Artikel XL.
Desgelijks zullen de diakenen samenkomen, waar zulks noodig is alle weken, om met aanroeping van den Naam Gods, van de zaken, hun ambt betreffende, te handelen, waartoe de dienaren goede opzicht zullen nemen, en zoo noodig zich daarbij laten vinden.
  Artikel 42
  Vergaderingen van de diakenen
  1. De diakenen komen regelmatig samen om onder aanroeping van de
  naam des Heren de diaconale aangelegenheden te behandelen.
  2. Zij doen verantwoording van hun arbeid aan de kerkeraad.
  Toelichting:
  1. Dit is art. 40 (oud), in gewijzigde redactie.
  2. Het slot van art. 25 (oud) is hier gewijzigd opgenomen.
  Weggelaten is de kennisgeving aan de gemeente; dit kan aan de
  kerkeraad overgelaten worden.
Zie voor de toelichting artikel 36.
  Artikel 40.
  De diakenen zullen in de zaken, die in het bijzonder tot hun ambt
  behoren, in onderling overleg beslissen. Voor deze arbeid zullen
  zij ook buiten de vergaderingen van de kerkeraad afzonderlijk
  bijeenkomen. Zij doen verantwoording van hun inkomsten en
  uitgaven aan de kerkeraad.
Zie artikel 36.
Zie artikel 36.
41. Artikel 40 (rapport-1976, art. 42. p. 13)
  R. a. Een kerkeraad meent dat 'onder aanroeping van de naam des
  Heren' kan vervallen, omdat álle vergaderingen van en in de kerk
  met gebed worden geopend en gesloten.
  Een andere kerkeraad redeneert juist andersom en wil vanuit dit
  artikel het gebed ook een plaats geven in art. 37.
  b. De eventuele aanwezigheid van de predikant in de vergadering
  van diakenen wordt niet meer genoemd. Dit wordt betreurd.
  1. omdat deze vergadering vaak gevormd wordt dor weinig ervaren
  ambtsdragers; de predikanten moeten een vingerwijzing krijgen om
  er zo vaak mogelijk bij te zijn;
  2. omdat predikanten met hun kennis van het\ diakenambt de
  diakenen van advies kunnen dienen bij het bepalen van een
  schriftuurlijk diaconaal beleid en omdat zij kunnen voorkomen dat
  ouderlingen en diakenen langs elkaar heen werken: ze bezoeken
  beider vergaderingen.
  Een kerkeraad vraagt motivering voor de weglating van de
  bepaling, een andere juicht deze weglating toe omdat er een
  dominokratisch element in lag.
  Weer een andere kerkeraad stelt voor, de bepaling toch weer op te
  nemen; daarbij moet duidelijk gesteld worden dat het verzoek om
  aanwezigheid van de predikant 1. van de diakenen uit moet gaan om
  indringing in eens anderen dienst te voorkomen, en 2. voor de
  predikant voldoende moet zijn om ook te komen.
  c.  De uitdrukking 'verantwoording van hun beleid en beheer'
  kan verkeerd uitgelegd worden, zodat de diakenen teveel moeten
  verantwoorden. Het 'rekening doen' van het oude artikel 25 sloeg
  op het geldelijk beheer. Het beleid moeten de diakenen zelf
  kunnen bepalen. Soms menen ouderlingen dat ergens steun moet
  worden geboden, terwijl de diakenen met meer kennis van de
  achtergrond een andere mening hebben.
  Een inzender wil het hele 'verantwoording doen' laten verdwijnen.
  Deze term past niet bij het hooghouden van het diakenambt.
  Voorstel: zij  zullen 'informeren en rapporteren van hun
  beleid en beheer'.
  d. Voorstel, de uitdrukking 'diaconale aangelegenheden' te
  vervangen door 'de zaken die hun ambt betreffen'. Anders komt het
  ambtelijk karakter van deze zaken niet uit in de formulering.
  M. a. Het is noodzakelijk dat het gebed apart wordt
  voorgeschreven. Voor de kerkeraadsvergaderingen zeker niet, omdat
  art. 32 bepaalt dat bij de opening en de sluiting van alle
  vergaderingen gebeden en gedankt zal worden. Depp. achten het
  echter niet bezwaarlijk de uitdrukking te laten staan, waar ze
  een plaats heeft in de K.O. Achtergrond kan hier zijn dat de
  samenkomst van de diakenen niet behoort tot de vier vergaderingen
  van art. 29.
  b. Het oude slot van art. 40 gaf de predikant twee dingen:
  1. het opzicht over de diakenen in hun vergadering;
  2. het beoordelen van de vraag of hun aanwezigheid in die
  vergadering nodig was.
