15/97
Een bezwaar tegen de herbenoeming van een kerkvoogd. De provinciale commissie heeft het bezwaar behandeld op voet van ord. 3-24 en een eindbeslissing gegeven. De generale commissie vat het bezwaar op als een bezwaar in de zin van ord. 19-1-1. De zaak is vrijwel gelijk aan 12/97.
Daaraan wordt toegevoegd:
de termijn overschrijding
wordt door de door de kerkvoogdij opgegeven reden (dat ze van die
termijn niet op de hoogte was) niet gerechtvaardigd. Daaraan doet
niet af dat de beslissing van de provinciale commissie, anders
dan is voorgeschreven in ord. 19-11-3, niet de mededeling bevat
dat beroep mogelijk is op de generale commissie. Deze
omstandigheid is namelijk niet voldoende om het niet in acht
nemen van de in ord. 19-13-1 neergelegde termijn van beroep
verschoonbaar te achten.
De kerkvoogdij wordt niet ontvankelijk verklaard; de generale commissie bepaalt dat de beslissing in het kerkblad moet worden gepubliceerd.