[D7 vermaan en tucht over
doopleden
D7.1 Wanneer iemand als kind is gedoopt, maar als volwassene niet
komt tot openbare belijdenis van geloof, blijven de gemeenteleden
en de ambtsdragers hem daartoe vermanen en stimuleren.
D7.2 Wanneer een volwassen dooplid zich in woord en daad afkerig
toont van de dienst van God, roepen de ambtsdragers hem op tot
bekering.
D7.3 Wanneer er sprake is van berouw en bekering, vindt de
verzoening plaats in de weg van openbare
geloofsbelijdenis.]
D7 vermaan en tucht over
doopleden
D7.1 Wanneer iemand als kind is gedoopt, maar als volwassene niet
komt tot openbare belijdenis van geloof, blijven de gemeenteleden
en de ambtsdragers hem daartoe vermanen en stimuleren.
D7.2 Wanneer een volwassen dooplid zich in woord en daad afkerig
toont van de dienst van God, roepen de ambtsdragers hem op tot
bekering.
D7.3 Wanneer er sprake is van berouw en bekering, vindt de
verzoening plaats in de weg van openbare
geloofsbelijdenis.
|119|
1. Sommigen vinden het woord ‘blijven’ in D7.1 niet op zijn plaats. Het is echter bewust gekozen: wanneer het dooplid stokt in zijn geloofsgroei, blijft de gemeente toch doorgaan met hem daartoe te stimuleren.
2. Een enkeling wil dit artikel nog aanvullen met de leeftijdsgrens van 25 jaar, zoals die in de regeling van de GS Sneek 1939 (Acta art. 336) wordt genoemd. Als vuistregel kan het noemen van zo’n leeftijd misschien nuttig zijn, maar als kerkordelijke regel is dit te willekeurig.