03/00

Het bezwaar dat de provinciale commissie ten onrechte ervan uit is gegaan dat de kerkvoogdij betrokken is geweest bij de oprichting van de Stichting, nu de Stichting op grond van het plaatselijk reglement is opgericht door een vergadering van mannelijke lidmaten, wordt afgewezen: de betrokkenheid van de kerkvoogdij is op goede gronden aangenomen.

Uit het feit dat de Raad voor de predikantstraktementen en –pensioenen op de hoogte was van het bestaan van de stichting volgt niet dat de PKC daarvan op de hoogte moet zijn geweest.