1/85, 3/85 en 4/85
In het kader van het verlenen van ongevraagd verlof heeft het breed moderamen van de provinciale kerkvergadering besluiten genomen, waarbij in sommige vergaderingen 5 van de 7 leden aanwezig waren, en in sommige 4 van de 7. In het laatste geval voldeed de vergadering niet aan de vereisten voor het quorum.
Toch zijn de besluiten in al deze vergaderingen geldig. De GCBG overweegt:
Ord. 1-26-2 en ord. 1-26-3 bepalen dat kerkelijke lichamen bevoegd zijn om aan door hen te benoemen commissies onder hun verantwoordelijkheid op te dragen, om namens hen werkzaamheden te verrichten, daaromtrent besluiten te nemen en deze ten uitvoer te leggen, en dat met name brede moderamina van de ambtelijke vergaderingen van die bevoegdheid gebruik maken ter bevordering van een goede gang van zaken en naar door hen gegeven richtlijnen.
Het ongevraagd verlof is bevoegd verleend, toen het breed
moderamen het horen van belanghebbende en ook het naar aanleiding
daarvan nemen van een besluit overgedragen heeft aan enkele leden
uit zijn midden.
Daaraan doet niets af dat de
vergadering door die leden is voorgesteld als een vergadering van
het breed moderamen.
Dat een eerder besluit tot
een maatregel van ongevraagd verlof door het PC werd vernietigd
op daartegen ingebrachte bezwaren, staat niet in de weg dat
daarna een nieuw besluit werd genomen.
De beslissing of de
verhoudingen het verlenen van ongevraagd verlof rechtvaardigen
is voorbehouden aan het BM en staat slechts aan vernietiging
bloot, indien het breed moderamen daartoe op grond van de feiten
en bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid
had kunnen komen.
Uitspraak: alle beslissingen van de PC worden bevestigd.