07/90 (voorzitter)
Verzoek om opschorting van de beslissing van de PC afgewezen. De kerkenraad schreef: "Indien ons een verzoek zou bereiken tot het zegenen van een niet huwelijkse relatie zullen wij in goed overleg met betrokkenen proberen een dergelijke inzegening uit te stellen tot na het tijdstip waarop Uw Commissie een uitspraak heeft gedaan". Gelet op deze uitspraak is er geen aanleiding tot opschorting van de beslissing.
07/90
Een bezwaar tegen het besluit van een kerkenraad om de inzegening van levensverbintenissen buiten het huwelijk mogelijk te maken wordt toegewezen.
De generale commissie oordeelt dat het bestreden besluit niet de
strekking heeft om buitenhuwelijkse samenlevingen dezelfde status
te geven als een kerkelijk bevestigd en ingezegend huwelijk.
Het is ook niet de Kerk die
huwelijken sluit; ze bevestigt deze en zegent ze in. Vanouds is
bij de regeling van het huwelijk de bescherming van de zwakken
(destijds vrouwen en kinderen) drijfveer geweest. Art. XXI geeft
aan dat de echtverbintenis gerespecteerd dient te
worden.
De wereldlijke overheid laat
andere samenlevingsvormen toe en verleent deze een bepaalde
erkenning. Het is niet met de kerkorde in strijd als de kerk haar
zorgen uitstrekt tot hen die aan zulke samenlevingsvorm
deelnemen.
De generale commissie acht
echter het bestreden besluit dat aan 'één of twee leden van de
gemeente die verlangen naar Gods zegen over hun relatie de ruimte
gegeven dient te worden om in het midden van de gemeente te
vragen om de zegen en te vragen om voorbede van hun
gemeenteleden' in zijn algemeenheid onverenigbaar met art.
XXI.
Nu de generale synode thans
doende is met een standpuntbepaling terzake, dienen de overige
organen van de kerk zich te onthouden van wat het beleid van de
generale synode kan doorkruisen of de besluitvorming kan
bemoeilijken.
Voorshands mag een kerkenraad
niet een dergelijk besluit nemen met betrekking tot
samenlevingsverbanden van personen van hetzelfde geslacht. Wel
hebben ambtsdragers alle ruimte om te doen wat ze uit oogpunt van
pastorale zorg nodig achten om betrokkenen te ondersteunen,
zonder daarbij de gemeente als zodanig te betrekken.
Voor zover het gaat om
personen van verschillend geslacht moet voorop staan dat het
huwelijk niet op de achtergrond mag worden gedrongen en er geen
imitatie van de kerkelijke inzegening ontstaat. Er moet een
uitzonderlijk en te respecteren motief zijn om niet te trouwen.
Er kan geen enkele ruimte worden gegeven als een der partners of
beiden nog gehuwd is of zijn.
De generale commissie ontraadt een besluit te nemen in algemene zin: men kan volstaan met van geval tot geval te beslissen.