  De weglating in het rapport, dat ter g.s. Kampen heeft gediend,
  was niet uitdrukkelijk gemotiveerd. Duidelijk kan zijn dat het
  niet juist is, speciaal de predikanten het genoemde opzicht toe
  te kennen, en dat het niet veel zin heeft een bepaling te hebben
  waarbij zij zelf uitmaken of ze iets te doen zullen hebben.
  Het motief dat de diakenen vaak ambtsdragers met weinig ervaring
  zijn, bekoort depp. niet. Bij de verkiezing van diakenen behoort
  men er rekening mee te houden dat de ervaring binnen de kring van
  deze ambtsdragers voorhanden moet blijven. Niet elke diaken die
  zijn dienst goed heeft vervuld, hoeft de volgende keer voor
  ouderling gekandideerd te worden. De gaven die in het diakenambt
  ontplooid worden, kunnen zeker ten dele voor dit ambt beschikbaar
  blijven. Adviezen over het diakenambt en het diaconaal beleid
  kunnen door predikant en ouderlingen gegeven worden bij de
  censuur in de kerkeraadsvergadering met diakenen, of ook bij
  andere gelegenheid.
  Depp. zijn het eens met de gedacht dat een verzoek om
  aanwezigheid van de predikant moet uitgaan van de diakenen. De
  zelfstandigheid van het ambt brengt dit mee. Daarom stellen depp.
  geen 'vingerwijzing' aan de predikant voor. Maar zij zien ook
  geen reden, te bepalen: 'de diakenen kunnen de predikant
  verzoeken hun vergadering bij te wonen en deze moet dan ook
  komen'. Dit zijn eigenlijk vanzelfsprekende dingen.
  d. 'Hun beleid en beheer' kwam in de plaats van 'hun arbeid'
  (rapport depp. van de g.s. Hattem). Dáárop werd destijds vanuit
  de kerken gereageerd met de kritiek, dat diakenen geen commissie
  zijn van de kerkeraad en geen verantwoording hoeven te doen van
  heel hun arbeid.
  Het woord 'beleid' is volgens depp. niet van toepassing op het al
  of niet toekennen van steun in elk afzonderlijk geval. Het duidt
  aan volgens welke algemene lijnen of beginselen de diakenen te
  werk gaan.
  De diakenen staan wat de uitoefening van hun ambt betreft toch
  wel onder opzicht van de kerkeraad. Dit geldt trouwens ook voor
  de predikant in zijn ambtsvervulling en voor de ouderlingen in
  hun ambtswerk. Aangezien de arbeid van de diakenen niet onder het
  oog van de kerkeraad plaats heeft, is het nodig dat juist deze
  ambtsdragers hun beheer en beleid ter beoordeling voorleggen.
  In 'rapporteren' ligt evengoed het element van 'rekenschap
  geven'. Dit is voor de ambtsdragers niet vernederend. Het gaat er
  immers niet om, dat de kerkeraad content is, maar dat de trouw
  jegens Hem die de ambten geeft, beoordeeld kan worden door
  degenen die Hij daarvoor heeft aangesteld.
  e. 'Diaconale aangelegenheden' zijn volgens depp. geen andere
  zaken dan die tot het diakenambt behoren.
  De K.O. noemt in art. 2 het ambt van diaken, regel in art. 22/24
  de roeping tot dit ambt, en omschrijft in art. 25 de ambtstaak.
  Vanuit deze artikelen kan het bijvoeglijk naamwoord 'diaconaal'
  geen andere betekenis hebben dan 'het diakenambt betreffend'.
  Voorstel:
  De diakenen zullen regelmatig bijeenkomen om onder aanroeping van
  de Here de diaconale aangelegenheden te behandelen.
  Zij zullen verantwoording van hun beleid en beheer doen aan de
  kerkeraad.
  Art. 40.
  Uw commissie attendeert erop dat in dit artikel op pag. 104 van
  "bruin" de laatste zin is uitgevallen: "Zij zullen verantwoording
  van hun beleid en beheer doen aan de kerkeraad".
  Een gewichtige zin: het college van ouderlingen regeert immers in
  opdracht van Christus de gemeente, en heeft opzicht over haar
  ambtsdragers. Zie art. 21.
  Een kerkeraad doet het voorstel: voeg aan dit artikel de bepaling
  toe, dat de diakenen zo nodig de wijkpredikant ter vergadering
  zullen vragen. Uw commissie verwijst met instemming, wat dit
  voorstel betreft, naar "bruin", pag. 56, bovenaan.
Zie artikel 37.
  Artikel 40
  Bijeenkomsten van de
  diakenen
  De diakenen zullen regelmatig
  bijeenkomen om onder aanroeping van de Here de diaconale
  aangelegenheden te behandelen.  Zij zullen verantwoording
  van hun beleid en beheer doen aan de kerkeraad.