Het in 1978 aangenomen artikel 43 gaat niet op een artikel uit de kerkorde 1905 terug.
Artikel 45.
Aanwijzing van een consulent
De classis zal voor elke vacante gemeente een dienaar des Woords
als consulent aanwijzen, om ter wille van de goede orde de
kerkeraad bij te staan, met name inzake de beroeping van een
dienaar des Woords; de beroepsbrief zal mede door hem ondertekend
worden.
Toelichting:
1. Dit is een nieuw artikel. Art. 42 (oud) is weggelaten. In
vergelijking met de ouderlingen werd daarin aan de
predikanten een grotere plaats toegekend. Dit betrof bovendien de
grotere kerken. Een classis is vrij advies te vragen aan wie zij
wil.
2. Ook art. 43 (oud) is niet meer opgenomen. Dit artikel heeft
praktisch vrijwel geen betekenis meer, het slot wel het
allerminst. Art. 35 noemt reeds de mogelijkheid van censuur.
3. Deze regeling van het consulentschap noemt eerst in het
algemeen de goede orde (vgl. art. 1). Het gaat om hulp bij het
onderhouden van de kerkorde.
4. De formulering laat de mogelijkheid open voor bijv.
catechisatie een ander aan te trekken.
Weglating art. 42-43 (oud).
Depp. motiveren deze weglatingen onder art. 45 in hun rapport. Er
zijn daartegen enkele bezwaren ingebracht.
Ad art. 42: KRA is tegen weglating, omdat dit artikel verhinderd
dat alle ter classis aanwezige predikanten keurstem zouden
krijgen. Het moet wèl mogelijk zijn dat een niet-afgevaardigde
predikant de vergadering bijwoont en zelfs deel uitmaakt van het
moderamen. KRH wil dit artikel ook behouden.
Uw comm. kan de argumentatie van depp. niet verdedigen. Uit een
oogpunt van beïnvloeding van vergaderingen zouden hun motieven
wel kunnen gelden.. Maar de comm. meent, dat hier een ander
uitgangspunt moet worden gekozen. Zij denkt eensdeels aan de
continuïteit in de arbeid van de opeenvolgende
classisvergaderingen, die onder ons kerkrecht tot stand komt,
doordat steeds de (zelfde) predikanten ter classis
verschijnen, terwijl de ouderlingen voortdurend wisselen. Zij
oordeelt anderdeels, dat de in het predikantencorps aanwezige
gaven en krachten positief benut moeten worden. In de grond van
de zaak ligt hier hetzelfde motief, dat ook geldt, om de
hoogleraren als adviseurs ter generale synode te hebben. Uw comm.
pleit voor handhaving van art. 42 (oud).
Ad art. 43: KRA en KRH achten weglating onjuist. KRHV meent, dat
het artikel als tegenhanger van art. 35 zijn functie behoudt. De
daar genoemde censuur gaat uit van de praeses en is beperkter. De
praeses ontvangt daarmee wel een "grote macht" (Bouwman II. 88).
Art. 43 kent een censuur ook over de praeses, het initiatief kan
uitgaan van alle afgevaardigden.
Ook FH wijzen op het verschil met de presidiale censuur.
Tegenover wat depp. opmerken stellen zij, dat ze in dagen van
strijd vele malen hebben meegemaakt, dat deze censuur gebruikt
werd, en met vrucht.
Uw comm. meent, dat ook in dit geval de motivering van depp. het
verlies lijdt. Alleen zou Uw comm. (en FH tenderen daartoe ook)
het laatste stuk van dit artikel inderdaad weg willen laten. Haar
voorstel zal zijn, art. 43 tot en met het woord "gedaan" te
handhaven, en het te voltooien met het woord "hebben".
Artikel 45
Dit nieuwe artikel wordt geamendeerd door KRHW. Hij wenst achter
"voor elke vacante gemeente" invoeging van de woorden "op haar
verzoek". Anders zou de classis te allen tijde gerechtigd zijn
een consulent aan te wijzen: een beginsel van hiërarchie.
Uw comm. meent, dat als de kerken dit afspreken, er geen
hiërarchie ontstaat. Toch is zij wel voor de gewenste invoeging.
Deze geeft aan de kerkeraad, de, in de praktijk steeds toegestane
vrijheid, om een bepaalde predikant als consulent te vragen.
