24/84
Tav termijn:
"De kerkenraad heeft aangevoerd dat de beroepen een dag te laat zijn ingesteld, nu de uitspraak van de PC is verzonden op 26 oktober en de beroepschriften volgens ontvangststempel op 27 november 1984 zijn ingekomen. De Generale Commissie verwerpt dit standpunt. De instelling van het beroep moet ingevolge Ord. 19-13-1 geschieden door het binnen dertig dagen na de verzending van de beroepen beslissing inzenden, per aangetekende brief, van een beroepschrift. Aangenomen moet worden dat de eerste dag van de beroepstermijn is de dag na die der verzending van de beslissing en dat op de dertigste dag het beroepschrift moet zijn verzonden. In het onderhavige geval viel de dertigste dag op 25 november 1984. Aangezien dit een zondag was dient te worden aangenomen dat de gestelde termijn werd verlengd tot maandag 26 november 1984. De beroepschriften zijn ingekomen op 27 november 1984, zodat aannemelijk is dat zij op 26 november 1984, dus nog tijdig, zijn verzonden".
Het bezwaar betreft o.m. het aan de gemeente voorstellen van een verkozene, terwijl inmiddels tegen de wijze waarop de voorbereiding van de verkiezing was geschied, bezwaar was ingebracht krachtens ord. 3-24.
PC heeft terecht beslist dat tegen het voorstellen van verkozenen geen beletsel aanwezig was. Het bezwaar zou wel een bevestiging in de weg staan.
Een ander bezwaar betreft het niet nakomen van de kerkenraad van een deel van de uitspraak GCBG 23/82. In ord. 11 is voor een dergelijke situatie een afzonderlijke wijze van behandelen vastgesteld. Het bezwaar is niet ontvankelijk. GCBG zal zich er wel op beraden of zij een mededeling zal doen als bedoeld in ord. 19-8-5.