een
instructie of appèl inzake tucht bevatten, en daarover krijgen
diakenen in de kerkeraad juist geen beslissende stem. In allerlei
noodgevallen (vacature van de predikantsplaats, ziekte van
ouderlingen) plegen de kerken elkaar te dragen. Daarvoor meent uw
comm. geen voorstellen ter regeling te moeten doen.
KRHW vraagt achter lid 2 de toevoeging: "tot rechte
instelling van hun kerk", om te voorkomen dat deze rondvraag voor
academische of theoretische vragen gebruikt wordt. De comm. voelt
voor deze toevoeging om een andere reden. De vraag, of er iets is
waarvoor kerkeraden het oordeel of de hulp van de classis nodig
hebben, geeft een onbeperkte ruimte om allerlei soorten zaken aan
de orde te stellen. Het kan voorkomen, dat een kerkeraad een
meningsverschil met een zusterkerk via de rondvraag naar art. 44
(nieuw) tot oplossing probeert te brengen. Daar is deze rondvraag
niet voor, en de toevoeging van KRHW (die overigens alleen
handhaving is van wat er stond in art. 41) helpt de zaken
ordelijk te houden.
KRHW stelt verder voor, ook enkele algemene bepalingen inzake
comité-zittingen op te nemen. De vergaderingen handelen hier vrij
willekeurig. Deze KR noemt twee categorieën, die bij
comité-zittingen aanwezig moeten kunnen zijn, nl. de zenders van
de afgevaardigden, i.c. kerkeraadsleden, en (met name in de
synoden) de secundi-afgevaardigden. Zijn voorstel luidt: "In de
classis zullen predikanten en ouderlingen, die niet volgens het
voorgaande artikel afgevaardigd zijn, - gelijk in de meerdere
vergaderingen de secundi-afgevaardigden - mogen verschijnen, ook
indien de vergadering in comité bijeen is, uiteraard zonder recht
van spreken of stemmen".
Uw comm. neemt dit voorstel niet over. Zij is van oordeel dat de
kerkelijke vergaderingen vrij moeten zijn om uit te maken, of een
zaak alleen in de kring van de afgevaardigden besproken moet
worden, dan wel of bepaalde categorieën toehoorders aanwezig
mogen zijn.
Tenslotte komt KRHW op de opmerking van depp. (onder art. 45):
"Een classis is vrij advies te vragen aan wie zij wil". Als dit
waar is, en KRHW acht het een zeer belangrijke zaak, dan hoort
het niet te staan in de toelichting bij een rapport, dat geen
kerkelijke rechtskracht ontvangt, maar in de K.O. zelf. Vandaar
het voorstel: "Elke kerkelijke vergadering is vrij - mits art. 45
(nieuw) of art. 48 niet gepasseerd wordt - advies te vragen (aan
wie zij wil) aan een broeder, die lid is van één der
zusterkerken.
Uw comm. kan KRHW hier niet helemaal volgen. Zij meent, dat depp.
in de van hen geciteerde woorden volstrekt niets nieuws hebben
gezegd, en dat ook niet wilden zeggen. Het voorstel van KRHW doet
haar denken aan het 'intrappen' van een open deur.
Artikel 46.
1. De classicale vergaderingen zullen bestaan uit genabuurde
kerken, dewelke elk een dienaar des Woords en een ouderling, ter
plaatse en tijd in het scheiden van elke vergadering goedgevonden
- zo nochtans, dat men het boven de drie maanden niet uitstelle
-, daarheen met behoorlijke credentie afvaardigen zullen: in
welke samenkomsten de dienaars bij beurte, presideren zullen, zo
nochtans dat dezelfde tweemaal achtereen niet zal mogen verkoren
worden.
2. De praeses zal vragen of er iets is, waarin de kerkeraden het
oordeel of de hulp der classis tot rechte instelling van hun kerk
behoeven.
3. In de laatste vergadering vóór de particuliere synode zullen
verkoren worden, die op deze synode gaan zullen.
De synode stelt dit artikel direct na eerste lezing vast. Zij gaat uit van de tekst van de commissie.
41. 1 De classicale vergaderingen zullen bestaan uit genabuurde
kerken, dewelke elk een dienaar
des Woords en een ouderling, ter plaatse en tijd in het scheiden
van elke vergadering goedgevonden - zo nochtans, dat men het
boven de drie maanden niet uitstelle -, daarheen met behoorlijke
credentie afvaardigen zullen: in welke samenkomsten de dienaars
bij beurte, of anderszins die van dezelve vergadering
verkoren wordt, presideren zullen, zo nochtans dat dezelfde
tweemaal achtereen niet zal mogen verkoren worden.
2. De praeses zal vragen of er iets is, waarin de kerkeraden het
oordeel of de hulp der classis tot rechte instelling van hun kerk
behoeven.
3. In de laatste vergadering vóór de particuliere synode zullen
verkoren worden, die op deze synode gaan zullen.
Dit rapport behandelt het betreffende artikel niet.
43. Artikel 41 (acta)
R. a. Suggestie, te bepalen dat in noodgevallen ook bekwame
ouderlingen tot praeses van een classisvergadering gekozen kunnen
worden.
b. Voorstel, in de door de g.s. Kampen sterk bekorte
rondvraag enkele vragen weer op te nemen, met name of de
ambtelijke diensten in het bijzonder opzicht en tucht, zonder
vertraging voortgang vinden.
