14/84
Verzoek toepassing te geven aan ord. 19-16-4.
De PC had op grond van ord.
3-24 een verkiezing ongeldig verklaard toen op dubbeltallen
namen waren opgenomen van lidmaten die niet aan het Heilig
Avondmaal deelnamen.
De GCBG oordeelt dat voor het maken van bezwaren tegen belijdenis en wandel (en zo moeten dergelijke bezwaren worden aangemerkt) in het stadium vóór de verkiezing en ook overigens in het kader van de mogelijkheid de verkiezing op voet van ord. 3-24 aan te tasten, geen plaats is. De beoordeling van zodanige bezwaren is voorbehouden aan de met het opzicht belaste organen.
De GCBG verklaart in het belang van de eenheid in de behandeling van bezwaren en geschillen, dat de beslissing van de PC onjuist is. De rechtsgevolgen van die beslissing worden door deze verklaring niet aangetast.