03/98

Twee zittende (pastorale) ouderlingen zijn door de kerkenraad benoemd tot ouderling-kerkvoogd, met behoud van hun betrokkenheid bij de pastorale bearbeiding van de gemeente.

Als bezwaren zijn o.m aangevoerd dat zij elk twee formatieplaatsen in de kerkenraad bezetten en dat zij niet in een kerkdienst bevestigd zijn tot ouderling-kerkvoogd.

De generale commissie oordeelt dat een combinatie van kerkvoogdelijke taken met andere ouderling-eigene werkzaamheden op grond van ord. 14-3-3 (slot) is toegestaan.

Conform ord. 1-1-4 dient naast een (minimum) aantal (pastorale) ouderlingen ook een (minimum) aantal ouderlingen-kerkvoogd in de kerkenraad zitting te hebben. In het rooster van periodieke aftreding moet worden gelet op de verhouding tussen de groepen van gekwalificeerden (ord. 1-1-5 juncto ord. 1-19-4 en 1-19-6).

De ouderlingen-kerkvoogd nemen op het rooster een eigen plaats in als ambtsdragers die (art. IV en ord. 14-4-1) in het bijzonder zijn aangewezen voor de verzorging van de stoffelijke, niet diaconale, aangelegenheden van de gemeente. De twee ouderlingen-kerkvoogd kunnen op het rooster alleen de voor hen als ouderling-kerkvoogd bestemde plaats innemen.

De ouderlingen-kerkvoogd bekleden niet een afzonderlijk ambt, maar vervullen wel een specifieke taak en bezetten als zodanig een afzonderlijke plaats in de ambtelijke vergaderingen (ook in de meerdere vergaderingen, ord. 1-4-4, 1-7-4, 1-10-1). Ze worden als zodanig gekozen op de wijze als voorgeschreven (ord. 3-5-2, 3-8-5 of 3-9-4) en vormen in hun hoedanigheid een eigen college (ord. 16-2-1). Blijkens ord. 3-12-1 vormt de bevestiging van de gekozene het sluitstuk van de verkiezing.

Wie tot ouderling-kerkvoogd is gekozen dient ook als zodanig te worden bevestigd. Dat geldt evenzeer voor hen die reeds als (pastoraal) ouderling of diaken zitting hadden in de kerkenraad, als voor hen die nog geen (of niet meer) ambtsdrager waren.

De twee ouderlingen-kerkvoogd dienen dus alsnog als zodanig te worden bevestigd, voorzover die bevestiging nog niet mocht hebben plaatsgevonden.


Heuvel, P. van den (2005)