Dit is nodig voor het onderling toezicht van de kerken. Daarvoor
dient ook de visitatie, waarvan aan de classis rapport wordt
uitgebracht. Maar naar aanleiding daarvan kunnen slechts
informatieve vragen worden gesteld. De rondvraag naar art. 41
behoort de gelegenheid te bieden, dat een punt van kritiek in
bespreking kan komen.
M. a. In noodgevallen zal het voorgestelde wel mogen. De
kerkorde is echter qua karakter niet geschikt om voor allerlei
noodgevallen alternatieven te stellen. Zij bevat de algemene
regels waarover de kerken het eens zijn en waarnaar zij willen
handelen. Is er overmacht op enig punt, dan dragen zij elkaar
daarin.
b. Depp. stemmen in met voorstel R.b.
T. De formulering 'genabuurde kerken' zou bij taalkundige
vernieuwing leiden tot 'bij elkaar gelegen kerken'.
Het is een geografisch begrip.
In de tegenwoordige situatie liggen de kerken helaas vaak niet in
die zin bij elkaar, genabuurd. Depp. kozen daarom de aanduiding:
kerken van het classicaal ressort. De ressorten zijn immers
afgebakend en wijziging van ressortale grenzen heeft plaats ten
overstaan van de meerdere vergaderingen.
Voorstel:
Een classicale vergadering wordt gevormd door de kerken van het
classicaal ressort, die elk een predikant en een ouderling zullen
afvaardigen met de vereiste geloofsbrieven.
Minstens eenmaal in de drie maanden zal een dergelijke
vergadering worden belegd. Elke vergadering zal vaststellen waar
en wanneer de kerken opnieuw zullen samenkomen.
De predikanten zullen bij toerbeurt het voorzitterschap bekleden.
De vergadering mag ook haar praeses kiezen, maar niet tweemaal
achtereen dezelfde.
De praeses zal vragen of de ambtelijke diensten voortgang hebben,
of de besluiten van de meerdere vergaderingen nageleefd worden en
of er iets is, waarbij de kerkeraden het oordeel of de hulp van
de classis nodig hebben voor de goede voortgang van hun
plaatselijk kerkelijk leven.
In de laatste vergadering voor een particuliere synode zullen de
afgevaardigden naar die synode verkozen worden.
Art. 41.
Een kerkeraad vraagt of het vast staat hoe precies een
credentiebrief behoort te luiden; deze kerkeraad vraagt in dit
verband verder of "behoorlijk" in art. 41 oud niet beter is dan
"vereist" in het nu vastgestelde.
Uw commissie is van mening dat uit de aard van de samenleving van
kerken die staan op de grondslag van Gods Woord en de aangenomen
formulieren van eenheid en die de kerkorde als regeling voor de
goede orde hebben aanvaard, voortvloeit aan welke vereisten een
credentiebrief moet voldoen om "behoorlijk" te zijn.
Een andere kerkeraad vindt het jammer dat de concrete vragen van
het oude artikel zijn weggevallen. De vragen dus naar het houden
van de vergaderingen van de kerkeraad, naar het gereformeerd
onderwijs. Deze kerkeraad acht het nieuwe concept een verarming.
In dagen van verval kan men zich verschuilen achter deze vage en
algemene, nu voorgestelde formulering; t.a.v. de in het nieuwe
artikel geformuleerde vraag over het naleven van besluiten van
meerdere vergaderingen, merkt deze kerkeraad op, dat dit punt
toch al aan de orde komt bij de jaarlijkse visitatie. Met depp.
is uw commissie van mening dat in het nu geconcipiëerde artikel
een vloer kan worden aangebracht waarop ter cl.. vergadering een
kerk kan worden aangesproken door de praeses. Twee grote en brede
zaken, beslissend voor het gereformeerde leven en samenleven,
worden daarbij genoemd:
de ambtelijke diensten, en het honoreren van kerkelijke
besluiten. Het ons thans aangeboden concept ligt in de lijn van
Kampen-1975.
Zie artikel 37.
Artikel 41
Classicale vergaderingen
Een classicale vergadering wordt gevormd door de kerken van het
classicaal ressort, die elk een predikant en een ouderling
zullen afvaardigen met de vereiste geloofsbrieven.
Minstens eenmaal in de drie maanden zal een dergelijke
vergadering worden belegd. Elke vergadering zal vaststellen waar
en wanneer de kerken opnieuw zullen samenkomen. De predikanten
zullen bij toerbeurt het voorzitterschap bekleden. De vergadering
mag ook haar praeses kiezen, maar niet tweemaal achtereen
dezelfde. De praeses zal vragen of de ambtelijke diensten
voortgang hebben, of de besluiten van de meerdere vergaderingen
nageleefd worden en of er iets is, waarbij de kerkeraden het
oordeel of de hulp van de classis nodig hebben voor de goede
voortgang van hun plaatselijk kerkelijk leven.
In de laatste vergadering voor een particuliere synode zullen de
afgevaardigden naar die synode verkozen worden.