|124|
[E1 kerkelijke
relaties
E1.1 De kerken geven gehoor aan de roeping tot kerkelijke
gemeenschap met alle heiligen in de eenheid van het ware
geloof.
E1.2 De kerken onderhouden het verband van de Gereformeerde
Kerken in Nederland en leven daarin samen op basis van
overeenstemming in leer, eredienst en kerkregering.
E1.3 In contacten en relaties met andere christelijke kerken in
Nederland streven de kerken op grond van Gods Woord naar
kerkelijke eenheid en komen zij op voor de gezonde leer.
E1.4 In contacten en relaties met christelijke kerken buiten
Nederland geven de kerken gestalte aan het universele karakter
van de kerk, gericht op wederzijdse ontmoeting, bemoediging en
hulp.]
E1 kerkelijke
relaties
E1.1 De kerken geven gehoor aan de roeping tot kerkelijke
gemeenschap met alle heiligen in de eenheid van het ware
geloof.
E1.2 De kerken onderhouden het verband van de Gereformeerde
Kerken in Nederland en leven daarin samen op basis van
overeenstemming in leer, eredienst en kerkregering.
E1.3 In
contacten en relaties met andere christelijke kerken in en buiten
Nederland geven de kerken gestalte aan het oecumenische karakter
van de kerk.
E1.4 vervallen
1. E1 biedt in feite een opmaat en tegelijk overzicht van wat in
hoofdstuk E aan de orde zal komen. Daarbij past een sobere
formulering; de verdere invulling komt later in het hoofdstuk. In
Werkorde 2 is daarom E1 verder gecomprimeerd:
- E1.3 en E1.4 zijn samengevoegd;
- uit het nieuwe E1.3 is weggelaten wat later in E9
terugkomt;
- de doelstelling van de oecumenische contacten uit E1.4 is
verplaatst naar E10.