01/02 SoW
De kerkenraad heeft besloten geen instemming te verlenen aan een perforatieverzoek, wegens een voorgeschiedenis van conflicten en gerechtelijke procedures tussen bezwaarde en (o.m.) de kerkenraad en wegens ernstig verstoorde verhoudingen met veel gemeenteleden. Bezwaren tegen dit besluit zijn door het provinciaal college ongegrond verklaard.
De termijn om beroep in te stellen in verband met de beëindiging van de werkzaamheden als organist (in 1993) is reeds geruime tijd verstreken. Bovendien zijn bezwaren daaromtrent in diverse procedures aan de burgerlijke rechter voorgelegd en zijn daarop inmiddels beslissingen verkregen.
Het generale college heeft in deze procedure slechts te oordelen over de vraag of de kerkenraad in redelijkheid heeft kunnen weigeren om in te stemmen met het perforatieverzoek. Daarbij komt aan de kerkenraad een zekere mate van beleidsvrijheid toe. Gelet op de - niet betwiste - omstandigheid dat er al gedurende langere tijd sprake is van conflicten en verstoorde verhoudingen en de daaruit voortvloeiende vrees voor het ontstaan van verdere problemen in de gemeente heeft de kerkenraad voldoende aanleiding kunnen zien om geen instemming te verlenen aan een perforatieverzoek.