03/02

Bezwaar tegen (tussentijdse) beslissingen en mededelingen (zoals bedoeld in ord. 13-30-4 t/m 8) kunnen niet worden ingesteld bij de generale commissie. Ord. 13-30 stelt een bijzondere behandeling van bezwaren tegen een besluit tot tussentijdse beëindiging van de ambtsbediening vast: alle bezwaren tegen losmakingsbeslissingen van de commissie moeten daarom worden geconcentreerd in het beroep tegen de eindbeslissing bij het breed moderamen van de generale synode (zie ook 05/90). Ingevolge ord. 19-3-1 bestaat hier geen taak voor de generale commissie.