18/92 en 19/92
Een bezwaar tegen de wijze van behandeling van een gravamen wordt ontvankelijk verklaard, waar het een bezwaar tegen de procedure betreft. Over de inhoud van het als gravamen ingediende bezwaar geeft de generale synode een eindoordeel (ord. 11-20-3), waarin begrepen is de vraag of het bezwaar als een gravamen kan worden aangemerkt.
Voor zover het bezwaarschrift andere bezwaren bevat dan betreffende de procedurele aspecten is het niet ontvankelijk.
Voor de generale commissie is geen taak weggelegd om los van de behandeling van een bezwaar tegen een appellabel besluit in het algemeen een uitleg te geven van een kerkordelijke ordinantie (zoals was gevraagd t.a.v. ord. 11-19-1: wat is te verstaan onder het begrip 'uitingen der Kerk terzake van haar belijden').
Bezwaarde voert aan dat zijn gravamen niet tevoren aan de synodeleden was toegezonden en dat op voorhand was aangegeven dat het niet als gravamen kon worden aangemerkt.
De voorbereiding van de bespreking had plaatsgevonden
overeenkomstig ord. 11-20-2 door een commissie van voorbereiding,
met een advies van de raad voor de zaken van Kerk en Theologie,
die betrokkenen heeft gehoord. Ook in de vergadering van de
generale synode heeft hij zijn bezwaar kunnen toelichten.
Na uitvoerige bespreking kwam
de synode tot het oordeel dat de bestreden uitspraak van de
generale synode niet kan worden aangemerkt als een 'uiting der
Kerk terzake van haar belijden' en dat derhalve het bezwaar geen
gravamen is.
Het eindoordeel over deze vraag is ingevolge ord. 11-20-3 aan de generale synode en het bezwaar wordt ongegrond verklaard.