[D9
buitensluiting
D9.1 Wanneer een zondaar zich blijvend goddeloos en onbekeerlijk
toont, gaat de kerkenraad over tot buitensluiting uit de
gemeente.
D9.2 Voor de buitensluiting zijn de goedkeuring van de classis en
de instemming van de gemeente vereist.
D9.3 Voor het vragen van de instemming van de gemeente en het
voltrekken van de buitensluiting worden de door de synode
vastgestelde formuleringen gebruikt.]
D9
buitensluiting
D9.1 Wanneer een zondaar goddeloos en onbekeerlijk
blijft, gaat de kerkenraad over tot buitensluiting
uit de gemeente.
D9.2 Voor de buitensluiting zijn de goedkeuring van de classis en
de instemming van de gemeente vereist.
D9.3 Voor de
buitensluiting worden de door de synode vastgestelde
formuleringen gebruikt.
1. Er is kritiek geuit op het woord ‘blijft’ in D9.1. Je weet
toch niet wat er ooit gebeuren kan? Dat valt uiteraard toe te
stemmen. Het gaat er echter om dat je in retroperspectief een
blijvende houding van onbekeerlijkheid waarneemt.
We hebben in Werkorde 2 wel de formulering vereenvoudigd.
2. Kritisch wordt ook gekeken naar de herhaalde gang naar de classis. Krijgt de classis daardoor niet te veel macht? Wij menen van niet. De toetsing door de classis is marginaal. De classis verricht geen eigen onafhankelijk onderzoek, maar bevraagt de kerkenraad. De classis kan de kerkenraad ook niets voorschrijven; zij kan alleen iets tegenhouden.
|121|
3. Tot slot de vraag hoe de instemming van de gemeente tot stand komt? Net als nu gebeurt dat door de kerkelijke formulieren, waarin een approbatieformule is opgenomen. Aangenomen dat deze formulieren bekend zijn, kan de formulering van D9.3 nog wat korter en zakelijker zijn dan in Werkorde 1.