|143|
Art. XXXVIII. Welverstaande, dat in de plaatsen waar de kerkeraad van nieuws is op te richten, ’t zelve niet geschiede, dan met advies van de Classe. En waar ’t getal van de ouderlingen zeer klein is, zullen de diakenen mede tot den kerkeraad mogen genomen worden.
Dit was altijd geschied. Waar de dienst des Woords moest worden
opgericht was dit het werk van de Classe. De Classe was
aangewezen tot hulp van een zwakke kerk of kerk, die nog niet tot
openbaring was gekomen.
Waar nog geen genoegzaam aantal ouderlingen te krijgen was, moest
men wachten. Waren er zeer weinigen, dan werden diakenen mede tot
den kerkeraad genomen.
Als er twee ouderlingen zijn en één is er ziek en de kerk is
vacant, dan bestaat de kerkeraad uit 1 ouderling. Doch hierover
is reeds in het vorige artikel gehandeld.