[C6 bediening van het
avondmaal
C6.1 De gemeente viert in haar kerkdiensten regelmatig het
avondmaal van de Here.
C6.2 Het staat de kerken vrij om aanvullend in inrichtingen
van gezondheidszorg, justitie of defensie het heilig
avondmaal te bedienen aan leden van de gemeente en aan hen die
daartoe naar het oordeel van de kerkenraad als gasten kunnen
worden toegelaten.]
C6 viering van het
avondmaal
C6.1 De gemeente viert in haar kerkdiensten regelmatig het
avondmaal van de Heer.
C6.2 Het staat de kerken vrij om aanvullend in
instellingen van
gezondheidszorg, justitie of defensie het avondmaal te
vieren.
1. In het opschrift en in C6.2. is de term ‘bediening’ vervangen door ‘viering’ om beter aan te sluiten bij de tekst van C6.1 zelf. Op deze wijze komt ook meer tot uitdrukking het verschil dat er is tussen de doop, die bediend wordt (passieve vorm), en het avondmaal, dat de gemeente viert (actieve vorm).
2. Ook hier aansluiting bij de NBV: Heer i.p.v. Here.
3. Er zijn reacties gekomen op het woord ‘regelmatig’ in C6.1, met de vrees dat hier de deur wordt opengezet naar een viering slechts één keer per jaar. Soms noemt men ‘slecht functionerende kerken’ als categorie waarvoor dit risico zou gelden. O.i. is dit een theoretische veronderstelling. In de kerken is al jaren een tendens aanwezig om juist vaker avondmaal te vieren, doorgaans zes keer per jaar of elke maand. Bijbels-theologisch wordt ook wel een pleidooi gevoerd voor wekelijkse viering. Een aanduiding van de frequentie middels een getal voor zoiets wezenlijks als het avondmaal vinden we in onze tijd niet meer gewenst. Vandaar het woord ‘regelmatig’ dat – mits niet spitsvondig opgevat – een goede Nederlandse term is voor wat we bedoelen.
5. Tegen opneming van C6.2 in de Werkorde is als bezwaar aangevoerd dat dit wel voldoende geregeld is in synodale besluiten. Wij geven er evenwel de voorkeur aan dat de hier genoemde vormen van avondmaalsviering – waaromheen nog al eens allerlei kerkrechtelijke casuïstiek en discussie zich voordoet – expliciet in de kerkorde worden vermeld om daarmee een kapstokbepaling te geven voor de goede ordening ervan.
5. Er is verder gevraagd om in C6.2 ook de avondmaalsviering aan huis op te nemen. Wij kiezen ervoor om dat niet te doen. O.i. is de generale besluitvorming hierover voldoende. Het gaat hier niet om volledig aparte samenkomsten op een eigen locatie, maar om bijeenkomsten waarvan is afgesproken dat ze in directe verbondenheid met de reguliere viering zullen worden gehouden, namelijk door verbinding met kerktelefoon of internet. Zulke vieringen zijn van andere aard dan wat in C6.2 wordt geregeld. Eventueel kan over viering aan huis in de bij C6 genoemde generale regeling iets worden opgenomen.
6. Ook is gevraagd om weer op te nemen dat de viering onder het toezicht van de ouderlingen plaatsvindt. Dit is niet nodig. Er wordt al op verschillende plaatsen in de Werkorde expliciet
|100|
gemaakt dat de kerkenraad opzicht en tucht over de gemeente uitoefent en beslist over toelating tot het avondmaal en afhouding van het avondmaal.