11/99

Bezwaar tegen de wijze waarop de zesjaarlijkse stemming is voorbereid en gehouden.

Na een toelichting werden vragen gesteld vanuit de gemeente, ontwikkelde zich een discussie, uitmondend in een verzoek om uitstel van de stemming 'voor nader overleg', welk verzoek werd afgewezen.

De generale commissie oordeelt dat de kerkenraad de zesjaarlijkse stemming tijdig en met het doel waartoe deze gehouden moet worden onder de aandacht van de betrokken gemeenteleden heeft gebracht, hoewel de vorm en de bewoordingen op sommige plaatsen helderder zou hebben kunnen zijn. Het bestreden besluit is dan ook zorgvuldig voorbereid en tot stand gekomen.

Het verzoek om uitstel van de stemming om gelegenheid te geven tot nader overleg, biedt evenmin grond voor een ander oordeel. Een vergadering, waarin een zesjaarlijkse stemming wordt gehouden onder leiding van de kerkenraad heeft niet het karakter van een beraad waarin onderling overleg van de gemeenteleden plaatsvindt. Bovendien is in die vergadering op alle vragen van de aanwezige gemeenteleden geantwoord. Dat een deel van hen het met de beantwoording niet eens was, is op zichzelf onvoldoende grond voor het oordeel dat het verzoek om uitstel had moeten worden ingewilligd.