|72|
Art. XVI. Der dienaren ambt is in de gebeden en bediening des Woords aan te houden, de Sacramenten uit te reiken, op hunne medebroeders, Ouderlingen en Diakenen, mitsgaders de Gemeente goede acht te nemen ten laatste met de ouderlingen de kerkelijke discipline en te bezorgen, dat alles eerlijk en met orde geschiede.
Art. 16, 17 over hun ambt = werkzaamheid, waartoe zij
geroepen zijn uit kracht van hun dienst, niet-waardigheid en
dienst zelf.
In de 16 en 17e komt ’t woord ambt alzoo (metterdaad) voor. Cf.
Woordenboek, formulier van bevestiging.
Ambt beteekent dus werkzaamheid.
Waardigheid heeft in de K.O. niet het ambt maar de
dienst.
Wij zouden zeggen ambtelijk werk.
Redactie 1574 art. 55. Hier een besluit omtrent het ambt
der Dienaren des Woords met betrekking tot ziekenbezoek.
In 1581 art. 8. Het ambt der dienaren des Woords
betreft: de openbare gebeden, bediening des Woords en
der Sacramenten, kerkelijke discipline met ouderlingen
samen.
In 1586 kwam het tegenwoordige artikel onzer
K.O., waarbij het ambt van de dienaar des Woords betrekking
heeft op de openbare gebeden, bediening des Woords en
der Sacramenten, opzicht op Gemeente, Ouderlingen en diakenen,
kerkelijke discipline met ouderlingen saam en
leiding en bestuur der Gemeente.
Die zaken komen ook voor in de stipulatie in het formulier
van bevestiging.
Hoe ’t ambt te bedienen hoort in de liturgische vakken thuis.
Hier alleen de Kerkrechtelijke behandeling en geen
pastoraal.
Vraag: of anderen die aan den dienaar tot hulp zijn de gebeden
niet kunnen doen?
Synode van Dordt 1574. Vraag van de classe Voorne of
anderen als hulp kranken mogen bezoeken.
De Synode besloot in artt. 55, 56 dat kranken bezoeken het ambt
der dienaren des Woords is en dat het gevaarlijk is zekere
personen daartoe aan te stellen. Wel mogen ouderlingen en
diakenen helpen. De dienaar des Woords moet daarbij bidden. Dus
een krankenbezoekers als zodanig. De reden, waarom ’t
gevaarlijk is, ligt hierin, dat men krankenbezoekers moeilijk
qualificeeren kon. Dit zou wanorde brengen. Ook konden ze
invloeden en macht tot scheuring krijgen.
Toch zijn spoedig in groote kerken
krankenbezoekers gebruikt. Dit was onvermijdelijk, want er
waren te weinig dienaren des Woords. Bij de uitbreiding der
kerken door de toevoer uit het Zuiden konden de predikanten
en ouderlingen het niet af. Ook waren er nog gasthuizen
en gevangenissen. Toen zijn de ziekentroosters
aangesteld, die ook in de gasthuizen en gevangenissen dienden.
Zij kregen het dagelijksch bezoek en onderwijs.
Ze waren behulpsels voor de dienaren des Woords. Later werden ze
ook voor de schepen gebruikt.
De predikanten hadden de dienst des Woords,
|73|
b.v. voorbereiding bij ter dood veroordeelden.
De Ziekentroosters werden onderzocht door den Kerkeraad.
In de Arminiaansche twisten stonden er veel Geref.
krankenbezoekers tegenover de Arminiaansche predikanten.
Op zichzelf kan een krankenbezoeker bestaan. Toch was het te
wenschen geweest, dat de kerken ze konden missen. Het ideaal is
dat er genoeg predikanten aanwezig zijn en dus de kinderen genoeg
onderwijs aan hunne school kregen, want de krankenbezoekers
catechiseerden ook. De financieele draagkracht was ook te
weinig. En de ouderlingen hadden er ook niet altijd tijd voor.
Opmerkelijk is, dat in dit artikel niet van Catechiseeren
gesproken wordt, omdat dit vanzelf in de bediening des Woords
begrepen ligt.
De dienaar bedient het Woord in de kerk, in de huizen en bij het
huwelijk. De bedoeling is niet om de catechisatie uit te
sluiten.
Catechisatie in de 16e en 17e eeuw was bepaald
Dienst des Woords in het openbaar. Tot onze eeuw
geschiedde dit zoo in Vlissingen. In de Kerk was er een
ouderling bij.
Private catechisatie werd er gehouden voor die niet
publiek konden en wilden, b.v. voor de kinderen der
aanzienlijken. Dit was een verkeerd beginsel. Zoo belijdenis in
’t openbaar. De catechisatie was eene kerkelijke zaak.
In Vlissingen liep het om 7 predikanten. Een
predikant was er eenige maanden de catecheet. Zoo werd
het niet een naloopen van den een of anderen predikant, maar een
zaak vanwege de kerk.
Allengs zijn de private catechisaties in gebruik gekomen.
In onze eeuw b.v. in ’t geheel geen openbare
catechisatie meer, maar alleen private.