[C2 kerkdiensten op zondag
C2.1 De gemeente komt elke zondag twee keer samen in openbare kerkdiensten. De kerkenraad roept de gemeente op om zo de dag van de Here te vieren.
C2.2 In de kerkdiensten ontvangen de dienst van het Woord en de sacramenten, de dienst van lied en gebed en de dienst van de barmhartigheid een plaats.]

C2 kerkdiensten op zondag
C2.1 De gemeente komt elke zondag twee keer samen in openbare kerkdiensten. De kerkenraad roept de gemeente op om zo de dag van de Heer te vieren.
C2.2 In de kerkdiensten vindt de bediening van Gods Woord en van de sacramenten plaats alsook de dienst van lied en gebed en de dienst van barmhartigheid.

Toelichting C2

1. In C2.1 is ‘Here’ vervangen door ‘Heer’, aansluitend bij de NBV.

2. Van verschillende kanten is gevraagd de Woordverkondiging nadrukkelijker als kern van de kerkdienst te benoemen. Wij menen dat de volgorde – het Woord voorop - hier voldoende zegt. Het zou ook de andere wezenlijke elementen van de kerkdienst geen recht doen, wanneer ze ten

|94|

opzichte van de verkondiging (de preek) meer ondergeschikt zouden worden gemaakt. Een gezond bijbels concept van waar het in de samenkomsten van de gemeente om gaat, staat zo’n onderscheid in de weg.

3. Wij gaan niet mee in suggesties als zou de middagdienst voor de kerken overal in een impasse verkeren, hetgeen reden zou moeten zijn om niet langer van ‘twee keer’ te spreken. Het aantal van ‘twee keer’ is gekozen omdat dit o.i. het meest recht doet (a) aan de traditie, zoals die in de voorbije eeuwen haar grote waarde heeft bewezen, (b) aan de bestaande situatie in de kerken, (c) aan de ruime mogelijkheden die hiervoor in onze samenleving en cultuur bestaan (vrijheid van godsdienst, vrede, veiligheid, vrijstelling van werk, zondagsrust, kerkgebouwen, vervoer, etc.). En praktisch gesproken maken twee kerkdiensten op de zondag het voor degenen die slechts één keer kunnen komen juist vaak mogelijk om inderdaad één van de beide kerkdiensten bij te wonen! Het loslaten van de tweede kerkdienst leidt op kortere of langere termijn tot een wijziging van de besteding van de zondag, die het karakter van die dag als rustdag en als dag van samenkomst van de gemeente in het huis van haar Heer niet ten goede komt.

4. Het is een onterechte suggestie als in reacties soms wordt verondersteld dat de gekozen formulering in C2.1 meer vrijblijvend is dan die van de KO1978. Het doel is o.i. niet bereikt als de kerkenraad de gemeente samenroept, maar als de gemeente ook daadwerkelijk samenkomt. Die gemeente is uiteraard de ambtelijk gestructureerde gemeente. Maar er zijn meer actoren in het samenkomen dan alleen de oudsten van de gemeente. Dat wordt benadrukt.

5. Er is gevraagd ruimte te bieden om in situaties van gemeentestichting aan C2.1 een invulling te geven waarbij men de tweede kerkdienst door een andersoortig samenkomen of door een doordeweekse dienst vervangt. Wij menen echter dat de KO hier niet een bepaling moet bevatten, die voor in de kerken voorkomende alternatieven, waarover ook discussie plaats vindt, een gezamenlijk minimum formuleert. In de kerkorde dient o.i. een positief richtinggevend voorschrift te worden gegeven voor de viering van de rustdag. Dat kan moeilijk anders dan door concreet van ‘twee keer’ en ‘kerkdiensten’ te spreken.
Dat betekent vervolgens niet dat geen enkele uitzondering op de in de KO gestelde regel denkbaar zou zijn. Kerkenraden en zo nodig classes dienen zelf te toetsen of er aan de geformuleerde richting recht wordt gedaan wanneer men tot een andere invulling komt dan de traditioneel bekende. Daarbij zal in de kerken nader gesprek nodig zijn over bijvoorbeeld definitie en karakter van de kerkdienst in verhouding tot andere vormen van samenkomen van de gemeente. En het besef moet levend blijven dat ook een als goed ervaren uitzondering de regel niet opheft.

6. Uit diverse reacties blijkt tot slot dat de term ‘kerkdienst’ ertoe zou kunnen leiden dat alleen zeer vaste en gereguleerde vormen van samenkomen onder die noemer vallen en dat dit bezwaren oproept. Het gesprek daarover moet in de kerken verder gevoerd worden. De Werkorde loopt daar niet op vooruit, signaleert nu alleen bij dezen een gesprekspunt.


Rapport dHKO (2011)


RAPPORT BIJ
Kerkorde GKv (2014) C36