06/87

In regels met betrekking tot het verkeer tussen een buitengewone wijkgemeente en de andere gemeenten binnen een classis is de volgende bepaling op­genomen:

"Tot die buitengewone wijkgemeente... worden gerekend te behoren die leden der (wijk)gemeente van de classis  ... die aan de kerkenraad van de plaatselijke (wijk)gemeente schriftelijk hebben verklaard te willen behoren tot de buitengewone wijkgemeente en zich hebben doen inschrijven in het ledenregister van die buitengewone wijkgemeente, in welk geval zij verklaren - zolang deze inschrijving van kracht is - in de plaatselijke (wijk)gemeente geen gebruik te zullen maken van hun stembevoegdheid. Zij hebben geen persoonlijke financiële verplichtingen. Deze financiële verplichtingen worden overgenomen door de buitengewone wijkgemeente en worden geregeld in artikel 4. Deze inschrijving kunnen zij te allen tijde ongedaan maken."

Deze regeling is strijdig met de orde der kerk
- wat betreft de stembevoegdheid is strijd met ord. 3-2-2 en 3-11;
- alleen leden van de centrale gemeente kunnen behoren tot een buiten­gewone wijkgemeente (ord. 2-10a-5);
- er is strijd met ord. 2-1-2 en 2-2 doordat in het ledenregister le­den der Kerk worden ingeschreven die tot een andere gemeente be­horen;
- het woord ledenregister wordt anders gebruikt dan bedoeld in ord. 2-2 juncto 2-10a-5;
- dat zij geen persoonlijke verplichtingen hebben aan hun plaatselijke gemeente is in strijd met ord. 16-7.

Beslissing: de betreffende regels zijn niet verbindend verklaard.


Heuvel, P. van den (2005)