13/03S

Verzoek de tenuitvoerlegging van het verenigingsbesluit op te schorten tot de generale commissie een beslissing op het bezwaar heeft gegeven.

Opschorting van het verenigingsbesluit zou, aldus de generale synode, leiden tot grote onduidelijkheid en onzekerheid op gemeentelijk, classicaal, kerkprovinciaal en landelijk niveau in de NHK en zou tevens invloed hebben op de voorbereidende maatregelen die binnen de GKN en de ELK zijn of worden getroffen.

Dit belang van de generale synode moet als zeer zwaarwegend worden aangemerkt. Van enig concreet en spoedeisend belang van bezwaarde bij opschorting is niet gebleken. Niet is gebleken dat bezwaarde zijn kerkelijk leven hangende de bezwaarprocedure niet feitelijk op gelijke wijze zal kunnen voortzetten. Het verzoek wordt afgewezen.

13/03 en 01/04

Door 3630 bezwaarden (waaronder 1 classicale vergadering en 135 kerkenraden) is bezwaar ingediend tegen het besluit van de generale synode van 12 december 2003 tot vereniging van de NHK met de GKN en de ELK in de Protestantse Kerk in Nederland. Sommigen hebben aanvullend bezwaar gemaakt tegen het aanvullend besluit betreffende de “Verklaring” die is opgenomen in de notitie ‘Verbonden met het gereformeerd belijden”.

5. De bezwaren tegen de bestreden besluiten laten zich als volgt samenvatten:
a. procedurele bezwaren betreffende de behandeling van de voorstellen en de stemming over het verenigingsbesluit;
b. bezwaren wegens strijd met kerkordelijke bepalingen (m.n. art. V-1, art. X, artikelen I, XX, XXVI en ord. 1-11-1, ord. 20-8 en 20-9 HKO);
c. bezwaren wegens de inhoud van de kerkorde van de PKN;
d. bezwaren wegens strijd met wettelijke bepalingen en algemene rechtsbeginselen (m.n internationale verdragen, art. 6 van de Grondwet, burgerechtelijke bepalingen betreffende de rechtspersoonlijkheid van de gemeente en haar bevoegdheid tot beschikking over en beheer van haar goederen en voorts met het gelijkheidsbeginsel;
e. bezwaren dat bij de besluitvorming onvoldoende rekening is gehouden met de gewetensnood ambtsdragers en overige gemeenteleden en met het risico op breuken en scheuring als gevolg van de vereniging.

6. Beoordeling van de bezwaren

6.1 Omvang van het geding. In deze procedure staat slechts ter toetsing de rechtmatigheid van de bestreden besluiten van 12 dec. 2003. Bezwaren tegen eerdere besluiten (o.m. vaststelling verenigingsbesluit in eerste lezing, vaststelling van de PKO, aanvaarding van het rapport ‘Om de eenheid en heelheid van de kerk’) zullen niet worden beoordeeld.

6.2 Procedurele bezwaren. De generale synode heeft ingestemd met de behandeling van het aanvullend besluit en een ordevoorstel om die op te schorten is, met 9 stemmen voor, niet aanvaard.
De HKO bevat geen voorschriften tot rechtstreekse raadpleging van alle leden dan wel lidmaten alvorens een verenigingsbesluit wordt genomen. De art. V-6 en ord. 1-10-1 (samenstelling van en vertegenwoordiging naar de generale synode) staan hier niet ter discussie, evenmin als ord. 20-17 (vereisten voor het nemen van het verenigingsbesluit).
De bezwaren tegen de juistheid van de uitslag van de stemming worden verworpen. Bezwaren betreffende de procedure inzake de stemming kunnen in beginsel alleen tijdens de vergadering worden gemaakt door degene die daaraan deelnemen (2/93 en 1/94). Bij de stemming zijn eerst de tegenstemmen en vervolgens de voorstemmen geteld, hetgeen resulteerde in een totaal van 75 stemmen, zijnde de voltallige synode.

