23/95

Een bezwaar tegen het besluit van het breed moderamen van de PKV om bezwaren tegen de verdere ambtsbediening voor te leggen aan de in ord. 13-30 bedoelde commissie wordt ongegrond verklaard.

De aangevoerde feiten en omstandigheden worden door de generale commissie niet beoordeeld, maar geven voldoende grond voor het oordeel dat het breed moderamen in redelijkheid kon besluiten aan de commissie ex ord. 13-30 ter behandeling voor te leggen dat tegen de verdere ambtsbediening bezwaren bestaan.