KRHW vindt de formulering "om ter wille van de goede orde de
kerkeraad bij te staan" te vaag. Het is immers niet de bedoeling
dat de consulent wordt aangewezen om ook met de daad, in de vorm
van allerlei hulpdienst, de kerkeraad bij te staan. Voorstel:
"….om de kerkeraad met goede raad bij te staan opdat de
aangenomen kerkorde in alles onderhouden wordt". Het volgende
"met name" zou dan moeten worden: "en met name" (comm.). De
bedoeling van dit voorstel is aannemelijk genoeg, maar kan
eenvoudiger bereikt worden, als "bij te staan" wordt vervangen
door "advies te geven". Zo zal uw comm. het voorstellen.
KRA trekt tegen het voorstel van depp. met zwaar geschut te
velde. Hier is een onaanvaardbare discriminatie van het
ouderlingen ambt. Voor hulp bij het onderhouden van de kerkorde
zou elke vacante kerk een zodanige "consulent" moeten hebben.
"Zou een door de classis aangewezen consulent dat beter kunnen
dan de door Christus aangestelde opzieners?" Depp. geven met hun
voorslag te kennen: "bij die ouderlingen-zonder-domine is "de
goede orde" in de kerk van Christus toch niet zo veilig". KRA
vraagt ook, wat hier wordt verstaan onder "vacant". Een kerk
zonder predikant, of ook een kerk met bijv. vier
predikantsplaatsen en één vacature?"
Zelf betoogt de KRA: de hulp van een consulent was slechts
vereist bij het beroepingswerk. En een consulent is dan
raadgever; geen man die is aangesteld om (hem, comm.) allerlei
raad te vragen. Advies vragen kan elke kerk overal. Maar bij
beroepingswerk gaat het om het advies-geven namens de classis: de
zusterkerken ontvangen de beroepene immers ook in hun classicale
gemeenschap. Als de consulent in de zin van depp. wordt
ingevoerd, dan is hij deputaat van de classis, en moet aan de
classis rapporteren, waarna zij haar oordeel uitspreekt - en dat
gaat dan over allerlei interne zaken van de vacante kerk.
Derhalve: deze nieuwigheid niet invoeren.
Over de eventuele discriminatie kan uw comm. kort zijn. "Door
Christus aangesteld" betekent niet automatisch: uitgerust met een
grondige kennis van het kerkrecht en de toepassingen daarvan. Het
voorstel van depp. verplicht de kerkeraad in het geheel niet,
voor elke stap die hij doet de consulent om raad of toestemming
te vragen. Alleen wordt de consulent vaste adviseur in die
gevallen, waarin de kerkeraad advies nodig meent te hebben. Zelf
zal hij dan nog wel eens advies nodig hebben van de hoogleraar in
het kerkrecht (die bij dezen overigens niet als opperconsulent
wordt voorgedragen).
Een vacante kerk is uiteraard een kerk, die geen dienaar des
Woords heeft. De term is niet voor tweeërlei uitleg vatbaar.
KRA heeft gelijk, als hij nadruk legt op het belang, dat de
zusterkerken hebben bij het beroepingswerk in hun midden. Dat
wordt ook met name in het voorstel van depp. genoemd. Overigens
werd door de consulenten tot nu toe niet aan de classes
gerapporteerd van hun adviserende arbeid, die zij volgens KRA
"namens de classis" verrichtten. Heel de kwestie van de
rapportage wordt door KRA sterk overtrokken. Het vpprstel van
depp. zegt niets in die richting. Een consulent - met lette op
deze betiteling - is beslist niet hetzelfde als een deputaat.
Deputaten worden benoemd om bepaalde, omschreven opdrachten uit
te voeren. De enige deputaten, die niet voor een bepaalde,
omschreven zaak worden benoemd zijn de deputaten ad art. 48
(nieuw). Ze hebben overigens wel een bepaalde opdracht, nl. de
classes in voorvallende zwarigheden de hand te bieden. Over de
uitvoering van zulke opdrachten dient rapport te worden
uitgebracht, en dat wordt in art. 48 (nieuw) dan ook expliciet
geregeld. Bij de consulent is dit niet het geval. Zijn werk komt
niet vanzelf ter beoordeling van de classis. Alleen als er
geschil ontstaat tussen de kerkeraad en hem, of als de classis
redenen ontvangt om navraag te doen, bijv. via en
visitatierapport. Uw comm. steunt het voorstel van depp.,
behoudens de bovengenoemde wijziging.
