[B9 roeping van de
predikant
B9.1 De roeping van de predikant bestaat uit de beroeping,
de goedkeuring en de bevestiging.
B9.2 De beroeping vindt plaats door de kerkenraad
met diakenen, met medewerking van de gemeente, volgens de
plaatselijke regeling.
B9.3 In kerken zonder predikant vindt de beroeping plaats
met advies van de consulent.
B9.4 De kerkenraad met diakenen doet een voordracht
waarover de gemeente zich kan uitspreken. Als de gemeente
instemt met de voordracht, brengt de kerkenraad met diakenen het
beroep uit door de aanbieding van de beroepsbrief.
B9.5 Wanneer de predikant het beroep aanvaardt, wordt de
goedkeuring van de gemeente verkregen als zijn naam
op twee achtereenvolgende zondagen is afgekondigd en er vanuit de
gemeente geen gegrond bezwaar tegen zijn leer of leven wordt
ingebracht.
B9.6 De classis verleent haar goedkeuring als zij
zich heeft overtuigd dat is voldaan aan de generale
rechtspositieregeling als bedoeld in art. B23.
|74|
B9.7 De bevestiging vindt plaats in een kerkdienst met gebruik van het daarvoor bestemde formulier. De bevestiging van een kandidaat-predikant vindt plaats onder handoplegging door de predikant die de bevestiging verricht.]
B9 roeping van de
predikant
B9.1 De roeping van een predikant bestaat uit de beroeping, de
goedkeuring en de bevestiging.
B9.8 De kerkenraad
voorziet in een regeling voor het
beroepingswerk.
B9.2 De beroeping vindt plaats door de kerkenraad met
diakenen, met medewerking van de gemeente, en wordt verwoord in
de beroepsbrief.
B9.3 vervallen
B9.4 vervallen
B9.5 Wanneer de
kandidaat of predikant het beroep aanvaardt, is voor zijn
bevestiging de goedkeuring van de gemeente nodig.
B9.6 De classis verleent haar goedkeuring als zij
zich heeft overtuigd dat is voldaan aan de vereisten van de kerkorde en de
generale regelingen.
B9.7 De bevestiging vindt plaats in een kerkdienst
met gebruik van het formulier. De bevestiging van hem die voor het
eerst predikant wordt, vindt plaats onder
handoplegging.
1. Een aantal formuleringen komt in Werkorde 2 te vervallen. Dit is mogelijk door toevoeging van B9.8, dat voorziet in een plaatselijke regeling voor het beroepingswerk. Gedetailleerde procedurele bepalingen kunnen daardoor zoveel mogelijk uit de KO worden overgebracht naar deze regeling.
2. In Werkorde 2 is ook B9.3 over de beroeping met advies van de consulent vervallen. Zie bij E5.2: de consulent komt wat ons betreft in de kerkorde te vervallen. Regeling van het consulentschap kan plaats vinden via het classisreglement en de generale regeling predikantschap.
3. B9.4 is eveneens vervallen. Valt onder de werking van B9.8.
4. B9.5 is verkort. De rest valt onder de werking van B9.8.
5. In B9.7 is de handoplegging bij een kandidaat-predikant niet langer voorbehouden aan alleen de bevestigende predikant, zoals in de KO1978 werd ingevoerd. Uit de reacties uit de kerken blijkt dat art. 5 slot KO1978 te stringent wordt gevonden en men terugkeert tot de oude traditie (ook in andere kerkgemeenschappen in gebruik) dat de ouderlingen van de gemeente bij de handoplegging worden betrokken (vgl. 1 Timoteüs 4: 14).