07/00

Een bezwaar tegen het besluit van de kerkenraad om mevr. X. de toegang tot het kerkgebouw te ontzeggen tijdens de rouwdienst van haar vader.

De (verstrekkende) bevoegdheid  om de toegang tot het kerkgebouw te ontzeggen en het daarmee onmogelijk maken aan een kerkdienst deel te nemen, komt slechts toe aan de kerkenraad, die de kerkdienst belegt en daarvoor verantwoordelijkheid draagt.

Kerkdiensten behoren voor een ieder toegankelijk te zijn en slechts onder uitzonderlijke omstandigheden kan de toegang aan iemand worden ontzegd. Besluitvorming daartoe dienst met hoge mate van zorgvuldigheid te geschieden. Daarbij zal de betrokkene moeten worden gehoord (uitzonderlijke dringende en spoedeisende situaties daargelaten). Nu niet geprobeerd is met betrokkene in contact te komen om haar over het voorgenomen besluit te horen, heeft de kerkenraad bij het afwegen van de belangen niet in redelijkheid tot het bestreden besluit kunnen komen.

De vrees van de moeder dat mevr. X. het woord zou gaan voeren en daarbij ingaan op de relatie tot haar vader rechtvaardigde deze verstrekkende maatregel niet.