Artikel 50.
De classis zal voor elke vacante gemeente op haar verzoek een
dienaar des Woords als consulent aanwijzen, om terwille van de
goede orde de kerkeraad advies te geven, met name inzake de
beroeping van een dienaar des Woords; de beroepsbrief zal mede
door hem ondertekend worden.
Na een breed debat geeft de praeses de tekst van de commissie in stemming. Die wordt bij meerderheid van stemmen afgewezen. Daarna wordt de formulering van deputaten aanvaard.
De classis zal voor elke vacante gemeente een dienaar des Woords als consulent aanwijzen, om terwille van de goede orde de kerkeraad bij te staan, met name inzake de beroeping van een dienaar des Woords; de beroepsbrief zal mede door hem ondertekend worden.
Dit rapport behandelt het betreffende artikel niet.
49. Artikel over de consulent (acta)
TM. In plaats van 'bijstaan' stellen depp. voor: met advies
dienen.
Het eerste begrip kan heel wat omvatten aan werkzaamheden en het
wekt enigszins de indruk dat de kerkeraden een steuntje nodig
hebben om bij de goede orde te blijven. Het tweede heeft deze
klank niet en is beperkter, zoals in een reactie bij art. 4 werd
gewenst.
Voorstel:
De classis zal voor elke vacante gemeente een predikant als consulent aanwijzen, die terwille van de goede orde de kerkeraad met advies zal dienen, in het bijzonder bij het beroepingswerk. Beroepsbrieven dienen mede door hem ondertekend te worden.
Art. 43.
Het door Kampen 1975 voorlopig vastgestelde artikel is in die zin
gewijzigd, dat "bijstaan" is vervangen door "met advies
dienen".
Een positief te waarderen verandering.
Het in onze K.O. vaker voorkomend woord "advies" behoeft thans
geen verklaring meer: advies vanuit de Schriften, naar de normen
van confessie en K.O.
Een kerkeraadscommissie pleit voor aansluiting bij de artt. 4-5
(bedoeld worden de artt. 5-6). Spreekt de K.O. daar over kerken
met één predikantsplaats, dan is deze term hier te verkiezen
boven "elke vacante gemeente". Uw commissie stelt hier tegenover:
een gemeente die vacant is, hoeft niet altijd een gemeente met
één predikantsplaats te zijn.
Deze kerkeraadscommissie stelt bovendien voor dat de consulent
moet worden aangewezen OP VERZOEK van de betreffende gemeente. Uw
commissie meent te mogen stellen: deze voor een gereformeerde
samenleving vanzelfsprekende zaak behoeft niet in een
gereformeerde K.O. te worden bepaald.
Een kerkeraad schrijft dat niet elke kerkeraad behoefte heeft aan
een consulent t.t.v. een vacature. Wordt in het voorgestelde art.
niet te gering gedacht van de door Christus aangestelde
ambtsdragers? Bovendien moet de consulent als classicaal deputaat
rapport uitbrengen van zijn arbeid aan de classis; daardoor -
aldus deze kerkeraad, - zal de classis er licht toe komen te doen
wat des kerkeraads is.
Uw commissie merkt tegenover dit alles op: opvallend acht zij het
dat deze zelfde kerkeraad geen enkele moeite heeft met het in
art. 42 bepaalde; waarom dan wel met art. 43?; de opleiding tot
de ddW., door de kerken in stand gehouden, moet en mag zo
intensief mogelijk worden benut; en tenslotte: juist in een raad
van door Christus geroepen en met Zijn Geest toegeruste
ambtsdragers zal steun vanuit het kerkverband welkom zijn, en zal
'de theologie' de wijsheid der Schriften niet overstemmen.
Zie artikel 37.
Artikel 43
Consulenten
De classis zal voor elke vacante gemeente een predikant als
consulent aanwijzen, die ter wille van de goede orde de
kerkeraad met advies zal dienen, in het bijzonder bij het
beroepingswerk. Beroepsbrieven dienen mede door hem
ondertekend te worden.