05/91
Het breed moderamen van de PKV onthield de goedkeuring van de persoon van een te benoemen bijstand in het pastoraat, op de voet van ord. 13-39-2. Als argumenten werden aangevoerd dat de werkzaamheden voor hem te zwaar zouden zijn en dat een bijstand van andere modalitaire signatuur wenselijker zou zijn.
De generale commissie oordeelt dat de keuze van degene die benoemd wordt 'allereerst en allermeest' de verantwoordelijkheid is van de plaatselijke kerkenraad. Dat betreft ook de signatuur van de te benoemen persoon en daarom moet het breed moderamen van de PKV bij het verlenen of onthouden van de goedkeuring terughoudendheid betrachten.