6.3 Bezwaren wegens strijd met bepalingen van de HKO. In 18/97 heeft de generale commissie overwogen dat de structuur van de NHK niet louter presbyteriaal maar presbyteriaal-synodaal van aard is: in die structuur berust het hoogste gezag - trapsgewijze via kerkenraad en classis - bij de generale synode. Deze is binnen de NHK als geheel met bevoegdheden bekleed op grond waarvan zij ook voor de zelfstandige onderdelen bindende besluiten van kerkordelijke aard kan nemen. In 01/03 heeft de generale commissie overwogen dat de generale synode verplicht is te zoeken naar hereniging en dat het bezwaar van uitoefening van fusiedwang niet opgaat. De thans geuite bezwaren bevatten in de kern geen nieuwe argumenten: ook met het nemen van het verenigingsbesluit is de generale synode niet buiten haar kerkordelijke bevoegdheden getreden.

6.4 Bezwaren wegens de inhoud van de PKO. Deze zijn door de generale commissie beoordeeld en verworpen (zie 09/02, 10/02, 11/02 en 01/03) en staan in deze procedure niet meer ter beoordeling.

6.5 Bezwaren wegens strijd met wettelijke bepalingen en algemene rechtsbeginselen. Zie overweging 6.3 van 01/03 en overweging 5.8 van 06/01 A-S. Van belang is voorts dat de Hoge Raad in de zogeheten kerkvoogdijzaak de cassatieklachten tegen het oordeel van de generale commissie en het Gerechtshof te ’s-Gravenhage omtrent de positie van gemeenten als zelfstandige onderdelen van de NHK en hun gebondenheid aan op art. 2:2 BW gebaseerde of daaruit voortvloeiende regelgeving van de Kerk, ongegrond heeft geoordeeld.
Sommige bezwaarden hebben betoogd dat het verenigingsbesluit leidt tot schending van het gelijkheidsbeginsel omdat voor hervormde gemeenten, anders dan voor plaatselijke gereformeerde kerken niet voorzien is in een mogelijkheid om gedurende een overgangsperiode te kiezen buiten de PKN te blijven voortbestaan. Vastgesteld moet worden dat van gelijke gevallen geen sprake is - en derhalve evenmin van een schending van het gelijkheidsbeginsel - nu de positie van een plaatselijke gereformeerde kerk binnen de GKN een andere is dan die van een hervormde gemeente in de NHK.

6.6 Bezwaren wegens gewetensnood en het risico op breuken en scheuring. Omdat de gevolgen van het verenigingsbesluit onevenredig zijn had het besluit niet (althans nog niet) mogen worden genomen en had de synode hoogstens tot een federatie mogen besluiten, aldus bezwaarden. Bij de overweging 6.4 (in 01/03) dat de kerkrechtelijke voorschriften zijn gevolgd met voldoende inachtneming van de bij de bezwaarden levende bedenkingen, wordt thans ook betrokken dat van meet af aan in de PKO is voorzien in het voortbestaan van hervormde gemeenten op plaatselijk niveau en dat de generale synode diverse tegemoetkomingen heeft gedaan en besloten heeft tot verscheidene aanpassingen van de ontwerp-PKO teneinde de identiteit en kerkelijke status van gemeenten met een gereformeerde traditie binnen de PKN te waarborgen. Daarnaast zijn er in de periode voorafgaande aan het verenigingsbesluit gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de bezwaarden, bezoeken aan gemeenten en classicale vergaderingen gebracht, is voorzien in voorlichting, is de commissie-Stelwagen ingesteld met de opdracht een ultieme poging te doen om breuken en scheuren te voorkomen, is de notitie Verbonden met het gereformeerd belijden aan kerkenraden en predikanten toegezonden, waarin de mogelijkheid is geboden door ondertekening van de ‘Verklaring’ uit te drukken dat men zich binnen het geheel van de verenigde kerk verbonden weet met het gereformeerd belijden, is ter synode verantwoording afgelegd van de inspanningen de eenheid te bewaren en zijn door het moderamen de gesprekken met bezwaarden voortgezet, ook na 12 dec. 2003.

De uit de consideraties blijkende bezwaren zijn ter synode aan de orde gesteld en besproken. Tevens is het aanvullend besluit aan de orde gesteld als een verdere handreiking aan bezwaarden.
Gelet op het voorgaande is er geen grond voor het oordeel dat de generale synode het bestreden besluit niet (of nog niet) had mogen nemen of in plaats daarvan gehouden was een besluit tot federatie te nemen (zie ook 12/02). De aangevoerde argumenten en ingediende stukken hebben de generale commissie geen aanleiding gegeven op dit punt anders te beslissen.

De generale commissie verklaart de bezwaren ongegrond.


Heuvel, P. van den (2005)